Pottinger EUROHIT 40 Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung
Cirkelhooier
Ihre / Your / Votre  • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
Handleiding
+ INSTRUCTIES VOOR DE OVERDRACHT VAN MACHINES . . . pagina 3
Nr. 99 203.NL.80F.0
NL
EUROHIT 40 A / 40 N / 40 H
(Type ZK 203 : + . . 01001)
EUROHIT 47 A / 47 N / 47 H
(Type ZK 204 : + . . 01001)
EUROHIT 54 A / 54 N / 54 N-sp
(Type ZK 205 : + . . 01001)
ALLG./BA SEITE 2 / 0000-NL
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
Productaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop
van machines een handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren
over de bedienings-, de veiligheids- en de onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het
gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden
gezonden.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die
door een machine ontstaat, die echter niet aan deze machine ontstaat: voor
de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of
doorverkocht dient de handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op
de voorschriften te worden gewezen.
NL Geachte gebruiker!
U hebt een goede keuze gemaakt en wij feliciteren U dan
ook dat U voor het merk Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden wij U kwaliteit
en capaciteit, gekoppeld aan een goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de omstandig-
heden waaronder de machine wordt ingezet en om in
de toekomst nieuwe machines te kunnen ontwikkelen,
verzoeken wij U ons enige gegevens te verstrekken.
Daardoor is het dan ook mogelijk om U in de toekomst
gericht over nieuwe ontwikkelingen te informeren.
Document D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
T Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen en
handleidingen zijn aanwezig.
T De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebruiker
besproken en uitgelegd.
T Bandenspanning gecontroleerd
T Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
T Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
T Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
T Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
T Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
T Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
T Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
T Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
T Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
T
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
- 4 -
NL
ÂÇÁÈνÌÈÉÀºÏ¾
0200-NL INHALT_203
½ÞïÞâåâàáÞâÝìïèèëìÜáëâßíÞçâçÚÚçáÚçàìÞåºçÚïèåàÞç
¼¾¦äÞçæÞëä
ÁÞíÝèèëÝÞßÚÛëâäÚçíÚÚçíÞÛëÞçàÞç¼¾¦äÞçæÞëä¥
àÞÞßí ÚÚç ÝÚí ÝÞ æÚÜáâçÞ ÛÞÚçíðèèëÝ ÚÚç ÝÞ
¾ÀëâÜáíåâãçÞç§
¾ÀÜèçßèëæïÞëäåÚëâçà¡óâÞÛâãåÚàÞ¢
ÆÞí áÞí èçÝÞëíÞäÞçÞç ïÚç ÝÞ ¾À Üèçßèëæ¦
ïÞëäåÚëâçàïÞëäåÚÚëíÝÞßÚÛëâäÚçíÝÚíÝÞÚßàÞåÞïÞëÝÞæÚÜáâçÞÚÚçÚååÞ
ïèèëàÞìÜáëÞïÞçïÞâåâàáÞâÝìÞçæÞÝâìÜáÞïèèëìÜáëâßíÞçÛÞÚçíðèèëÝí§
»ÞíÞäÞçâìïÚçÝÞðÚÚëìÜáîðâçàìÚßÛÞÞåÝâçàÞç
»îâíÞç áÞí óðÞçäÛÞëÞâä ïÚç ÝÞ
æÚÜáâçÞÛåâãïÞç§
ÀÞïÚÚë Ýèèë ÝëÚÚâÞçÝÞ
æÚÜáâçÞÝÞåÞç§
»åâãß îâí áÞí ðÞëäÛÞëÞâä ïÚç ÝÞ
óðÚÝáÚëä óèåÚçà ÝÞ íëÞääÞëæèíèë
çèàÝëÚÚâí§
Çèèâí âç ÝÞ æÚÜáâçÞ àëâãéÞç¥
óèåÚçàóâÜáÝÚÚëçèàÝÞåÞçäîççÞç
ÛÞðÞàÞç§
495.173
ÂçáèîÝìèéàÚïÞ
CE-kenmerk ..................................................................................... 4
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen .............................. 4
AANBOUW
Aanbouw van de machine met driepuntsnaloopbok ......................... 5
Aftakas aanpassen ............................................................................ 5
De hydraulische slang op de trekker aansluiten ............................... 5
Zwenkbokbeveiliging vergrendelen tijdens het rijden over straat en het
wegzetten van de machine ............................................................... 5
Hydrauliekslangen en elektro-kabel .................................................. 5
Wegzetten van de cirkelhooier .......................................................... 6
Parkeren in de open lucht ................................................................. 6
Winterberging .................................................................................... 6
Wegzetten van de cirkelhooier (Kantelgevaar!) ................................. 7
Speciaal aanbouwraam ..................................................................... 8
Element verschuiven ......................................................................... 8
AFSTELLEN VOOR HET BEGIN VAN HET WERK
Verstellen van de schudhoek........................................................... 10
Tanden instellen ............................................................................... 10
Het rijden op openbare wegen ........................................................ 10
Veranderen van werkstand in transportstand.................................. 11
Veranderen van transportstand in werkstand.................................. 11
Algemene richtlijnen voor het werken met de machine .................. 12
Trekkerstuurventiel (ST) .................................................................. 12
Werken op de helling ....................................................................... 12
