Pottinger JUMBO 6000 COMBILINE Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung

Dieses Handbuch ist auch geeignet für

NL
Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
99 5481.NL.80J.2
JUMBO 6000 L/D Combiline
(Type 5491 : + . . 01000 — . . 01041)
JUMBO 6600 L/D Combiline
(Type 5481 : + . . 01000 — . . 01067)
JUMBO 7200 L/D Combiline
(Type 5501 : + . . 01000 — . . 01120)
JUMBO 10000 L Combiline
(Type 5551 : + . . 01000 — . . 01002)
Combi-kuilwagen
ALLG./BA SEITE 2 / 0000-NL
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
Productaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop van machines een
handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren over de bedienings-, de veiligheids- en de
onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de
fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die door een machine ontstaat,
die echter niet aan deze machine ontstaat: voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van
EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of doorverkocht dient de
handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op de voorschriften te worden gewezen.
NL Geachte gebruiker!
U hebt een goede keuze gemaakt en wij feliciteren U dan ook dat U voor
het merk Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden wij U kwaliteit en capaciteit,
gekoppeld aan een goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de omstandigheden waaronder
de machine wordt ingezet en om in de toekomst nieuwe machines te
kunnen ontwikkelen, verzoeken wij U ons enige gegevens te verstrekken.
Daardoor is het dan ook mogelijk om U in de toekomst gericht over nieuwe
ontwikkelingen te informeren.
Pöttinger-nieuwsbrief
www.poettinger.at/nl/newsletter
Actuele vakinformatie, nuttige links en ontspanning
Document D
NL-0600 Dokum D Anhänger
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd.
Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas,
veiligheidsinrichtingen en handleidingen zijn aanwezig.
De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van
de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding
met de gebruiker besproken en uitgelegd.
Bandenspanning gecontroleerd.
Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
Mechanische functies (achterhek openen, zwenken van
snijmechanisme enz.) gedemonstreerd en uitgelegd.
Demontage en montage van de messen uitgelegd.
Elektrische verbinding van de trekker en de machine
aangesloten en deze aansluiting gecontroleerd (54 g
aangesloten). Aanwijzingen in de handleiding in acht
nemen!
Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel
aangepast: disselhoogte, handremskabels en steun voor
handrem in de cabine geplaatst.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
Het functioneren van de elektrische installatie gecontroleerd
en uitgelegd.
Hydraulische verbinding met de trekker aangekoppeld en
gecontroleerd of het systeem goed functioneerde.
Hydraulische functies, zoals knikdissel, achterhek openen enz.
uitgelegd en gedemonstreerd.
Handrem en oplooprem op goede werking gecontroleerd.
Proefgedraaid met de machine en geen gebreken
geconstateerd.
Tijdens het proefdraaien de werking van de machine
uitgelegd.
In- en uitschakelautomatiek bij laadaggregaat gecontroleerd.
Het zwenken in werk- en tansportstand uitgelegd.
Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de
handleiding goed te lezen.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden
verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
- 4 -
0700_NL-INHALT_5481
INHOUDSOPGAVE NL
Inhoudsopgave
WAARSCHUWINGSTEKENS
CE-kenmerk ............................................................... 6
Betekenis van de waarschuwingstekens ...................6
IN GEBRUIK NEMEN
Algemene veiligheidsaanwijzingen bij het gebruik van
de wagen ...................................................................7
Voor het in gebruik nemen .........................................8
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER
Hydrauliekaansluiting ................................................9
Aankoppelen van de hydrauliekslangen ....................9
Trekker aan de wagen aansluiten ............................10
Slanghouder instellen ..............................................10
Trekdissel instellen t.o.v. de trekhaak ......................11
Schokdemping 1) ....................................................11
Knikdissel instellen ..................................................11
Sperren van de meelopend gestuurde as ...............12
Afstellen van de dissel .............................................13
Montage van de trekhaak DST 2000 .......................13
Kogelkoppeling ........................................................ 13
STEUNPOOT
Steunpoot (transportstand)......................................14
Het afkoppelen van de wagen .................................14
PICK-UP
Pick-up pendelbereik instellen ................................15
Pick-up steun afstellen ............................................15
Belangrijke controles van de mesbalk voor iedere
ingebruikname .........................................................16
Messenontgrendeling ..............................................16
Messenbalk naar de zijkant zwenken voor
onderhoud ...............................................................17
Terugzwenken van de mesbalk ...............................18
Snijwerk bediening ..................................................19
Afstellingen ..............................................................20
Justeren van de mesbalk .........................................21
Justeren van de messen ..........................................21
Afstand van de messen ten opzichte van de persrotor
controleren ...............................................................22
ACHTERWAND
Functie van het achterhek .......................................23
DOSEERWALSEN
Demonteren van de walsen .....................................24
Demontage van de derde doseerwals 1) ................25
Schakeling bodemketting ........................................25
OPBOUW EN FRONTKLEPPEN
Klepposities van de fronthekken .............................26
Bediening van de frontkleppen ................................26
Hakselwerkzaamheden zijwaartse belading ............26
Laadwagen – werkzaamheden ................................26
Hakselwerkzaamheden belading van voren ............26
Afdekplaat voor pers 1) ...........................................27
POWER CONTROL – BEDIENING
Opbouw ...................................................................28
Bedieningskast ........................................................28
