Pottinger HIT 690 NZ Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung

Dieses Handbuch ist auch geeignet für

(ANDLEIDING
NL
 ).3425#4)%3 6//2 $% /6%2$2!#(4 6!. -!#().%3    PAGINA 
6ERTALING VAN DE ORIGINELE HANDLEIDING
Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
.R
Cirkelhooier
99 2091.NL.80K.0
HIT 690 N
( Type ZK 2091 : + . . 01001 )
HIT 690 NZ
( Type ZK 2091 : + . . 01001 )
HIT 690 AZ
( Type ZK 2091 : + . . 01001 )
ALLG./BA SEITE 2 / 0000-NL
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
Productaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop van machines een
handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren over de bedienings-, de veiligheids- en de
onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de
fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die door een machine ontstaat,
die echter niet aan deze machine ontstaat: voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van
EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of doorverkocht dient de
handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op de voorschriften te worden gewezen.
NL Geachte gebruiker!
U hebt een goede keuze gemaakt en wij feliciteren U dan ook dat U voor
het merk Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden wij U kwaliteit en capaciteit,
gekoppeld aan een goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de omstandigheden waaronder
de machine wordt ingezet en om in de toekomst nieuwe machines te
kunnen ontwikkelen, verzoeken wij U ons enige gegevens te verstrekken.
Daardoor is het dan ook mogelijk om U in de toekomst gericht over nieuwe
ontwikkelingen te informeren.
Pöttinger-nieuwsbrief
www.poettinger.at/nl/newsletter
Actuele vakinformatie, nuttige links en ontspanning
Document D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
T Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen en
handleidingen zijn aanwezig.
T De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebruiker
besproken en uitgelegd.
T Bandenspanning gecontroleerd
T Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
T Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
T Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
T Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
T Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
T Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
T Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
T Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
T Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
T
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
- 4 -
0800_NL-INHALT_2091
INHOUDSOPGAVE
NL
Inhoudsopgave
WAARSCHUWINGSTEKENS
CE-kenmerk ................................................................... 5
Aanwijzingen voor de arbeidsveiligheid ......................... 5
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen ............ 5
AANBOUW
Aanbouw van de machine met driepuntsnaloopbok ...... 6
Zwenkbokbeveiliging vergrendelen tijdens het rijden over
straat en het wegzetten van de machine ....................... 6
Aanbouw van de machine met knikdissel ...................... 6
De hydraulische slang op de trekker aansluiten.............7
Trekkoord ........................................................................ 7
AFSTELLEN VOOR HET BEGIN VAN HET WERK
Afstellen van afstand (X)
1)
............................................. 8
Vastzetten van de draagwielen
1)
................................... 8
Verstellen van de schudhoek..........................................9
Tandhoek ........................................................................ 9
TRANSPORTSTAND
Rijden op de openbare weg ......................................... 10
Veranderen van werkstand in transportstand...............11
Zwenkbokbeveiliging vergrendelen tijdens het rijden over
straat ........................................................................... 11
WERKSTAND
Veranderen van transportstand in werkstand...............12
Attentie! Houdt de volgorde bij de bediening aan. ....... 12
GEBRUIK
Algemene richtlijnen voor het werken met de machine 13
Voorzichtig! Machine met driepuntsbok .......................13
Werken op de helling ....................................................13
Afstellen van machine met driepuntsbok: .................... 13
Afstellen van machines met knikdissel: ........................ 13
Hefstangen vastzetten ................................................ 13
Aftakastoerental ...........................................................13
Trekkerstuurventiel (ST) ............................................... 13
Tanden instellen ............................................................ 13
Het inhooien van de perceelsranden ............................ 14
De machine loopt onrustig: .......................................... 15
Omkeren met de machine in werkstand....................... 15
Hydrolift (tegen meerprijs te verkrijgen) ........................15
Machine met knikdissel ................................................ 15
WEGZETTEN VAN DE MACHINE
Wegzetten van de cirkelhooier ..................................... 16
Reinigen van machinedelen ......................................... 16
Parkeren in de open lucht ............................................ 16
Winterberging ............................................................... 16
ONDERHOUD
Onderhoud en verzorging ............................................. 17
Hoofdaandrijving .......................................................... 17
Verwisselen van tanden ................................................ 17
Accumulator ................................................................. 17
De druk in de accumulator veranderen ........................ 17
Waarschuwingsborden ................................................. 18
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens ................................................... 20
Extra toebehoren ..........................................................20
Doelgericht gebruik van cirkelhooiers .......................... 20
Vereiste aansluitingen ................................................... 20
Plaats van het typeplaatje ............................................ 20
AANHANGSEL
Aanwijzingen voor veilig werken ..................................23
Aftakas ......................................................................... 24