Schokbrekers .................................................................................. 12
Afstellen ........................................................................................... 12
Hefstangen vastzetten ................................................................... 12
Het inhooien van de perceelsranden ............................................... 13
Tanden instellen ............................................................................... 13
ONDERHOUD
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud ................................. 14
Reinigen van machinedelen ............................................................ 14
Hydrauliekinstallatie ........................................................................ 14
Veiligheidsaanwijzingen ................................................................... 15
Na de eerste gebruiksuren .............................................................. 15
Hoofdaandrijving ............................................................................. 15
Verwisselen van tanden ................................................................... 15
Aftakas ............................................................................................ 15
TECHNISCHE GEGEVENS .............................................................. 16
Uitrusting tegen meerprijs: ............................................................ 16
Plaats van het typeplaatje ............................................................... 16
Doelgericht gebruik van cirkelhooier ............................................... 16
De belangrijste delen van de cirkelhooier ....................................... 17
AANHANGSEL
Aftakas ............................................................................................ 21
Smeermiddelen ....................................................................... 23
Lubrificanti ................................................................................. 23
Lubrifiants ................................................................................. 23
Lubricants ................................................................................ 23
Betriebsstoffe .................................................................................. 23
Schmierplan .................................................................................... 25
Smeerschema .............................................................................. 25
Schema di lubrificazione .............................................................. 25
Voitelukaavio ............................................................................... 25
Plan de graissage ......................................................................... 25
Smörjschema ................................................................................ 25
Esquema de lubricación .................................................................. 25
Smøreplan ................................................................................... 25
Lubrication chart ......................................................................... 25
Smøreplan .................................................................................... 25
Plano de lubrificação .................................................................... 25
MONTAGE VAN EXTRA’S (MEERPRIJS)
Montage des Schwadgetriebes ...................................................... 27
Arbeiten mit dem Schwadgetriebe .................................................. 27
Montage du réducteur pour andain................................................ 27
Travail avec le réducteur pour andain ............................................. 27
Fitting windrowing gear ................................................................... 27
Working with windrowing gear ....................................................... 27
Montage nachtwiersaandrijving ...................................................... 27
Werken met nachtwiersaandrijving ................................................. 27
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig ................................. 28
- 5 -
0500_NL-Anbau_204
NL
AANBOUW
Hydrauliekslangen en elektro-kabel
Aanwijzing: Hydrauliekslangen en elektro-kabels zijn met
over-lengte op de machine gemonteerd. De machine
kan daardoor achter verschillende trekkers worden
gebruikt.
De hydrauliekslangen en elektro-kabels op
passende lengte samenrollen en met kabelstrips
(K) bevestigen.
Hydrauliekslangen en elektro-kabels
mogen niet door de draaiende elementen
worden beschadigd.
Er moet altijd voldoende afstand tot de
draaiende elementen worden aangehouden,
ook bij het maken van bochten.
• Let op lengte "L1 en L2"!
Aanbouw van de machine met
driepuntsnaloopbok
Aanwijzingen voor veilig werken:
zie aanhangsel-A p. 7.), 8a. - 8h.)
- Machine aan de driepuntshefinrichting bevestigen.
- De hefarmen vast zetten zodat de machine niet
zijdelings wegzwenken kan. Steunpoot (5) inschuiven
en borgen.
Aftakas aanpassen
Inkorten van aftakas" zie Aanhangsel-B .