Betekenis van de toetsen ........................................28
In bedrijf stellen van de Power Control ....................29
Werk menu laadfunctie ............................................29
Werk menu los functie .............................................31
SET-functies .............................................................34
Diagnose functies ....................................................36
Controle messenbalk ...............................................36
Sensortest ...............................................................37
Machine instelling ...................................................37
Wireless power control – regeling ............................38
Opladen van de accu...............................................38
Pairing ......................................................................39
ISOBUS - TERMINAL
Bedieningsstructuur – Ladewage met ISOBUS-
aansluiting................................................................41
Start menu ...............................................................42
Basis instellingen menu ...........................................42
Laadmenu ................................................................ 42
Los-menu.................................................................43
Los-menu.................................................................44
Data menu ...............................................................45
Config-menu ............................................................ 45
Set-menu .................................................................46
Test-menu ................................................................ 48
Diagnose menu ........................................................48
Voor de ladewagen knoppen op de Joystick
toewijzen ..................................................................49
Instellen van de Joystick .........................................49
Gebruik van Trekkergegevens .................................50
HET VULLEN VAN DE WAGEN
Laden algemeen ......................................................51
Opraper afstellen .....................................................51
Het beginnen van laden ...........................................51
Tijdens het laden opletten .......................................51
LOSSEN VAN DE WAGEN
Lossen van de wagen ..............................................52
Uitschakelkoppeling (NS) van de doseerinrichting ..52
Beeindigen van het lossen.......................................52
ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzing ...............................................53
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud .........53
Reinigen van machinedelen .....................................53
In de openlucht laten staan .....................................53
Overwinteren ...........................................................53
Aftakassen ...............................................................53
Hydrauliekinstallatie .................................................53
Veiligheidsaanwijzing ...............................................54
Accumulator ............................................................54
Remmen afstellen ....................................................54
Openen van de beschermkap .................................54
Opraper....................................................................55
Snijmechanisme ......................................................56
Demontage van een afstrijker ..................................57
Tandwielkast ............................................................58
Ketting .....................................................................58
Belangrijk! Aandrijving controleren of deze vastzit ..59
1 x per jaar ...............................................................59
Instelmaat van de eindschakelaars .........................60
Beveiliging van de elektrische installatie .................61
Onderhoud van de elektronische onderdelen .........61
Filter vervangen .......................................................62
Aansluiten van de remslangen .................................63
Nazorg en onderhoud van de rem installatie ...........63
Neutraalstelling van het remventiel ..........................64
Wegzetten van de wagen ........................................64
Instellen van het hydraulische chassis 1) ................65
- 5 -
0700_NL-INHALT_5481
INHOUDSOPGAVE NL
AUTOMATISCHE BESTURING
Eerste montage aan de trekker ...............................66
Noodbediening ........................................................67
Onderhoud ...............................................................67
Noodremklep ...........................................................68
ASSEN EN ASAGGREGATEN
Smeerpunten ...........................................................70
Onderhoudswerkzaamheden aan wielen en
remmen ....................................................................72
Onderhoudswerkzaamheden aan het hydraulische
chassis ..................................................................... 74
Onderhoudswerkzaamheden aan BOOGIE-
chassis ..................................................................... 75
LIFTACHSE
Liftachse für Tridem Achsaggregat ..........................77
Elektrischer Anschlussplan ......................................77
ELEKTRO-HYDRAULIEK
Storingen en oplossingen als de electriciteit
uitvalt .......................................................................78
Technische gegevens ..............................................79
Plaats van het typeplaatje .......................................79
Extra toebehoren .....................................................79
Doelgericht gebruik van opraawagens ....................80
Juiste kraanaanspanning .........................................80
BANDEN EN WIELEN
Aanhaalkoppel .........................................................81
Bandenspanning ......................................................81
AANHANGSEL
Aanwijzingen voor veilig werken ..............................84
Aftakas ..................................................................... 85
Smeerschema ..........................................................87
Smeermiddelen .......................................................89
Elektrisch schema ...................................................92
- 6 -
NL
WAARSCHUWINGSTEKENS
0400_NL-Warnbilder_548
495.163
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk, geeft aan dat de machine beantwoord
aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage).
