Pottinger SYNKRO 6003 T Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung

Dieses Handbuch ist auch geeignet für

Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
Handleiding
+ INSTRUCTIES VOOR DE OVERDRACHT VAN MACHINES . . . pagina 3
NL Nr. 99 9765.NL.80L.0
Stoppelcultivator
SYNKRO 4003 K +T
(Type 9763 : + . . 01001)
SYNKRO 5003 K +T
(Type 9764 : + . . 01001)
SYNKRO 6003 T
(Type 9765 : + . . 01001)
ALLG./BA SEITE 2 / 0000-NL
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
Productaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop van machines een
handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren over de bedienings-, de veiligheids- en de
onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de
fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die door een machine ontstaat,
die echter niet aan deze machine ontstaat: voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van
EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of doorverkocht dient de
handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op de voorschriften te worden gewezen.
NL Geachte gebruiker!
U hebt een goede keuze gemaakt en wij feliciteren U dan ook dat U voor
het merk Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden wij U kwaliteit en capaciteit,
gekoppeld aan een goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de omstandigheden waaronder
de machine wordt ingezet en om in de toekomst nieuwe machines te
kunnen ontwikkelen, verzoeken wij U ons enige gegevens te verstrekken.
Daardoor is het dan ook mogelijk om U in de toekomst gericht over nieuwe
ontwikkelingen te informeren.
Pöttinger-nieuwsbrief
www.poettinger.at/nl/newsletter
Actuele vakinformatie, nuttige links en ontspanning
Document D
NL-0600 Dokum D Synkro - 3 -
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt.
Aftakas, veiligheidsinrichtingen en handleidingen zijn aanwezig.
De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de
handleiding met de gebruiker besproken en uitgelegd.
Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast:
Het zwenken in werk- en tansportstand uitgelegd.
Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
NL
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden
verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
NL
INHOUDSOPGAVE
- 4 -
0800_NL-INHALT_9765
Attentie!
Let op de veilig-
heidsvoorschrif-
ten in bijlage
A! veiligheids-
voorschriften in
bijlage A!
Het door de fabrikant aan te
brengen CE-kenmerk, geeft aan
dat de machine beantwoord aan
de EG-richtlijnen.
Gevaar door weggeslingerde
delen
- veiligheidsafstand in acht
nemen
Nooit in de machine grijpen,
zolang zich daar nog delen kunnen
bewegen.
Buiten het zwenkbereik van de
machine blijven.
bsb 447 410
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring
verklaart de fabrikant dat de afgeleverde machine aan alle
voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften
beantwoordt.
CE-kenmerk
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen
Inhoudsopgave
CE-kenmerk ............................................................... 4
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen ....... 4
AANBOUW AAN DE TRACTOR
Voorbereidingen aan de tractor ................................. 5
Hydraulische regeling aan hefinstallatie .................... 5
Voorbereidingen aan de SYNKRO ............................. 5
Aanbouw aan de tractor ............................................ 5
Aankoppelen van de hydrauliekslangen .................... 5
Veranderen van werkstand in transportstand ............ 6
Rijden op de openbare wegen .................................. 7
Gebruik van extra werktuigen .................................... 7
INSTELLINGEN
Instellingen voor het gebruik ..................................... 8
Uitrustingsvarianten en slijtageonderdelen ............... 8
Overbelastingsbeveiliging .......................................... 8
Holle schijven............................................................. 8
Schaar snelle verwisseling......................................... 9
GEBRUIK
Begin van de werkzaamheden ................................ 10
ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzing ............................................... 11
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud ......... 11
Reinigen van machinedelen ..................................... 11
In de openlucht laten staan ..................................... 11
Overwinteren ........................................................... 11
Aftakassen ............................................................... 11
Hydrauliekinstallatie ................................................. 11
Algemene onderhoudsvoorschriften ....................... 12
Hydrauliekinstallatie ................................................. 12
Reinigen van machinedelen ..................................... 12
Winterklaar maken ................................................... 12
Smeerplaatsen ......................................................... 13
Beschrijving van de sticker ...................................... 13
KOUTERVARIANTEN
Koutervarianten ....................................................... 14
Koutervarianten - overzicht ..................................... 16
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens .............................................. 17
Plaats van het typeplaatje ....................................... 17
Vereiste aansluitingen .............................................. 17
Gebruik conform de bestemming van de
cultivator .................................................................. 18
Extra uitrusting......................................................... 18
Maten ....................................................................... 19
CHASSIS
Chassis 1) ................................................................ 21
Montage................................................................... 21
Gebruik .................................................................... 21
AANHANGSEL
Aanwijzingen voor veilig werken .............................. 24
Smeermiddelen........................................................ 25
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig ......... 27
NL
- 5 -
1100_NL-ANBAU_9765
AANBOUW AAN DE TRACTOR
Voorbereidingen aan de tractor
Wielen
- De bandenspanning van de achterwielen van de tractor
moet bij gebruik 0,8 bar bedragen.