De hydraulische slang op de trekker
aansluiten
Om ongevallen te voorkomen moet er met
het opklappen worden gewacht tot de
aftakas is stopgezet en de machine geheel
sill staat.
Trekkoord (alleen bij
heffing hydraulisch)
- Koord (S) in de kabine
brengen.
Zwenkbokbeveiliging vergrendelen
tijdens het rijden over straat en het
wegzetten van de machine
Tijdens het transport de bok (SB) met de steekpen
vergrendelen.
A = werkstand
B = transport stand
TD34/90/4
5
4
Attentie!
De steekpen
alleen van plaats
veranderen als
de machine is
geheven.
- 6 -
0500_NL-Anbau_204
NL
AANBOUW
Parkeren in de open lucht
Wanneer u de machine voor langere tijd in de open lucht
wegzet, moeten de zuigerstangen van de hydraulische
cilinders gereinigd en geconserveerd worden met
zuurvrij vet.
Belangrijk!
- De ballonbanden van de omhooggeklapte elementen
moeten in horizontale positie gedraaid worden.
Hierdoor wordt voorkomen, dat er regenwater in de
wiellagers loopt.
Winterberging
Tijdens een langdurige stalling moeten de loopwielen
ontlast worden.
Wegzetten van de cirkelhooier
Machine altijd standzeker wegzetten!
- Tegen wegrollen en omvallen beschermen.
De machine kan zowel in werkstand als in transportstand
worden weggezet.
- Pen bij de naloopbok in stand (B) steken.
Attentie!
Pen alleen van stand veranderen als de
machine is geheven.
- Machine in de hefinrichting laten zakken en op de
steunpoot wegzetten.
- Aftakas afkoppelen en op de houder leggen.
Veiligheidsketting niet gebruiken om de aftakas aan
op te hangen!
- Hydraulische leiding loskoppelen.
- Machine afkoppelen
FETT
- 7 -
0500_NL-Anbau_204
NL
AANBOUW
Tot bouwjaar 2005
Voor het afkoppelen
- Machine door het draaien van stang (1) zover naar
voren laten zakken, dat het achteroverkippen van de
machine wordt voorkomen.
- Steunpoot uitklappen en borgen
- Pas dan de machine van de trekker afkoppelen.
Vanaf bouwjaar 2006
(bij EUROHIT 47, EUROTHIT 54)
Voor het afkoppelen
- Steunpoot vooraan uitklappen en borgen
- Steunpoot achteraan naar beneden uitschuiven en met
steekpen (V) borgen
- De beide steunpoten gebruiken, anders ontstaat
kantelgevaar.
- Pas dan de machine van de trekker afkoppelen.
Aanwijzing!
Tijdens het werken moet de steunpoot in de bovenste
stand worden gebracht en met de steekpen (V) worden
geborgd.
Wegzetten van de cirkelhooier
(Kantelgevaar!)
- Machine alleen met neergeklapte elementen wegzetten.
(kantelgevaar)
Indien een cirkelhooier met opgeklapte
elementen weggezet wordt, moet vooral bij
de getrokken uitvoeringen, op de volgende
punten gelet worden:
- 8 -
0200-NL SP-ANBAU_205
AANBOUW0
EUROHIT 54 N-SP NL
Speciaal aanbouwraam
Het speciale aanbouwraam is bijzonder aan te bevelen voor het
werken op berghellingen.
De elementen kunnen in 4 stappen (4x50 mm) in de richting van
de trekker worden verschoven.
Voordeel: De elementen en dus ook het zwaartepunt van de machine
bevinden zich dan zo dicht mogelijk bij de trekker.
Element verschuiven
1. Machine heffen
2. De steekpennen van de dempers (Variant) verwijderen
- links en rechts
3. Beide bouten verwijderen
4. De machine met de spindel verschuiven
2
3
4
- 9 -
0200-NL SP-ANBAU_205
AANBOUW0
EUROHIT 54 N-SP NL
8. Aftakas aanpassen
- zie: aanhang – B
ATTENTIE:
Let op de overlapping van de profielbuizen
Zie: aanhang - B
5. De beide bouten in de gewenste stand aanbrengen en
vastschroeven.
6. De spindel borgen
7. Dempers (Variant) op de console aan het aanbouwraam insteken
en met de verende splitpen (V) borgen.