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
CE-kenmerk
Betekenis van de waarschuwingstekens
Aanwijzingen voor
veilig werken
In deze handleiding
zijn alle plaatsen
die betrekking
hebben op
de veiligheid
met dit teken
aangegeven.
Voor het verrichten van onderhouds-
en reparatiewerkzaamheden, de
trekkermotor uitschakelen.
Raak nooit bewegende machinedelen
aan. Wacht totdat deze volledig tot
stilstand zijn gekomen.
Grijp nooit in de machine zolang zich
daar nog delen kunnen bewegen.
Laadvloer niet betreden terwijl de
aandrijving is ingeschakeld en de
trekkermotor draait.
Bij een lopende trekkermotor niet in
het zwenkbereik van het achterhek
komen. Alleen deze ruimte betreden
als de veiligheid dit toelaat.
Kom nooit met lichaamsdelen in het
bereik van de pick-up wanneer de
kruiskoppelingsas aangesloten is aan
de trekker en de trekker nog loopt.
Gevaar voor draaiende
machine(onder)delen!
Warschuwing voor
beschadigung
De pennen op de linker en rechter
wagenzijde moeten steeds gelijk
gemonteerd zijn, anders ontstaat
er beschadigung aan achter wand
en zwenk-delen;
daarom
- altyd contrleren voordat de
achterwand hydraulisch wordt
geopend.
- 7 -
NL
0700_NL-INBETRIEBNAHME_511
IN GEBRUIK NEMEN
Algemene veiligheidsaanwijzingen bij het gebruik van de wagen
Aanwijzingen bij het aan- en afkoppelen
van de wagen
Bij het aankoppelen van machines aan de trekker
ontstaat beklemmingsgevaar.
Bij het aankoppelen niet tussen de wagen en de
trekker gaan staan, zolang de trekker terugrijdt.
Er mag niemand tussen de trekker en de machine
staan, zonder dat het geheel tegen wegrollen is
beveiligd. (Door gebruik van de handrem en/of
voorlegblokken.)
Aftakas alleen aan- en afkoppelen als te trekkermotor
stil staat.
De cardanas moet bij het aankoppelen op de juiste
manier arrêteren.
Parkeren van de wagen
• Wanneer de machine wordt afgekoppeld moet de
kruiskoppelingsas volgens voorschrift afgelegd
worden resp. door een ketting bevestigd worden.
Blokkeerketting (H) niet voor het ophangen van de
kruiskoppelingsas benutten.
De aanhanger alleen gebruiken voor dat doel
waarvoor het gebouwd is!
Voor het bestemmingsgebruik verwijzen wij u naar de
technische gegevens.
De capaciteitsgrenzen (zoals asdruk, oplegdruk en
totaalgewicht) mogen niet zodanig overschreden
worden, dat de wagen overbelast wordt. De
gegevens zijn ook op de rechterkant van de wagen
aangebracht.
Neem ook de capaciteitsgrenzen van de trekker in
acht.
Aanwijzingen voor het rijden met de
wagen.
De rijeigenschappen van de trekker worden door de
machine (aanhanger) beinvloed.
Bij het werken op hellingen bestaat gevaar voor
omslaan.
Rijstijl aan de omstandigheden aanpassen.
Let op de maximale snelheden (afhankelijk van hoe
de aanhanger is uitgerust)
De trekker moet voor en achter voldoende
van ballastgewichten worden voorzien om de
bestuurbaarheid en de remkracht te waarborgen.
(Minstens 20% van het leeggewicht van het voertuig
moet op de vooras rusten).
Let op de hoogte van de aanhanger (vooral onder
viaducten en bruggen, en bij lagere inritten enz…)
Personen op of in de machine meenemen is niet
toegestaan.
Transport over de openbare weg
Leef de wettelijke bepalingen na.
Het rijden op de openbare weg mag alleen met
gesloten achterhek gebeuren. Men dient zich te
houden aan de verlichtings- en verkeerseisen zoals
deze ter plaatse gelden.
20%
Kg
Attentie!
Let ook op de
aanwijzingen
die verderop in
verschillende
hoofdstukken
worden
aangegeven.