Smeermiddelen ............................................................ 26
Smeerschema .............................................................. 28
Montage nachtwiersaandrijving ................................... 30
Werken met nachtwiersaandrijving ..............................30
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig ..............31
NL
- 5 -
0400_NL-WARNBILDER_217
WAARSCHUWINGSTEKENS
Aanwijzingen voor de arbeidsveiligheid
1. Let op de veiligheidsaanwijzingen in de bijlage.
2. Alle punten die in deze handleiding betrekking hebben op de
veiligheid, zijn voorzien van dit teken.
3. Let op kantelgevaar! Het omzetten van arbeids- naar
transportpositie en omgekeerd alleen op een vlakke en
stevige ondergrond, nooit op een hellend oppervlak!
4. Laat de cirkels alleen in arbeidspositie roteren, nooit in gezwenkte
toestand of transportpositie.
5. Topstangbout en
trekarmbout altijd
vormgesloten borgen.
6. Waarschuwingsafbeeldingen op de machine in acht nemen.
Ontbrekende of beschadigde afbeeldingen dienen direct te worden
aangebracht of vervangen (zie reserveonderdelenlijst).
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen
CE-kenmerk, geeft aan dat de machine
beantwoord aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-
verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde machine
aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften
beantwoordt.
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar nog delen kunnen
bewegen.
Blijf uit het werkbereik van de zwadhark zolang de trekkermotor
nog draait.
Buiten het zwenkbereik van de machine blijven.
Gevaar door weggeslingerde onderdelen bij lopende motor
– veiligheidsafstand in acht nemen.
495.173
bsb 447 410
NL
- 6 -
0700-NL ANBAU_209
AANBOUW
Aanwijzing!
De hefarmen
(4) zodanig
vastzetten, dat de
machine niet opzij
kan zwenken.
TD34/90/4
5
4
Aanwijzingen voor
veilig werken:
zie aanhangsel-A
p. 7.), 8a. - 8h.)
Aanbouw van de machine met
driepuntsnaloopbok
1. Machine aan de driepuntshefinrichting bevestigen.
2. De hefarmen vast zetten zodat de machine niet zijdelings
wegzwenken kan.
3. Steunpoot (5) inschuiven en borgen.
- Voor het voor de eerste keer gebruiken moet de lengte
van de aftakas worden gekontroleerd en eventueel worden
aangepast (zie: „Aftakas aanpassen“ in aanhangsel B).
Zwenkbokbeveiliging vergrendelen tijdens
het rijden over straat en het wegzetten van
de machine
Tijdens het transport de bok (SB) met de steekpen
vergrendelen.
A = werkstand
B = transport stand
Attentie!
De steekpen alleen van plaats veranderen als
de machine is geheven.
Aanbouw van de machine met knikdissel
1. Dissel aan de gatenbalk (S) van de trekker koppelen.
Attentie!
De machine moet in elk geval op de gatenbalk
worden aangekoppeld.
Een andere manier van aankoppelen
(bijvoorbeeld op de zwevende trekhaak) is
niet toegestaan vanwege kantelgevaar bij het
maken van bochten.
2. Trekpen met trekkersplitpen (V) borgen.
- De trekbalk (gatenbalk) moet vrij kunnen bewegen
(A-B).
3. De hefarmen zodanig vastzetten, dat de machine niet opzij
kan zwenken.
- De hefarmen moeten links en rechts even lang zijn.
4. Steunpoot (10) opklappen en vastzetten.
5. De hefinrichting op de juiste hoogte afstellen (zie
„AFSTELLEN VOOR HET BEGIN VAN HET WERK“).