5
V
7
6
- 10 -
9500-NL VOREINSTELLUNGEN (204)
NL
AFSTELLEN VOOR HET BEGIN VAN HET WERK
Verstellen van de schudhoek
Aanwijzingen voor veilig werken:
• voor het verrichten van instel-, onderhouds-
en reparatiewerkzaamheden, de trekkermotor
uitschakelen.
werkzaamheden onder de machine alleen uitvoeren,
wanneer de machine vast en zeker staat en goed
wordt ondersteund.
Machine met zwenkbare driepuntsbok "N"
Door de vertanding (A) kunnen de loopassen binnen een
zwenkbereik van 10° versteld worden.
1 tandje is 1°
Veel voer = grote hoek
Wenig voer = kleine hoek
Het rijden op openbare wegen
Neem de wettelijke voorschriften in uw land in acht.
U mag alleen op openbare wegen rijden met de machine in de
transportstand (beschreven in het hoofdstuk "Transportstand").
Totale breedte van de machine in werkstand: meer dan 3 meter
Totale breedte in transportstand: zie technische gegevens
De buitenste rotorelementen voor elk transport naar binnen
klappen.
Alleen in deze stand wordt de maximaal toegestane transportbreedte
niet overschreden.
Met de rotor in deze positie, kan ook niemand door
de tanden worden geraakt.
Hefstangen vastzetten
De hefstangen (U) van de trekker moeten spelingsvrij worden
vergrendeld om heen- en weerzwenken van de machine te
voorkomen.
Tanden instellen
De stand van de tanden
kan veranderd worden
door het verdraaien van de
tandhouder (80).
positie "S1"
standaard afstelling (af
fabriek).
positie "S2"
voor zware omstandigheden, bijv. bij zeer dicht en
zwaar gewas. De strooiwerking wordt met deze
tandafstelling verhoogd.
draairichting "R"
opletten bij het monteren van de tanden.
TD16/96/1
80
S1S2
80
TD 16/96/2
R
NL
9500-NL TRANSPORTSTELLUNG (204) - 11 -
TRANSPORTSTAND
WERKSTAND
Veranderen van werkstand in transportstand
Veiligheidsaanwijzing!
Het omschakelen van werk- in transportstand en
omgekeerd, alleen op een effen, vaste ondergrond
uitvoeren.
Om veiligheidsredenen de aftakas uitschakelen en wachten
tot de rotoren stilstaan.
Vaststellen of de ruimte waarin de machine zwenkt vrij is
en dat er zich verder niemand in de gevarenzone rond de
machine bevindt.
Hydraulisch omhoogklappen (Variant)
- Door het bedienen van het stuurventiel (ST) worden de bui-
tenste rotorelementen omhoog geklapt in de transportstand.
De haken vergrendelen automatisch.
Attentie!
- Controleer of de haken (10) goed vast gegrepen
hebben.
Handmatig omhoogklappen (standaard bij de HIT 47)
- met de hand de beu-
gel (9) vastpakken en
door het heffen van de
buitenste elementen in
transportstand zwen-
ken. De haken vergren-
delen automatisch.
Attentie !
- Controleer of de
haken (10) goed vast gegrepen hebben.
- Met de trekkerdriepuntshydrauliek de machine zo ver laten
zakken, dat deze met de beide middenste loopwielen op de
grond staat.
- Buitenste rotorelementen in transportstand naar binnen
zwenken.
Zwenken van de buitenste rotorelementen
- Met een hand de beugel vastpakken en met de andere hand
de pen ontgrendelen (stand C).
- Bij het zwenken de beugel vast blijven houden, totdat de
pen weer vergrendeld is (stand G).
Veranderen van transportstand in werkstand
Veiligheidsaanwijzing!
Het omschakelen van werk- in transportstand en
omgekeerd, alleen op een effen, vaste ondergrond
uitvoeren.
Vaststellen of de ruimte waarin de machine zwenkt vrij
is en dat er zich verder niemand in de gevarenzone rond
de machine bevindt.
- Rotorelementen naar buiten draaien.
Zie hierboven "zwenken van de buitenste rotorelementen"
- Mechanische vergrendelingen (10) los maken.
Bij een hydraulische heffing: het
stuurventiel (ST) kort op heffen
zetten en gelijktijdig aan koord (S)
trekken.