- 8 -
NL
IN GEBRUIK NEMEN
0700_NL-INBETRIEBNAHME_511
Controle voor de ingebruikname
1. Controleer alle veiligheidsvoorzieningen. Zijn de
beschermkappen en afdekplaten op de juiste wijze
aangebracht.
2. De wagens volgens smeervoorschrift smeren en olie-
niveau's van de tandwielkasten controleren. Tevens
controleren of asafdichtingen dicht zijn.
3. Controleer of de banden de juiste spanning hebben.
4. Controleer of de wielmoeren goed vastzitten.
5. Let er op dat het juiste aftakastoerental wordt
gebruikt.
6. De elektrische aansluiting moet worden gecontroleerd op
eventuele beschadiging aan kabels en verbindingen.
7. Eventuele aanpassingen aan de trekker uitvoeren
voor:
hoogte van de dissel
remaansluiting
eventueel handrem in de cabine aanbrengen.
8. De wagen mag alleen met de originele trekpennen
worden bevestigd.
9. De kruiskoppelingsas moet op de juiste lengte
worden gebracht voordat deze wordt gemonteerd.
De slipkoppeling moet gecontroleerd worden op de
werking.
10. De werking van de electrische installatie controleren.
11. De hydrauliekslangen worden aan de trekker bevestigd.
Deze moeten schoon zijn voordat ze in elkaar worden
gestoken.
de slangen moeten worden gecontroleerd op
beschadigingen
let er op dat de slangen aan het juiste systeem worden
aangesloten (pers en retour niet verwisselen)
12. Alle draaibare machinedelen (achterhek, hendels etc.)
moeten tegen verandering van positie, die gevaren
kunnen geven, geborgd worden en moeten veilig
zijn.
13. De remmen moeten worden gecontroleerd.
Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet
de bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften
vertrouwd maken. Tijden het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine
deze op verkeersen bedrijfsveiligheid controleren.
c. Wanneer men hydraulische apparatuur gaat bedienen
en de aandrijving ingeschakeld wordt, mogen zich geen
personen in de nabije omgeving bevinden. Doordat men
in het bereik van de pick-up, messenbalk, achterhek en
bovenbouw bekneld zou raken, kunnen verwondingen
ontstaan.
d. Bij het voorwaarts of achterwaarts in gang zetten van
het voertuig moet de chauffeur zich ervan vergewissen
dat hij niemand in gevaar brengt. Als de chauffeur van
het voertuig niet in staat is om achter de aanhanger
te kijken, of geen overzicht heeft, dient hij zich bij het
achteruit rijden te laten instrueren.
e. Let op de veiligheidsaanwijzingen die op de wagen
zijn aangebracht. De gevarentekens zijn uitgelegd op
bladzijde 5.
f. Let ook op de aanwijzingen die verderop in verschillende
hoofdstukken worden aangegeven.
Aanwijzing!
De volgende
aanwijzingen
moeten u
helpen bij de
ingebruikname
van de wagen.
Gedetailleerde
informatie
treft u in de
desbetreffende
hoofdstukken
aan.
- 9 -
0701_NL-Erstanbau_5543
NL
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER
Hydrauliekaansluiting
Enkelwerkend stuurventiel
Is de trekker alleen maar uitgerust met een enkelwerkend
stuurventiel dan is het noodzakelijk een olieretourleiding
(T) met vrije uitloop aan uw trekker te laten maken door
uw dealer.
- Persleiding (1) aan het enkelwerkend stuurventiel
aansluiten en de olieretourleiding (2), die een
groterediameter heeft, aan de vrije uitloop van de
trekker bevestigen.
Dubbelwerkend stuurventiel
- Persleiding (1) en olieretourleiding (2) aansluiten aan
het stuurventiel.
AH"aZ^Y^c\ (optionele uitrusting)
- Load sensing leiding aan de LS-aansluiting van de
trekker koppelen.
Let op bij trekkers met gesloten
hydraulieksystemen en LS-systemen
JOHN-DEERE, CASE - MAXXUM, CASE - MAGNUM,
FORD SERIE 40 SLE
Voor het aankoppelen de bout (7) aan het stuurventielblok
in het blok draaien (7b).
7a
Basisafstelling voor een open
hydraulieksysteem
7b
Let op bij trekkers met gesloten
hydraulieksystemen en LS-systemen
LS = Load sensing
7b
001-01-23
PT
LS
7
7a
Aankoppelen van de hydrauliekslangen
- Voor het aankoppelen de aftakas uitschakelen.
- Hendel van het hydrauliek (ST) in de neutraalstand
plaatsen.