6. Aftakas aan machine en trekker koppelen.
Bij het voor de eerste keer gebruiken van de machine
achter de bepaalde trekker moet de lengte van de aftakas
worden gekontroleerd en eventueel worden aangepast (zie
ook „Aanpassen van de aftakas“, aanhangsel B).
AB
038-07-01
V
S
AANBOUW NL
- 7 -
0700-NL ANBAU_209
TD12/93/14
445.059
448.051
L1
D
L1
Aanwijzing
De hydraulische slang (L1) is in elke uitvoering van de
machine aanwezig.
Voor machines met hydraulische zwenkinrichting is een
extra enkelwerkende aansluiting op de trekker nodig.
Hierop wordt de tweewegkraan (H2) aangesloten.
Als de trekker echter slechts een enkelwerkende
aansluiting heeft, kan in plaats van een tweewegkraan,
een driewegkraan (bestelnr. 445.059) met een daarbij
horend snelsluitdeel (bestelnr. 448.051) gemonteerd
worden.
Daarmee wordt elk hydraulisch circuit apart bediend.
Bij deze aankoppelvariant mag het
retourstroomventiel (D) niet verwijderd
worden.
Stand A: kraan gesloten.
Stand E1: zwenken van de buitenste elementen.
Stand E2: zwenken van de wielen.
De hydraulische slang op de trekker aansluiten
Trekkoord
- Koord (S) in de kabine brengen.
Machine laten zakken
1. Driewegkraan open (stand E/E2).
2. Stuurventiel (ST) bedienen.
De machine zakt langzaam op de grond.
Om ongevallen te voorkomen moet er
met het opklappen worden gewacht tot
de tussen-as is stopgezet en de machine
geheel stil staat.
TD12/93/15
L1
H2
A
E
D
1. Driewegkraan gesloten (stand A).
2. Slang (60) op de trekker aansluiten.
- De hydraulische slang alleen op de trekker aansluiten
of afkoppelen als de blokkeerkraan in stand A staat.
- 8 -
NL
0700-NL VOREINSTELLUNGEN (209)
AFSTELLEN VOOR HET BEGIN VAN HET WERK
Afstand (X = 120 mm) door het verdraaien van de
spindel (1) afstellen.
Belangrijk!
- De afstand (X) tussen aftakas en gatenbalk
moet in werkstand tenminste 120 mm
bedragen.
- Werkstand betekent dat de machine is
uitgeklapt en de loopwielen dragen (3).
- De afstelling van ruimte (X) vindt plaats door
het verdraaien van de spindel (1).
- Bij een goede afstelling moeten de tanden de
grond licht raken.
Er moet ook gelet worden op de neigingshoek (zie
hoofdstuk "Het gebruik").
Attentie!
Blijf uit het werkbereik van de zwadhark
zolang de trekkermotor nog draait.
De beide pennen zijn normaal steeds ontgrendeld (stand
E).
Daardoor zijn de wielhouders niet star en kunnen de wielen
zich aan bodemoneffenheden aanpassen.
Als het niet gewenst is dat de wielen meelopen, b.v. bij
het inhooien van de zijkanten, dan kunnen de wieldragers
in de bovenste stand worden vergrendeld.
Wieldrager optillen.
Met pen vergrendelen (stand V).
V
TD9/92/17
E
TD9/92/16
495.173
Afstellen van afstand (X)
1)
Aanwijzingen voor
veilig werken:
De diverse
werkzaamheden
in het draaibereik
van de machine
mogen slechts
worden
uitgevoerd als
de aftakas van
de trekker is
stilgezet.
Vastzetten van de draagwielen
1)
1) alleen bij machines met knikdissel
- 9 -
AFSTELLEN VOOR HET BEGIN VAN HET WERK NL
0700-NL VOREINSTELLUNGEN (209)
Verstellen van de schudhoek
De assen van de wielen kunnen via de vertanding (A)
versteld worden in 5 standen (1 tandje is 1°)
Veel voer = grote hoek
Wenig voer = kleine hoek
S
1
S
2
80
TD 16/96/2
R
Tandhoek
Belangrijk is ook dat de tandhoek klopt (zie GEBRUIK).
0300-NL Transp (209) - 10a -
NL
TRANSPORTSTAND
Rijden op de openbare weg
Veiligheidsaanwijzing!