Hierdoor worden de mechanische
vergrendelingen (10) ontgrendeld.
- Buitenste rotorelementen in de
werkstand zwenken.
G
C
TD 40/93/3
10
TD26/93/36
G
C
TD 40/93/2
GEBRUIK
- 12 -
9500-NL EINSATZ (204)
NL
Algemene richtlijnen voor het werken met de
machine
- Verschillende werkzaamheden in het bereik van de elemen-
ten mogen slechts worden uigevoerd als de trekker motor
is stopgezet of als tenminste de aftakas is uitgeschakeld.
Blijf uit het werkbereik van de machine zolang de trekkermotor
nog draait.
- Rijsnelheid zodanig kiezen dat het gewas schoon opgenomen
wordt.
- Als de slipkoppeling werkt, 1 versnelling langzamer rijden.
Driepuntsnaloopbok "type N"
- Driepunts-naloopbok: de machine heffen voor een nauwe
bocht of voor het achteruit rijden.
Voorzichtig!
Machine zwenkt tijdens het heffen automatisch
in de stand midden (M) achter de trekker en
vergrendelt automatisch. Let er op dat de
zwenkende machine niemand in gevaar brengt
en niet tegen obstakels aan komt. Bij het laten
zakken van de machine wordt de vergrendeling
automatisch ontkoppeld.
Trekkerstuurventiel (ST)
- Trekkerstuurventiel (ST) op de
"zweefstand" of op zakken zet-
ten.
De buitenste elementen passen
zich dan goed aan aan de on-
dergrond.
Werken op de helling
Pas op! Machine met driepuntsnaloopbok "type N"
Wanneer de machine tijdens het rijden door bochten met de
hefinrichting omhoog gebracht wordt, zwenkt het element
automatisch in de middenstand. Dit kan op hellingen, door
de massa van het element, tot gevaarlijke situaties leiden
(Omkippen, wegglijden,
materiaalbreuk enz).
De dempers zorgen ervoor,
dat de zwenkbeweging niet
snel, maar langzaam en
gelijkmatig gaat.
Schokbrekers
(optie bij de HIT 54 N)
Voor gebruik op de helling, wordt het gebruik van schokbrekers
(D) ten sterkste aangeraden, omdat deze de rijveiligheid
vergroten.
Afstellen:
Door het draaien van de moer
(SK) kan de spanning van de
veren en daarmee de druk op de
elementen (R) aan de drukstang
veranderd worden.
Afstellen
- De lengte van de topverbinding zodanig afstellen dat de
machine voorover neigt en de tanden de bodem licht raken
(zie ook hoofdstuk: "Afstellen van de werkhoek"). De afstelling
van de topstang tijdens het werk enige keren controleren.
Hefstangen vastzetten
- De hefstangen (U) van de trekker moeten spelingsvrij worden
vergrendeld om heen- en weerzwenken van de machine te
voorkomen.
495.173
GEBRUIK
- 13 -
9500-NL EINSATZ (204)
NL
Het inhooien van perceelsranden kan onder normale om-
standigheden (uitzonderingen, zie verderop in deze gebru-
iksaanwijzing) alleen met een driepuntsnaloopbok en de
daarbij behorende zwenkende loopwielen.
Na het zwenken van de wielen loopt de machine schuin
achter de trekker. Het gewas wordt hierdoor van de rand
weg in het veld gestrooid.
Instellen van de wielen
- Hefboom (7) naar boven
drukken.
- Wielen naar links of rechts
zwenken.
- Hefboom in de gewenste
stand laten vastzetten.
Aanwijzing
In deze stand is de maximum uitslag (9) bereikt.
Om bochten te maken of aan het einde van het perceel moet de
machine worden geheven.
Attentie!
Daarbij zwenkt de machine weer midden achter
de trekker.
Het inhooien van de perceelsranden
Tanden instellen
Positie "S1" , "S2"
- zie "AFSTELLEN VOOR HET BE-
GIN VAN HET WERK"
S1S2
80
TD 16/96/2
R
- 14 -
NL
0400_NL-Allgemeine-Wartung_BA
Hydrauliekinstallatie
Wees voorzichtig met hydrauliekinstallaties i.v.m.
verwonding en infectie.