- Snelkoppelingen moeten schoon zijnanders goed
reinigen.
Let op!
Wordt de olie
tijdens het
werk warm dan
moet voor een
enkelwerkend
ventiel met vrije
retour gekozen
worden (zie
hierboven).
Basisafstelling voor een open
hydraulieksysteem
Deze positie van de bout (7) wordt in de fabriek ingesteld
(7a).
Let op!
Wanneer deze aanwijzing niet in acht wordt genomen,
wordt de olie constant over het overdrukventiel van de
trekker weggepompt en daardoor sterk verhit!
Let op!
De tractor dient
altijd te zijn
voorzien van
een drukloze
olieretour.
Let op!
De hydraulische
druk van de
trekker mag
maximaal 205 bar
bedragen!!
- 10 -
0701_NL-Erstanbau_5543
NL
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER
Slanghouder instellen
- Slanghouder zo instellen dat er voldoende afstand
bestaat tussen de hydraulische leidingen en de dissel
(A2).
Trekker aan de wagen aansluiten
Bediening:
- 3-polige stekker aan de DIN 9680 stekkerdoos van de
trekker koppelen
Verlichting:
- 7-polige stekker aan de trekker koppelen
- De verlichting van de wagen controleren op goed
functioneren.
Bij trekkers met een ISO-bus aansturing
- 9-polige stekker aan de ISO-bus stekkerdoos van de
trekker koppelen
Belangrijk!
Elke keer als de
wagen in gebruik
genomen wordt
deze op verkeers-
veiligheidsaspec-
ten controleren
(aankoppelpenbe-
veiliging, remmen,
verlichting, rich-
tingaanwijzers,
beschermkappen)
- 11 -
0701_NL-Erstanbau_5543
NL
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER
Knikdissel instellen
Voor het goed functioneren van de opraper moet maat
(M) als de wagen aangekoppeld is goed worden afgesteld
(pendelbereik van de opraper).
- Instelmaat (M) zie hoofdstuk “Pick-up”
Uitgangspositie:
- Wagen aan de trekker gekoppeld.
- Beide hydraulische cilinders moeten volledig
ingeschoven zijn.
Instelprocedure:
- Contramoeren (K) van de beide draadspindels
losdraaien.
- Door de draadspindels (zuigerstangen) (50) van de
cilinders te verdraaien, resp. in of uitdraaien tot de
maat (M) bereikt is.
-
Het maximale verstelbereik mag niet worden
overschreden (L max. zie tabel beneden)
- Het afstellen moet afwisselend aan beide hydraulische
cilinders worden uitgevoerd
- Beide hydraulische cilinders moeten op gelijke lengte
worden ingesteld.
- Contramoer (K) weer vastdraaien.
1) Standaarduitrusting bij JUMBO, TORRO
Optioneel bij EUROPROFI, FARO, PRIMO
Aanwijzing!
Wanneer de
draadspindel
te ver wordt
uitgedraaid,
kunnen
beschadigingen
ontstaan. Let op
de maximale maat
volgens de tabel!
Trekdissel instellen t.o.v. de trekhaak
Trekhaak (A) zo aan de trekker bevestigen dat met
aangekoppelde wagen, speciaal met knikdissel, voldoende
afstand tussen de kruiskoppelingsas en de dissel aanwezig
is (A1).
A
001-01-26
Schokdemping 1)
Wichtig! Om de schokdemping op de juiste manier te
kunnen laten functioneren, moet op het volgende
worden gelet:
- Bij ritten over de weg mag de cilinder (K) niet helemaal
zijn ingeschoven
- Cilinder (K) ca. 1 – 3 cm uitschuiven
Voorspandruk in gastankje (G):
Druk wijzigen – zie hoofdstuk “ONDERHOUD”
136-07-01
G
K
1 - 3 cm
Type Vuldruk
PRIMO, FARO
50 bar
EUROPROFI
70 bar
TORRO, JUMBO (3 to-Anhängung)
80 bar
JUMBO (
2 to-aanhang)
100 bar
A1
001-01-25
Type
Onderdelennummer
L max
PRIMO, FARO
EUROPROFI,
TORRO, JUMBO
(2 to-aanhang)
442.240 555 mm
JUMBO 3t
(3 to-aanhang)
442.313 615 mm
- 12 -
0700_NL-Lenkachssperre_5543
NL
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER
Varianten 2
Bij trekkers met load sensing systeem:
- de hydraulische leiding is aan het hydraulische blok
aangesloten
- het geheel wordt bediend via de ‘POWER CONTROL
regeling’ of via de ‘ISOBUS-terminal’
(zie beschrijving van de betreffende regeling)
Varianten 1
- Bij trekkers zonder load sensing systeem:
- extra hydraulische leidingen aan de trekker
aansluiten
- met regelventiel (ST) de stuuras openen of sluiten
De stuuras kan, afhankelijk van de trekker- en
wagenuitvoering, verschillend worden bediend.