- Bij werkzaamheden onder zwaardere omstandigheden
kunnen extra wielgewichten worden gebruikt. Zie ook
de handleiding van de tractorenfabrikant.
Ballastgewichten
De tractor kan aan de voorzijde op een voldoende manier
worden voorzien van ballastgewichten, om het stuur- en
remvermogen te kunnen garanderen.
Tenminste 20%
van het voertuig-
lediggewicht rust op
de vooras.
Hefinstallatie
- De hefstangen (4) moeten links en rechts even lang
zijn. Instelling middels verstelinrichting (3).
- Kunnen de hefstangen (4) aan de trekarmen in
verschillende posities worden gebracht, dan moet de
achterste positie (H) worden gekozen. Op dat moment
wordt de hydraulische installatie van de tractor niet zo
sterk belast.
- Topstang (1) volgens de voorschriften van de
tractorenfabrikant vastzetten (2).
Instelling bij transportritten
- De trekarmen met de stangen (5) zo fixeren dat het
aangebouwde werktuig bij transportritten niet kan
uitzwenken.
- De bedieningshendel voor de hydrauliek moet tegen
zakken zijn vergrendeld.
20%
Kg
Hydraulische regeling aan hefinstallatie
Positieregeling:
Voor het aan- en afbouwen van het werktuig en bij
transportritten.
De positieregeling is de normale instelling van de
hefinstallatiehydrauliek. Het aangebouwde werktuig blijft
in de aan het regelventiel
(ST) ingestelde hoogte (=
positie).
Voorbereidingen aan de SYNKRO
Aanbouwas
De aanbouwas dient te worden gekozen in overeenstemming
met de aansluitmaat (categorie II of III) aan de hefinstallatie
van de tractor. Zie ook reserveonderdelenlijst.
Aanbouw aan de tractor
-
Tractorhydrauliek instellen op positieregeling.
- Werktuig aan de trekarm koppelen en met klapspiebout
vastzetten.
Topstang (1) vastzetten
- Topstang (1) zo vastzetten dat het aansluitpunt (P1)
aan het werktuig ook tijdens de werkzaamheden iets
hoger ligt dan het aansluitpunt (P2) aan de tractor.
Aankoppelen van de hydrauliekslangen
Dubbelwerkend stuurventiel
- Druk- (1) en retourleiding (2) aansluiten
Veiligheid-
saanwij-
zingen:
zie bijlage A1, punt
8a. – 8h.
NL
AANBOUW AAN DE TRACTOR
- 6 -
1100_NL-ANBAU_9765
- Vaststellen of de ruimte waarin de machine zwenkt vrij
is en dat er zich verder niemand in de gevarenzone
rond de machine bevindt.
- Stuurventiel (ST) op „HEFFEN“ zetten
De zijdelen van de machine worden in de “transportstand”
gezwenkt.
- Hydraul. afsluitkraan (A) afsluiten
Veranderen van transportstand in werkstand
- Hydraul. afsluitkraan (A) openen
- Vaststellen of de ruimte waarin de machine zwenkt vrij
is en dat er zich verder niemand in de gevarenzone
rond de machine bevindt.
- Stuurventiel (ST) kort in positie 'HEFFEN' brengen, tot
de transportbeveiliging is ontlast en ontgrendeld.
Let op!
Wanneer de machine wordt neergelaten
als de transportbeveiliging niet ontlast
en ontgrendeld is, kan deze beschadigd
raken!
- Stuurventiel (ST) op „DALEN“ zetten
De zijdelen van de machine worden in de “werkstand”
gezwenkt.
Transportstand SYNKRO Veiligheidsaanwij-
zingen:
Het veranderen
van werk- in
transportstand en
omgekeerd alleen
uitvoeren op een
vaste, vlakke
ondergrond.
Veranderen van werkstand in transportstand
Werkstand SYNKRO
(A)
X = 4 m (Synkro 4003 K)
X = 5 m (Synkro 5003 K)
X = 6 m (Synkro 6003 K)
NL
AANBOUW AAN DE TRACTOR
- 7 -
1100_NL-ANBAU_9765
Rijden op de openbare wegen
- Let op de wettelijke voorschriften.
In bijlage C vindt u aanwijzingen voor het aanbrengen
van verlichting, zoals geldt voor de Bondsrepubliek
Duitsland.