Als er olie uit een slang of leiding spuit, kom dan niet
te dichtbij. Vloeistof zoals olie onder hoge druk kan in
de huid dringen. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk
een arts.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Controleer of alle hydraulieknippels/verbindingen dicht
zijn. Eventueel nippels/wartels aandraaien.
Voor iedere inbedrijfsname
- Voor iedere inbedrijfsname moeten de slangen van het
hydrauliek gecontroleerd worden op beschadiging.
Versleten of beschadigde slangen moeten direct
vervangen worden. De kwaliteit van nieuw te monteren
slangen en andere delen moeten aan de eisen voldoen
en gelijk zijn aan het origineel gemonteerde materiaal.
Slangen ondergaan een natuurlijke veroudering. Ze
moeten na 5 of 6 jaren worden vervangen.
In de openlucht laten staan
Als de machine langere tijd in de
open lucht moet blijven, moeten
de cylinderstangen worden
gereinigd en worden ingevet.
FETT
Veiligheid-
saanwijzing
Voor het verrich-
ten van instel-,
onderhouds-
en reparatie-
werkzaamheden,
de trekkermotor
uitschakelen.
• Werkzaamheden
onder de machine
alleen uitvoe-
ren, wanneer de
machine veilig
en stabiel staat
en goed wordt
ondersteund.
Na één werkuur
alle bouten nat-
rekken.
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud
Om ook na langere tijd nog plezier van uw machine te
houden neemt u de volgende aanwijzingen
in acht:
- Na de eerste gebruiksuren alle bouten
en moeren na-trekken.
Speciaal gecontroleerd moeten worden:
- Mesbouten bij maaiers
- Bouten in de tandbevestiging van schudders en van
zwadharken
Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal
voor deze machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door
ons geleverde delen niet door ons gecontroleerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan onder bepaalde
omstandigheden constructieve eigenschappen van
Uw machine negatief beïnvloeden. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
ontstaan door het gebruik van niet originele delen en
toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren
van aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid
van de fabrikant uit.
Reinigen van machinedelen
Let op!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen van
lagers en van hydraulische delen.
Gevaar voor roestvorming!
- Na het reinigen van de machine deze volgens het
smeerschema doorsmeren en de machine een korte
tijd laten draaien.
- Door met te
hoge druk te
reinigen kan
beschadiging
van lak
optreden.
Veiligheidsaanwijzing
Voor het verrichten van instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden, de trekkermotor uitschakelen.
Overwinteren
- De machine voor het overwinteren goed schoon
maken.
- Beschermd tegen weersinvloeden opbergen.
- Olie-wisselen of op niveau brengen.
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten volgens schema doorsmeren.
Aftakassen
- zie ook de aanwijzingen in de aanhang
Let op: voor u onderhoud pleegt!
In principe gelden de aanwijzingen die in de
gebruikershandleiding worden gegeven.
Als daarin geen speciale aanwijzingen worden gegeven,
gelden de aanwijzingen in de meegeleverde handleiding
van de betreffende aftakassenfabrikant.
Repara-
tieaanwijzingen
Let op de repara-
tieaanwijzingen in
de aanhang (indi-
en beschikbaar)
ONDERHOUD
- 15 -
ONDERHOUD
0500_NL-Wartung_204
NL
Veiligheidsaanwijzingen
• voor het verrichten van instel-, onderhouds-
en reparatiewerkzaamheden, de trekkermotor
uitschakelen.
werkzaamheden onder de machine alleen uitvoeren,
wanneer de machine vast en zeker staat en goed
wordt ondersteund.
Na de eerste gebruiksuren
- diverse bouten en moeren na-trekken.
De bouten aan de tandarmen (12 kpm, 9 kpm) en de bouten in
driepuntsbok extra controleren.
- De bandenspanning als in de tabel is voorgeschreven
aanhouden.
- Smeren volgens schema.
Nippels met universeel vet smeren (om de 20 uren).
- Voor het in de winterberging zetten de machine doorsmeren en
olieen en invetten.
Hoofdaandrijving
De hoofdaandrijving heeft een olievulling die elk jaar vernieuwd
moet worden:
- Zie bijblad voor olie soort.
Verwisselen van tanden
- Gebroken tanden na het losdraaien van moer (5) verwijderen en
nieuwe tand aanbrengen.
- Let bij het monteren op de draairichting van het element!