Sperren van de meelopend gestuurde as
Attentie!
De stuuras moet
altijd geblokkeerd
zijn tijdens
snellere ritten
over de weg met
beladen wagen!!
137-06-02
137-06-03
137-06-04
Let op!
De stuuras moet geblokkeerd worden:
- bij rechtuit rijden met een snelheid meer dan 30 km/u
- op een onverharde ondergrond
- op hellingen
- bij ontlasting van de voorste as door knikdisselaandrijving
- in combinatie met gleufsilo
- indien de zijdelingse geleiding van de ongestuurde as niet meer voldoende is
- 13 -
0700_NL-Zug-Kugelkupplung_548
NL
AFSTELLEN VAN DE DISSEL
Afstellen van de dissel
Kogelkoppeling
Tip
De kogelkoppeling mag alleen met koppelingskogels 80 van de firma Scharmüller GmbH of andere toegestane
koppelingskogels (kogeldoorsnede 80 mm) gekoppeld worden, en voor een veilige koppeling en vergrendeling
geschikt zijn.
Onderhoud van de kogelkoppeling
Bij het algemene voertuig onderhoud:
De contactvlakken in het koppelpunt smeren
De bevestigingsbouten van de kogelkoppeling op
vastzitten controleren
Beschadigde, vervormde of versleten kogelkoppelingen
vervangen.
- Het verwisselen alleen door vakbekwaam personeel
uit laten voeren!
Attentie!
Reparaties aan de
kogeltrekhaak zijn
niet toegestaan
Montage van de trekhaak DST 2000
De in hoogte verstelbare knikdissel type DST 2000 word voor LoF (=landbouwwerktuigen) met een maximaal toelaatbaar
gewicht van 22000 kg gebruikt.
- De toelaatbare oplegdruk bedraagt 2000 kg
- De toelaatbare Dc-waarde (dissel-lengtekracht) bedraagt 87,5 kN
- maximale snelheid: 80 km/h
Het aandraaimoment van de bevestigingsbouten van de trekogen:
- M16x1,5 10.9 250 Nm
- M20x1,5 10.9 460 Nm
De bevestigingsbouten moeten regelmatige gecontroleerd en nagetrokken worden.
In geknikte positie van de dissel (bij het lossen) is alleen een korte rit op een vlakke ondergrond toegestaan. Een
geringe knik van dissel (tijdens het rijden) is weliswaar toegestaan.
Bij rijden in geknikte positie van de dissel moet extra gelet worden op de beperkte ruimte/hoek naar boven.
Attentie!
Productie en
montage gebeurd
meestal in de
fabriek. Indien
montage door
uzelf word
gedaan is overleg
met de fabriek of
importeur vereist.
- 14 -
0400_NL-Stützfuß_548
NL
STEUNPOOT
Het afkoppelen van de wagen
De wagen moet op een vlakke, vaste bodem
neergezet worden.
Op zachte grond kan het steunoppervlak van het
steunpoot vergroot worden door er bijvoorbeeld
een stevige plank onder te schuiven.
- De wagen met de knikdissel heffen.
- Borgpen (1) eruit trekken.
Steunpoot naar beneden zwenken en weer ver-
grendelen.
- Let er op dat de pen (1) goed vergrendeld is.
- De wagen weer men de knikdissel laten zakken.
- Hydraulische en elektrische leidingen afkoppelen
en aan de wagen ophangen.
Steunpoot (transportstand)
- Wagen aan de trekker koppelen.
- Door de knikdissel te bedienen steunpoot ontlasten
(zie hoofdstuk "verklaring functies bedieningskast").
- Vergrendelpen (1) eruit trekken. Steunpoot
omhoogdraaien en weer borgen.
- Let goed op dat pen (1) ook goed vergrendeld !
LET OP!
De wagen
alleen leeg op
de steunpoot
plaatsen en
vastzetten tegen
wegrollen.
- 15 -
0701_NL-Pick-up_5543
NL
PICK-UP
Let op!
Beknellingsgevaar
bij het op en neer
bewegen van de
pick-up.
Pick-up steun afstellen
Variant – mechanische ontlasting
Voor een optimale pick-up druk kan de veerspanning
verandert worden.