- Delen en montage
- zie reserveonderdelenlijst
- Op openbare wegen mag alleen worden gereden, wanneer
de instructies uit het hoofdstuk ‘Transportpositie’ zijn
nageleefd.
Totale breedte van het werktuig in
arbeidspositie:
meer dan 3m
Totale breedte in transportpositie:
zie techn. gegevens
Wegzetten, reinigen en winterklaar maken van
de machine
- let op de aanwijzingen in het hoofdstuk ‘Onderhoud’!
Gebruik van extra werktuigen
Extra werktuigen, zoals bijvoorbeeld de drilbox (DB),
moeten volgens de instructies van de producent aan
de SYNKRO worden gemonteerd.
- De SYNKRO mag niet worden overladen. Raadpleeg
in geval van twijfel onze klantenservice.
- Let bovendien op de capaciteitsgrenzen van de
gebruikte trekmachine.
- 8 -
0700_NL-EINSTELLUNGEN_9762
INSTELLINGEN NL
Instellingen voor het gebruik
1. De machine moet in horizontale positie aan de tractor zijn
aangebouwd, hij mag niet naar één kant hellen.
2. De voorste en de achterste tandenrij moeten even diep in de
bodem steken (arbeidsdiepte).
Het frame moet, in de langsrichting gezien, parallel ten opzichte
van het veldoppervlak liggen.
3. De trekarm (4) zo fixeren dat het werktuig niet zijwaarts kan
uitzwenken.
Uitrustingsvarianten en slijtageonderdelen
Starre tanden (basisuitrusting)
Geveerde tanden (optionele uitrusting)
- Achteraf aan te brengen bij alle SYNKRO typen
Set voor achteraf aanbrengen (2 en 2a)
(zie reserveonderdelenlijst)
- Basisinstelling =
330 mm
Slijtageonderdelen
- zijn aan de tanden vastgeschroefd en kunnen daarom voordelig
worden vervangen.
Overbelastingsbeveiliging
Breekbouten
De tanden zijn bevestigd met
breekbouten.
Bij overbelasting breekt de
breekbout (pos. 7) af en de tand
zwenkt naar boven weg.
- Restant van de breekbout
verwijderen.
- Zeskantschroef (6) losmaken.
- Tand weer in arbeidspositie
terugbrengen.
- Nieuwe breekbout plaatsen en
beide bouten weer vastdraaien.
LET OP!
Gebruik alleen originele breekbouten (zie
reserveonderdelenlijst) met de juiste dimensie en
kwaliteit. Gebruik in geen geval bouten met een
grotere of geringere sterkte.
344-05-14
7
6
Holle schijven
- dienen voor het gelijkmatig effenen van het bodemoppervlak.
Holle schijven instellen
- Deze instelling dient te worden aangepast aan de
arbeidsomstandigheden (bodemsoort, rijsnelheden en stro
op de bodem).
De holle schijven in principe met de gewenste werkdiepte
meeversteld.
Een fijnafstelling is daarna nodig.
344-05-14
7
6
INSTELLINGEN
- 9 -
0700_NL-EINSTELLUNGEN_9762
Schaar snelle verwisseling
1. Wisselsleutel plaatsen
2. Op vergrendelingsknop drukken
3. Met een hamerslag de schaar losmaken
NL
- 10 -
0700_NL-EINSATZ_9762
GEBRUIK NL
1. Controleer de juiste manier van aanbouwen.
Voor ingebruikname alle boutverbindingen controleren of deze
vastzitten, en evt. aanhalen.
2. Gewenste arbeidsdiepte instellen.
Daarvoor de beide draagarmen met bouten (6) op de juiste manier
vastzetten.
3. Holle schijf (links en rechts) in de arbeidspositie (A)
zwenken.
Daarvoor de pen (7) op de overeenkomende plaats steken.
4. Werktuig met hefinrichting van de tractor tot op de
bodem laten zakken.
Rij enkele meters het veld in en controleer vervolgens de
arbeidsdiepte en het toedekken van de tandgroeven.
5. De tandneiging, indien noodzakelijk, aan de
arbeidsomstandigheden aanpassen (SK, EX).
Pos. B: de tanden naar achteren zwenken (pos. B), wanneer de
gewenste arbeidsdiepte niet wordt bereikt, bijv. bij een zeer
dichte bodem.
Pos. N: normale positie van de tanden.
SK
B
N
344-05-11
TD 34/95/20
2/3
1/3
Begin van de werkzaamheden
Basisinstelling van de holle schijven: 1/3 van de totale
arbeidsdiepte.