- Moer (5) met 12 daNm (=12kgm) vastzetten.
Aftakas
- zie Aanhangsel-B
Drehrichtung
direction of rotation
TD26/93/48
5
12 kpm
8
h
FETT
NL
9700-NL Techn.Daten_203
TECHNISCHE GEGEVENS
- 16 -
TECHNISCHE GEGEVENS
Type HIT 30 H HIT 40 A HIT 40 H HIT 40 N HIT 47 A HIT 47 H HIT 47 N HIT 54 A HIT 54 N
(ZK 208) (ZK 203) (ZK 203) (ZK 203) (ZK 204) (ZK 204) (ZK 204) (ZK 205) (ZK 205)
aantal elementen
2 4 4 4 4 4 4 4 4
werkbreedte vlgs DIN-norm
2,80 m. 3,60 m. 3,60 m. 3,60 m. 4,40 m. 4,40 m. 4,40 m. 5,20 m. 5,20 m.
breedte in werkstand
3,00 m. 4,00 m. 4,00 m. 4,00 m. 4,70 m. 4,70 m. 4,70 m. 5,40 m. 5,40 m.
transportbreedte - opgeklapt
2,50 m. 2,10 m. 2,10 m. 2,10 m. 2,50 m. 2,50 m. 2,50 m. 2,90 m. 2,90 m.
lengte
1,90 m. 2,30 m. 1,50 m. 1,70 m. 2,40 m. 1,60 m. 1,80 m. 2,50 m. 1,90 m.
maximale hoogte
1,10 m. 1,95 m. 1,95 m. 1,95 m. 2,25 m. 2,25 m. 2,25 m. 2,5 m. 2,5 m.
benodigd vermogen vanaf:
7,6 kW 11 kW 11 kW 11 kW 13 kW 13 kW 13 kW 15 kW 15 kW
gewicht incl. aftakas kg.
210 295 285 310 315 305 330 355 370
aandrijftoerental o/m
. 540 540 540 540 540 540 540 540 540
bandenmaat
15x6.00-6
* 4 Ply rating
bandenspanning
1,5 bar 1,5 bar 1,5 bar 1,5 bar 1,5 bar 1,5 bar 1,5 bar 1,5 bar 1,5 bar
toelaatbare max. snelheid
30 km/h 30 km/h 30 km/h 30 km/h 30 km/h 30 km/h 30 km/h 30 km/h 30 km/h
geluidsniveau
<70 dB (A) 75.9 dB (A)
Technische gegevens, maten en gewichten niet bindend.
Constructie-wijzingen voorbehouden.
A. Pöttinger Maschinenfabrik Ges. m. b. H. A-4710 Grieskirchen Oberösterreich
Modell
Ges.Gew
Type
Masch.Nr.
{
{
{
Plaats van het typeplaatje
Het fabrieksserienummer van de machine is op een typeplaatje
ingeslagen en op de chassisbalk. Garantieclaims, onderdelen-
bestellingen of informatie kunnen niet in behandeling worden
genomen indien dit nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct voorop
de handleiding c.q. het onderdelenboek te schrijven.
Uitrusting tegen meerprijs:
Nachtwiersaandrijving
Groothoekkoppeling voor type met dissel
Verstekinrichting voor type H
Waarschuwingsborden
Hydraulische heffing (na te leveren voor alle typen)
schokbrekers (zie hoofdstuk Inzet)
- voor het rustig lopen van de machine tijdens het werk
- voor het vergroten van de rijveiligheid op de helling
Doelgericht gebruik van cirkelhooier
De machine „HIT 30, HIT 40, HIT 47, HIT 54“ mag alleen voor
doeleinden worden gebruikt waarvoor deze is ontworpen.
Bij gebruik voor andere doeleinden vervalt elke aansprake-
lijkheid van de fabrikant.
Voor het schudden, keren en harken van groenvoer, ruwvoer
en voordroogkuil.
Elke andere toepassing zal als oneigenlijk gebruik gelden.
Voor de daaruit voortkomende schade of beschadigingen is
de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk. Het risico daarvan
draagt alleen de gebruiker/eigenaar.
Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de door
de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en onderhoudsaan-
wijzingen.