Te weinig druk op de pick-up (stuitert)
- Afstand (X) verkleinen
Te veel druk op de pick-up
- Afstand (X) vergroten
Variant – hydraulische ontlasting
Instelprocedure:
- Afsluitkraan (H) openen (pos. E)
- Pick-up heffen
- Afsluitkraan (H) sluiten (pos. A)
- Pick-up laten zakken
- gewenste systeemdruk volgens manometer (M) instellen
door de afsluitkraan (H) kort te openen (ca. 27 bar)
Hoe hoger de druk, hoe groter de ontlasting.
Voorspandruk in gastankje (G):
- 10 bar stikstof (N)
Pick-up pendelbereik instellen
Voor het goed functioneren van de opraper moet
maat (M) als de wagen aangekoppeld is goed worden
afgesteld (pendelbereik van de opraper).
Maat (M) = 480 mm
Aanwijzing:
Bij oneffen bodem de maat 1 cm verkleinen
(M = 470 mm)
Instelprocedure zie hoofdstuk “Eerste montage aan de
tractor”
De stootplaat (P) dient ook als bescherming
tijdens ongevallen en mag tijdens de
werkzaamheden niet worden verwijderd.
136-07-03
Pos A
Pos E
M
G
H
- 16 -
0700_NL-Schneidwerk_5481
NL
SNIJWERK
Belangrijk!
Mesbalk met pin vergrendelen
Positie E2
- aan de linker- en rechterkant van de wagen
- beide pinnen met een spiebout (V) borgen.
- pin links en rechts vergrendeld (E2)
- slijtage van de messen
- vervuiling van de mes-overbelastingsbeveili-
ging
- voldoende bodemvrijheid (A)
Als de messenbalk(A) helemaal is uitgezwenkt
mag niet met de wagen gereden worden.
001-01-11
E2
V
001-01-03
E2
V
Let op!
Voor elke
ingebruikname
controleren, of de
bouten links en
rechts vergrendelt
zijn!
Belangrijke controles van de mesbalk voor iedere ingebruikname
Messenontgrendeling
Werkzaamheden
Hendel (H) in de onderste positie vastzetten (pos. 1).
Tijdens de werkzaamheden moet de hendel beneden zijn
vastgezet, zodat de messen vergrendeld zijn.
Onderhoud
Hendel (H) in de bovenste positie vastzetten (pos. 2).
Alle messen worden automatisch ontgrendeld:
- voor het monteren en demonteren van de messen
- voor het slijpen van de messen
- voor het reinigen
Pos. 1
Pos. 2
HH
Positie hendel tijdens werkzaamheden en onderhoud:
Let op!
De hendel (H) moet
zich altijd in de
arbeidspositie
(pos. 1) bevinden.
(Na onderhouds-
werkzaamheden
niet vergeten
om de positie te
wijzigen!)
Aanwij-
zing!
Hendel moet wor-
den bediend voor
het uitzwenken
van de snij-instal-
latie
- 17 -
0700_NL-Schneidwerk_5481
NL
SNIJWERK
1. De hendel (H) in de bovenste positie vastzetten
(pos. 2)
2. De messenbalk uitklappen ( A1 )
3. Aan de linkerkant van de wagen de pin
ontgrendelen (E1)
- spiebout (V) verwijderen en de pin ontgrendelen
- pin met spiebout (V) opnieuw borgen.
4. Aan de rechterkant van de wagen de pin
ontgrendelen (E1)
5. Wegzwenken van de mesbalk naar de
linkerkant van de wagen
6. Mesbalk zover zwenken tot de vergrendeling
(3) vastklikt
Op die manier wordt de mesbalk in de uitgezwenkte
positie aan de linkerkant van de wagen gefixeerd.
7. De vuilkeerplaat1) (M) naar achteren klappen.
- Spiebout (V) aan beide kanten verwijderen
(links ed rechts)
- De spiebouten in de
buitenste boorgaten
steken.
- Vuilkeerplaat (M) met
hendel (P) naar beneden
klappen.
Messenbalk naar de zijkant zwenken voor onderhoud
001-01-05
E1
V
Aanwijzing!
De hendel (H) moet
in de juiste positie
gebracht worden,
voordat het
snijwerk wordt
uitgeklapt.
1) optionele uitvoering
Attentie!
Bij alle
werkzaamheden
aan de
messenbalken
bestaat een
verhoogd
ongevalrisico.
Vooral bij
zijdelingse
zwenkmanoeuvres
en als de
messenbalk
omhoog wordt
gebracht.