O: bovenste bout
voor het fixeren van de naloper
U: onderste bout
voor het instellen van de arbeidsdiepte
van gat tot gat ca. 1,5 cm arbeidsdiepteverschil
Altijd beide bouten omsteken!
- 11 -
NL
0400_NL-Allgemeine-Wartung_BA
Hydrauliekinstallatie
Wees voorzichtig met hydrauliekinstallaties i.v.m.
verwonding en infectie.
Als er olie uit een slang of leiding spuit, kom dan niet
te dichtbij. Vloeistof zoals olie onder hoge druk kan in
de huid dringen. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk
een arts.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Controleer of alle hydraulieknippels/verbindingen dicht
zijn. Eventueel nippels/wartels aandraaien.
Voor iedere inbedrijfsname
- Voor iedere inbedrijfsname moeten de slangen van het
hydrauliek gecontroleerd worden op beschadiging.
Versleten of beschadigde slangen moeten direct
vervangen worden. De kwaliteit van nieuw te monteren
slangen en andere delen moeten aan de eisen voldoen
en gelijk zijn aan het origineel gemonteerde materiaal.
Slangen ondergaan een natuurlijke veroudering. Ze
moeten na 5 of 6 jaren worden vervangen.
In de openlucht laten staan
Als de machine langere tijd in de
open lucht moet blijven, moeten
de cylinderstangen worden
gereinigd en worden ingevet.
FETT
TD 49/93/2
Veiligheid-
saanwijzing
Voor het verrich-
ten van instel-,
onderhouds-
en reparatie-
werkzaamheden,
de trekkermotor
uitschakelen.
• Werkzaamheden
onder de machine
alleen uitvoe-
ren, wanneer de
machine veilig
en stabiel staat
en goed wordt
ondersteund.
Na één werkuur
alle bouten nat-
rekken.
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud
Om ook na langere tijd nog plezier van uw machine te
houden neemt u de volgende aanwijzingen
in acht:
- Na de eerste gebruiksuren alle bouten
en moeren na-trekken.
Speciaal gecontroleerd moeten worden:
- Mesbouten bij maaiers
- Bouten in de tandbevestiging van schudders en van
zwadharken
Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal
voor deze machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door
ons geleverde delen niet door ons gecontroleerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan onder bepaalde
omstandigheden constructieve eigenschappen van
Uw machine negatief beïnvloeden. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
ontstaan door het gebruik van niet originele delen en
toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren
van aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid
van de fabrikant uit.
Reinigen van machinedelen
Let op!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen van
lagers en van hydraulische delen.
Gevaar voor roestvorming!
- Na het reinigen van de machine deze volgens het
smeerschema doorsmeren en de machine een korte
tijd laten draaien.
- Door met te
hoge druk te
reinigen kan
beschadiging
van lak
optreden.
Veiligheidsaanwijzing
Voor het verrichten van instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden, de trekkermotor uitschakelen.
Overwinteren
- De machine voor het overwinteren goed schoon
maken.
- Beschermd tegen weersinvloeden opbergen.
- Olie-wisselen of op niveau brengen.
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten volgens schema doorsmeren.
Aftakassen
- zie ook de aanwijzingen in de aanhang
Let op: voor u onderhoud pleegt!
In principe gelden de aanwijzingen die in de
gebruikershandleiding worden gegeven.
Als daarin geen speciale aanwijzingen worden gegeven,
gelden de aanwijzingen in de meegeleverde handleiding
van de betreffende aftakassenfabrikant.
Repara-
tieaanwijzingen
Let op de repara-
tieaanwijzingen in
de aanhang (indi-
en beschikbaar)
ONDERHOUD
0500-NL WARTUNG_965.P65
ONDERHOUD NL
- 12 -
Algemene onderhoudsvoorschriften
Om de machine ook na een langere gebruiksduur in goede
staat te houden, moeten onderstaande voorschriften in
acht worden genomen.
Veiligheidsaanwijzing
Voor het verrichten van instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden, de trekkermotor uitschakelen.
Werkzaamheden onder de machine alleen uitvoeren,
wanneer de machine vast en zeker staat en goed wordt
ondersteund.
- Na één werkuur alle bouten natrekken.
Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor
deze machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er
uitdrukkelijk op attent
dat niet door ons
geleverde originele
delen niet door ons
gecontroleerd en
vrijgegegen zijn.
c. Montage en gebruik
hiervan kan onder
bepaalde omstandigheden constructieve eigenschappen
van Uw machine negatief beinvloeden. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor schade ontstaan
door het gebruik van niet originele delen en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren van
aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid van
de fabrikant uit.