Het omschakelen van werk- in transportstand
en omgekeerd, alleen op een effen, vaste
ondergrond uitvoeren.
De machine alleen in de transportstand
vervoeren!
TRANSPORTSTAND
0300-NL Transp (209) - 11a -
NL
Veranderen van werkstand in transportstand
Om veiligheids redenen de aftakas uitschakelen en
wachten tot de rotoren stilstaan.
- Vaststellen of het de ruimte
waarin de machine zwenkt vrij
is en dat er zich verder niemand
in de gevarenzone rond de
machine bevindt.
- Driewegkraan openen (stand E).
Attentie!
Houdt de volgorde bij de bediening aan.
1. Het middenste wielenpaar moet op de grond staan.
2. EUROHIT 69 AZ, EUROHIT 80 AZ
Het koord (S) aantrekken. Daardoor worden de mechanische
vergrendelingen losgemaakt.
3. Door het trekkerstuurventiel
(ST) te bedienen worden de
elementen omhoog geklapt.
4. Trekkoord "S" tijdens het
opklappen of neerlaten
loslaten, om de vergrendel-
- Driewegkraan sluiten
(stand A).
Attentie!
- Controleer of de haken (10) goed vast gegrepen
hebben.
Zwenkbokbeveiliging vergrendelen tijdens het
rijden over straat
Tijdens het transport de bok (SB) met de steekpen vergrendelen.
B = transport stand
Attentie!
De steekpen alleen
van plaats veranderen
als de machine is
geheven.
10 10
TD48/91/3
- 12 -
9500-NL ARBEITSSTELLUNG (209)
NL
WERKSTAND
Veranderen van transportstand in werkstand
Veiligheidsaanwijzing!
Het omschakelen van werk- in transportstand en omgekeerd, alleen op
een effen, vaste ondergrond uitvoeren.
- Driewegkraan openen (stand E)
- Vaststellen of het de ruimte waarin de
machine zwenkt vrij is en dat er zich
verder niemand in de gevarenzone rond
de machine bevindt.
Attentie! Houdt de volgorde bij de bediening aan.
Voor het in werkstand brengen van de machine:
1. Eerst de complete machine op de grond plaatsen via de hefinrichting van de trekker.
Het middenste wielenpaar moet op de grond staan, de buitenste elementen blijven
opgeklapt.
2. Daarna pas de buitenste elementen in werkstand laten zakken.
Stuurventiel (ST) kortdurend bedienen om te laten heffen en gelijktijdig het koord (S)
aantrekken. Daardoor worden de mechanische vergrendelingen geopend.
3. Stuurventiel (ST) op stand zakken zetten. De elementen zakken nu in de
werkstand.
4. Pen in naloopbok (SB) in stand A steken.
Attentie!
Pen alleen van stand veranderen als de machine geheven is.
NL
- 13 -
0700_NL-EINSATZ_0209
GEBRUIK
Algemene richtlijnen voor het werken met de
machine
Verschillende werkzaamheden in het bereik van de elementen
mogen slechts worden uigevoerd als de trekker motor is stopgezet
of als tenminste de aftakas is uitgeschakeld.
Attentie!
Blijf uit het werkbereik van de machine zolang de
trekkermotor nog draait.
- Verschillende werkzaamheden in het bereik van de elementen
mogen slechts worden uitgevoerd als de trekker motor is stopgezet
of als tenminste de aftakas is uitgeschakeld.
- Rijsnelheid zodanig kiezen dat het gewas schoon opgenomen
wordt.
- Als de slipkoppelingwerkt, 1 versnelling langzamer rijden.
- Driepunts-naloopbok: de machine heffen voor een nauwe bocht
of voor het achteruit rijden.
Voorzichtig! Machine met driepuntsbok
Machine zwenkt tijdens het heffen automatisch in de stand
midden achter de trekker en vergrendelt automatisch. Let
er op dat de zwenkende machine niemand in gevaar brengt
en niet tegen obstakels aan komt. Bij het laten zakken
van de machine wordt de vergrendeling automatisch
ontkoppeld.