NL
9700-NL Techn.Daten_203
TECHNISCHE GEGEVENS
- 17 -
De belangrijste delen van de cirkelhooier
1 = dissel (type "A")
2 = aankoppelraam vast (type "H")
3 = driepuntsnaloopbok (type "N")
4 = hydro-comfort (optie bij HIT 40)
5 = buitenste rotorelementen
6 = vangbeugel
7 = tanden
8 = binnenste rotorelementen
9 = trekveer (standaard bij de HIT 40)
10 = aandrijving
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
AANHANGSEL
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
Kwaliteit en nauwkeurige
passing
- Bedrijfszekerheid
• Betrouwbaar functioneren
• Lagere levensduur
- Economisch werken
Beschikbaarheid van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
9400_NL-Anhang A_Sicherheit
Aanhangsel -A
Aanwijzingen voor veilig werken
- A 1 -
20%
Kg
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die betrekking hebben
op de veiligheid met dit teken aangegeven.
1.) Doelgericht gebruik
a. Zie technische gegevens.
b. Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van
de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
onderhoudsaanwijzingen.
2.) Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor deze
machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons geleverde
onderdelen niet door ons gecontroleerd en vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan onder bepaalde omstandigheden
constructieve eigenschappen van Uw machine negatief
beinvloeden. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade ontstaan door het gebruik van niet originele delen
en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren van
aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid van de
fabrikant uit.
3.) Beschermkappen, -beugels en -doeken
Alle beschermkappen, -beugels en -doeken moeten aan de
machine gemonteerd zijn en ook intact zijn. Regelmatige controle
en vervanging van versleten en beschadigde beschermingen is
noodzakelijk.
4.) Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet de
bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften vertrouwd maken.
Tijdens het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine deze op
verkeers- en bedrijfsveiligheid controleren.
5.) Asbest
Bepaalde toeleveringsdelen van het voertuig of
machine kunnen om technische redenen asbest
bevatten. Let op kentekens die op de onderdelen
staan.
6.) Meenemen van personen is verboden
a. Personen op of in de machine meenemen is niet toegestaan.
b. De machine mag alleen in de voorgeschreven transportstand over
openbare wegen worden vervoerd.
7.) Wegverkeer (algemeen)
a. De trekker moet voor en achter voldoende van ballastgewichten
worden voorzien om de bestuurbaarheid en de remkracht te
waarborgen.
(Minstens 20% van het leeggewicht van het voertuig moet op de
vooras rusten).
b. De rijeigenschappen
worden door de weg
en door de machine
beïnvloed. Rijstijl aan
de omstandigheden
aanpassen.
c. Als er eveneens een
volgwagen is aan-
gekoppeld, moet bij
het rijden van bochten
rekening gehouden
worden met de breedte
van de machine en met
eventueel uitslaan van de machine.
d. Als met driepuntsmachines in bochten gereden wordt op de
uitstekende delen en op door de massakracht doordraaiende
delen letten!
8.) Algemeen
a. Voor het aankoppelen van machines in de driepuntshefinrichting
de hendel van de hefinrichting in een stand blokkeren, waarin
ongecontroleerd heffen of zakken is uitgesloten.
b. Bij het aankoppelen van machines aan de driepuntshefinrichting
ontstaat beklemmingsgevaar.
c. In het bereik van de hefarmen bestaat een gevaar van klemmen
of knijpen.
d. Tijdens het gebruik van de bediening voor de hefinrichting buiten
de kabine, niet tussen trekker en machine gaan staan.
e. Aftakas alleen aan- en afkoppelen als de trekkermotor stil staat.
f. Tijdens het rijden met een geheven machine, moet de hendel van
de hefinrichting geblokkeerd zijn, om ongecontroleerd zakken te
vermijden.
g. Voor het verlaten van de trekker, moet de machine op de grond
worden gezet.
h. Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan, zonder
dat het geheel tegen wegrollen is beveiligd. (Door gebruik van de
handrem en/of voorlegblokken.)
i. Bij zowel onderhouds-, schoonmaak- en reparatie-werkzaamheden,
de aandrijfmotor uitschakelen en de aandrijfas afkoppelen.
9.) Het reinigen van de machine
Gebruik een hogedrukreiniger niet om gelagerde onderdelen
te reinigen, ook het reinigen van hydraulische delen met een
hogedrukreiniger moet worden ontraden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Pottinger EUROHIT 40 Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung

in anderen Sprachen