- 18 -
0700_NL-Schneidwerk_5481
NL
SNIJWERK
001-01-11
E2
V
8. Mes demonteren
- Mes naar voren drukken tot de aanslaghendel (R)
uit de uitsparing van het mes klapt
- Mes naar achteren toe uittrekken
Let op!
Vuil (dat zich ondanks de vuilkeerplaat)
tussen de aanslaghendel en de messenbalk
heeft verzameld, moet regelmatig worden
verwijderd, zodat de vergrendeling op de
juiste manier functioneert.
Aanwijzing!
De messen moeten
regelmatig
worden
schoongemaakt,
zodat de
mesbeveiliging
altijd op de
juiste manier
functioneert.
9. Mes monteren
- Mes eerst aan de voorzijde plaatsen
- Mes naar beneden/achteren drukken tot de
aanslaghendel (R) in de uitsparing van het mes
vastklikt
Waarschuwing!
Messen niet aan het snijvlak vastpakken!
Veiligheidshandschoenen aantrekken.
Terugzwenken van de mesbalk
1. Vuilkeerplaat (M) opklappen
2. Spiebouten (V) uit de buitenste boorgaten
verwijderen
- aan linker- en rechterkant
3. De vuilkeerplaat (M) met spiebout (V) borgen
- aan linker- en rechterkant
4. Vergrendeling (3) losmaken
5. Mesbalk helemaal terugzwenken
6. Aan de rechterkant van de wagen
vergrendelen
- pin in positie E2
- pin met spiebout (V) borgen
7. Aan de linkerkant van de wagen vergrendelen
(E2)
- pin met spiebout (V) borgen
8. Messenbalk inklappen
9. Hendel (H) in de arbeidspositie (pos. 1)
V
Pos. 1
H
Attentie!
Bij alle
werkzaamheden
aan de
messenbalken
bestaat een
verhoogd
ongevalrisico.
Vooral bij
zijdelingse
zwenkmanoeuvres
en als de
messenbalk
omhoog wordt
gebracht.
R
- 19 -
0700_NL-Schneidwerk_5481
NL
SNIJWERK
V x.xx
Messenbalk inklappen
Zolang de toets ingedrukt blijft
- De messenbalk klapt in het invoerkanaal
Is de messenbalk niet helemaal ingeklapt
- aanduiding op display
Messenbalk uitklappen
Zolang de toets ingedrukt blijft
- de messenbalk wordt met hydraulische druk
uitgeklapt
Is de messenset uitgeklapt
- aanduiding op display
Externe bedieningstoetsen
Bij onderhoudswerkzaamheden aan de messenbalk kan
met de beide bedieningstoetsen (57) de messenbalk in- en
uitgeklapt worden.
De schakelaars alleen bedienen als het invoerkanaal leeg
en de aandrijving van de rotor uitgeschakeld is!
Let op!
Voordat de
messenbalk
ingeklapt wordt
deze eerst
controleren op
zijn toestand
(beschadigde
messen, verbogen
delen etc.)
Snijwerk bediening
Vuil en aanslag op de vuilkeerplaat (M)
verwijderen:
- Snijwerk tijdens het gebruik van de machine meerdere
malen per dag met behulp van het bedieningspaneel
uitklappen, zodat loszittend en aangekoekt vuil eruit
valt.
- vastzittende restanten vuil verwijderen
- na de werkzaamheden moet het snijwerk met een
hogedrukspuit grondig worden gereinigd
Aanwijzing!
Voordat de
wagen wordt
weggezet, moet
de messenbalk
altijd worden
uitgeklapt,
verzameld vuil
laat dan los.
Wanneer deze
procedure
achterwege blijft,
bestaat een kans
op schade door
uitgehard vuil.
- 20 -
0700_NL-Schneidwerk_5481
NL
SNIJWERK
Aanslagschroef bij de hendel instellen
- De afstand tussen instelschroef (SK-4) en aanslag
(A) moet bij ingezwenkte toestand ca. 1 – 2 mm
bedragen.
- Het instellen dient echter te gebeuren bij uitgeklapte
toestand en in onderhoudspositie.
(Hendel ‘H’ in ‘pos. 2’)
1 - 2 mm
SK-4 A
Pos. 1
H
Pos. 2
Afstellingen
Activeringskracht van het mes instellen
- De activeringskracht van het mes wordt met de schroef
(S) ingesteld.
Instelmaat = 81 mm
81
249-06-08
S
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

Pottinger JUMBO 6000 COMBILINE Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung
Dieses Handbuch ist auch geeignet für

in anderen Sprachen