Werken op de helling
Pas op! Machine met driepuntsbok
Wanneer de machine tijdens het rijden door bochten met de
hefinrichting omhoog gebracht wordt, zwenkt het element
automatisch in de middenstand. Dit kan op hellingen, door de
massa van het element, tot gevaarlijke situaties leiden.
Afstellen van machine met driepuntsbok:
- De lengte van de
topverbinding zodanig
afstellen dat de machine
voorover neigt en de
tanden de bodem licht
raken (zie ook hoofdstuk:
"Afstellen van de
werkhoek"). De afstelling
van de topstang tijdens
het werk enige keren
controleren.
Afstellen van machines met knikdissel:
- De machine via de hefinrichting zodanig afstellen dat de tanden
de bodem licht raken (zie ook hoofdstuk "Afstellen van de
werkhoek").
Hefstangen vastzetten
- De hefstangen (4) van de
trekker moeten spelingsvrij
worden vergrendeld om heen-
en weerzwenken van de
machine te voorkomen.
Aftakastoerental
- Max. toerental = 540 o/m.
Het gunstigste toerental ligt bij ca. 450 o/m.
Trekkerstuurventiel (ST)
- Trekkerstuurventiel (ST) op de
"zweefstand" of op zakken
zetten.
De buitenste elementen passen
zich dan goed aan aan de
ondergrond.
495.173
Tanden instellen
De stand van de tanden
kan veranderd worden
door het verdraaien van
de tandhouder (80).
positie "S1"
standaard afstelling (af fabriek).
positie "S2"
voor zware omstandigheden, bijv. bij zeer dicht
en zwaar gewas. De strooiwerking wordt met
deze tandafstelling verhoogd.
draairichting "R"
opletten bij het monteren van de tanden.
S
1
S
2
80
TD 16/96/2
R
TD16/96/1
80
GEBRUIK NL
- 14 -
0700_NL-EINSATZ_0209
Het inhooien van de perceelsranden
Het inhooien van de perceelsranden gebeurt door het zwenken van de loopwielen.
1.) Verstellen van de wielen bij machines zonder centrale verstelling
- Hefboom (7) naar beneden drukken.
- Wielen naar links of rechts zwenken.
- Hefboom in de gewenste stand laten vastzetten.
2.) Hydraulisch verstellen van de wielen bij machines met
centrale verstelling
- Keuzekraan openen (stand E bij tweewegkraan).
Bij gebruik van een driewegkraan stand E1 (zie ook hoofdstuk
"AANBOUW").
- Stuurventiel van de trekker bedienen.
Om de wielen naar links te stellen, de stand "HEFFEN" gebruiken. Om
de wielen naar rechts te stellen de stand "ZAKKEN" gebruiken.
3.) Mechanisch verstellen van de wielen bij machines met
centrale verstelling
- Door aan het koord (S) te trekken, de vergrendeling
loskoppelen.
- De trekkerwielen in de gewenste richting sturen en gelijktijdig
vooruit rijden. De loopwielen van de machine zwenken in de
tegenovergestelde richting.
- Koord (S) loslaten en er op letten dat de vergrendel-pen goed
is vastgezet.
Aanwijzing
De stand van de assen maakt het mogelijk om ook met de driepuntsmachines type N in te hooien.
In deze stand is de maximum uitslag (9) bereikt.
Om bochten te maken of aan het einde van het perceel moet de machine worden geheven.
Attentie!
Daarbij zwenkt de machine weer midden achter de trekker.
GEBRUIK NL
- 15 -
0700_NL-EINSATZ_0209
De machine loopt onrustig:
Door het draaien van de moer (SK) kan de voorspanning van de komveren en daarmee de druk van
de wrijvingselementen op de drukstang worden veranderd.
Omkeren met de machine in werkstand
Machines met driepuntsaanbouw
- Machine met de hefinrichting heffen.
Hydrolift (tegen meerprijs te verkrijgen)
Als de machine met de hefinrichting niet hoog genoeg kan worden geheven (positie H1) dan kan
de uitrusting Hydrolift worden aangebouwd.
De buitenste elementen kunnen daarmee, door het stuurventiel op de trekker te bedienen (ST)
tot aan de aanslag (H2) worden opgeklapt.
Attentie! Houdt de volgorde bij de bediening aan.
Voor het in transportstand brengen van de machine:
- Eerst de buitenste elementen, door het
bedienen van het stuurventiel (ST), tot aan
de aanslag (H2) heffen. De machine blijft met
het middenste wielenpaar aan de grond.
- Daarna pas de machine met de hefinrichting
heffen.
Voor het in werkstand brengen van de machine:
- Eerst de complete machine op de grond
plaatsen via de hefinrichting van de trekker.
Het middenste wielenpaar moet op de
grond staan, de buitenste elementen blijven
opgeklapt.
- Daarna pas de buitenste elementen in
werkstand laten zakken door het stuurventil
(ST) te bedienen.
Machine met knikdissel
- Stuurventiel (ST) bedienen.
De buitenste elementen worden slechts tot aan de aanslag (H2) omhooggebracht. Gelijktijdig
wordt de cylinder van de dissel bediend, de middenste elementen opgetild en daardoor de wielen
ontlast.
- Het gewicht van de machine rust nu op de draagwielen.
TD48/91/13
- 16 -
NL
9600-NL ABSTELLEN (209)
WEGZETTEN VAN DE MACHINE
Wegzetten van de cirkelhooier
De machine kan zowel in werkstand als in transportstand worden
weggezet.
Kantelgevaar
De machine moet op een vlakke, vaste bodem
neergezet worden.
Op zachte grond kan het steunoppervlak van het
steunpoot vergroot worden door er bijvoorbeeld
een stevige plank onder te schuiven.
- Pen bij de naloopbok in stand (B) steken.
Attentie!
Pen alleen van stand veranderen als de machine is
geheven.
- Machine in de hefinrichting laten zakken en op de steunpoot
wegzetten.
- Aftakas afkoppelen en op de houder leggen.
Veiligheidsketting niet gebruiken om de aftakas aan op te
hangen!
- Driewegkraan sluiten (stand A)
- Machine afkoppelen
- Hydraulische leiding loskoppelen.
Reinigen van machinedelen
Attentie!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen
van lagers en van hydraulische delen. Gevaar voor
roestvorming!
- Na het reinigen van de machine volgens schema doorsmeren en
de machine korte tijd laten draaien.
- Door met te hoge druk te reinigen kan lakschade optreden.
Parkeren in de open lucht
Wanneer u de machine voor
langere tijd in de open lucht
wegzet, moeten de zuiger stangen
van de hydraulische cilinders
gereinigd en geconserveerd worden met
zuurvrij vet.
Controle bij het wegzetten
Om het regenwater te laten afvloeien
mogen de openingen „W“ niet verstopt
zijn. (Roestvorming en beschadiging van
lagers!)
Winterberging
- de machine voor de overwintering goed schoonmaken.
- overdekt opbergen, zodat
weersinvloeden worden
uitgeschakeld.
- blanke delen tegen roest
beschermen.
- alle draaipunten volgens
smeerschema smeren.
- Machine wegzetten met
opgeklapte elementen.
W
TD7/95/5
FETT
TD 49/93/2
0200-NL Wartung_209
NL
- 17 -
ONDERHOUD
TD 7/95/3
Drehrichtung
direction of rotation
12 kpm
Onderhoud en verzorging
Om de machine ook na langer gebruik in een goede staat te houden,
wilt u a.u.b. onderstaande aanwijzingen volgen:
- Na de eerste gebruiksuren diverse bouten en moeren
na-trekken.
De bouten aan de tandarmen (12 kpm, 9 kpm) en de bouten in
driepuntsbok extra controleren.
- De bandenspanning als in de tabel is voorgeschreven
aanhouden.
- Smeren volgens schema.
Nippels met universeel vet smeren (om de 20 uren).
- Voor het in de winterberging zetten de machine doorsmeren en
olieen en invetten.
Hoofdaandrijving
De hoofdaandrijving heeft een olievulling die elk
jaar vernieuwd moet worden:
- Zie bijblad voor olie soort.
Verwisselen van tanden
- Gebroken tanden na het losdraaien van moer verwijderen en nieuwe
tand aanbrengen.
- Let bij het monteren op de draairichting van het element!
- Moer met 12 daNm (=12kgm) vastzetten.
Accumulator
Attentie!
Er mag niet aan de accumulator worden gelast en
mechanische bewerkingen zijn verboden.
Aanwijzing
Volgens aanwijzingen van
de fabrikant hebben alle
accumulatoren na een
bepaalde tijd, een beperkt
drukverlies.
Het gasverlies (stikstof)
bedraagt per jaar ca. 2-
3 %.
Er wordt aangeraden,
na 4-5 jaar de druk te
controleren en eventueel
de spanning op peil te
laten brengen.
De druk in de accumulator veranderen
Dit mag alleen door de dealer
worden gedaan.
Om de voorspanning te veranderen
is speciaal gereedschap
benodigd.
De voorspandruk in de accumulator bedraagt ca. 80 bar stikstofdruk
(N).
- 18 -
209 / BELEUCHTUNG / 9600-NL
VERLICHTING NL
Waarschuwingsborden
Losse onderdelen, zie onderdelenboek.
- 19 -
209 / BELEUCHTUNG / 9600-NL
VERLICHTING NL
NL
0800 NL_TECHN. DATEN_2091 - 20 -
TECHNISCHE GEGEVENS
Plaats van het typeplaatje
Het fabrieksserienummer van de machine is op een typeplaatje
ingeslagen en op de chassisbalk. Garantieclaims, onderdelenbestellingen
of informatie kunnen niet in behandeling worden genomen indien dit
nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct voorop de
handleiding c.q. het onderdelenboek te schrijven.
Doelgericht gebruik van cirkelhooiers
De machine „HIT 690 N/NZ/AZ“ mag alleen voor doeleinden worden gebruikt waarvoor deze is ontworpen.
Bij gebruik voor andere doeleinden vervalt elke aansprakelijkheid van de fabrikant.
Voor het schudden, keren en harken van groenvoer, ruwvoer en voordroogkuil.
Elke andere toepassing zal als oneigenlijk gebruik gelden.
Voor de daaruit voortkomende schade of beschadigingen is de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk. Het risico daarvan draagt alleen de
gebruiker/eigenaar.
Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen.
Extra toebehoren
• Aanhangerwip (N, NZ)
Mech. vergrendeling (AZ, NZ)
Hydr. regeling voor inhooi-inrichting. (AZ, NZ)
• Steunwiel (N, NZ)
Technische gegevens
Vereiste aansluitingen
1 enkelwerkende hydraulische steekaansluiting
Bedrijfsdruk min.: 100 bar
Bedrijfsdruk max.: 180 bar
7-polige aansluiting voor de verlichting (12 Volt)
HIT 690 AZ HIT 690 N HIT 690 NZ
Aantal elementen 6 6 6
Werkbreedte 6,45 m 6,45 m 6,45 m
Breedte in werkstand 6,85 m 6,85 m 6,85 m
Transportbreedte opgeklapt 2,96 m 2,96 m 2,96 m
Lengte 1,8 m 1,8 m 1,8 m
Lengte in transportstand 1,8 m 1,8 m 1,8 m
Maximale hoogte 3,2 m 3,27 m 3,2 m
Benodigd vermogen vanaf 22 kW vanaf 22 kW vanaf 22 kW
Gewicht incl. tussen-as
- met aanhangerdissel
- met driepunts-zwaaibok
760 kg
725 kg
760 kg
725 kg
760 kg
725 kg
Aandrijftoerental max. o/m 540 540 540
Bandenmaat (elementen) 15x6,00-6; 4 Ply rating; 1,5
bar
15x6,00-6; 4 Ply rating; 1,5
bar
15x6,00-6; 4 Ply rating; 1,5
bar
Bandenmaat (draagwielen) 18,5x8,5-8; 6 Ply rating; 1,5
bar
---- 18,5x8,5-8; 6 Ply rating; 1,5
bar
Toegestane max. snelheid 30 km/h 30 km/h 30 km/h
Geluidsniveau 77 db/(A) 77 db/(A) 77 db/(A)
Technische gegevens, maten en gewichten niet bindend.
Constructie-wijzingen voorbehouden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35

Pottinger HIT 690 NZ Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung
Dieses Handbuch ist auch geeignet für

in anderen Sprachen