Hydrauliekinstallatie
Wees voorzichtig met hydrauliekinstallaties
i.v.m. verwonding en infectie.
Als er olie uit een slang of leiding spuit, kom dan
niet te dichtbij. Vloeistof zoals olie onder hoge druk
kan in de huid dringen. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk een arts.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Controleer of alle hydraulieknippels/verbindingen dicht zijn. Eventueel
nippels/wartels aandraaien.
Voor iedere inbedrijfsname
- Voor iedere inbedrijfsname moeten de slangen van het hydrauliek
gecontroleerd worden op beschadiging.
Versleten of beschadigde slangen moeten direct vervangen worden. De
kwaliteit van nieuw te monteren slangen en andere delen moeten aan de
eisen voldoen en gelijk zijn aan het origineel gemonteerde materiaal.
Reinigen van machinedelen
Let op!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen van lagers
en van hydraulische delen.
- Gevaar voor roestvorming!
- Na het reinigen van de machine deze volgens het smeerschema doorsmeren
en de machine een korte tijd laten draaien.
- Door met te hoge druk te reinigen kan beschadiging van lak optreden.
Winterklaar maken
- Machine grondig reinigen.
- Na reiniging alle smeerpunten smeren en het
smeermiddel gelijkmatig verdelen (bijv. door
de machine even te laten proefdraaien).
- Blanke onderdelen met een milieuvriendelijk
middel tegen roestvorming beschermen.
- Machine tegen weersinvloeden beschermen en
wegzetten.
0500-NL WARTUNG_965.P65
ONDERHOUD NL
- 13 -
Smeerplaatsen
Lagers
- holle schijven
- tandenrol ‘Rotopack’
- zware staafrol
- geveerde tanden
100 ha20
h
8
h
495.777
Om de 100 hectares:
Lagerbussen controleren op slijtage
- Versleten bussen vervangen!
Alle 20 bedrijfsuren:
lageringen smeren
Alle 8 bedrijfsuren:
bouten natrekken
Beschrijving van de sticker
FETT
NL
- 14 -
0900_NL-SCHAR-VARIANTEN_0965
KOUTERVARIANTEN
1. Puntkouter met vleugelkouter
(standaard)
Werkdiepte, verkruimelingsdiepte: 5 - 15 cm
Losmaking: zeer goed
Vermenging: zeer goed
Gelijkmaking: zeer goed
Zonder vleugelkouter: diepere bewerking
Met vleugelkouter: bewerking over de hele oppervlakte
Koutervarianten
3. Dubbelhartkouter met vleugel
(optionele uitrusting)
Werkdiepte, verkruimelingsdiepte: 5 - 15 cm
Losmaking: zeer goed
Vermenging: zeer goed
Gelijkmaking: zeer goed
Zonder vleugelkouter: diepere bewerking
Met vleugelkouter: bewerking over de hele oppervlakte
Dubbelhartkouter is omkeerbaar en kan dus 2 maal gebruikt
worden
• Geen leiplaat
2. Puntkouter alleen
(gereduceerde prijs)
Werkdiepte, verkruimelingsdiepte: 10 - 30 cm
Losmaking: zeer goed
Vermenging: vanaf 10 cm goede vermenging
Gelijkmaking: zeer goed
Zonder vleugelkouter: diepere bewerking
NL
KOUTERVARIANTEN
- 15 -
0900_NL-SCHAR-VARIANTEN_0965
4. Dubbelhartkouter alleen
(optionele uitrusting)
Werkdiepte, verkruimelingsdiepte: 10 - 30 cm
Losmaking: zeer goed
Vermenging: vanaf 10 cm goede vermenging
Gelijkmaking: zeer goed
Zonder vleugelkouter: diepere bewerking
Dubbelhartkouter is omkeerbaar en kan dus 2 maal gebruikt
worden
• Geen leiplaat
6. Snelwisselaar met smalle kouter
(optionele uitrusting)
Werkdiepte, verkruimelingsdiepte: 10 - 30 cm
Losmaking: zeer goed
Vermenging: vanaf 10 cm goede vermenging
Gelijkmaking: zeer goed
Zonder vleugelkouter: diepere bewerking
5. Snelwisselaar met vlakke kouter
(optionele uitrusting)
Werkdiepte, verkruimelingsdiepte: 5 - 10 cm
Losmaking: zeer goed
Vermenging: zeer goed
Gelijkmaking: zeer goed
Vleugelkouter: bewerking over de hele oppervlakte
NL
KOUTERVARIANTEN
- 16 -
0900_NL-SCHAR-VARIANTEN_0965
1.
Puntkouter
met vleugel-
kouter
2.
Puntkouter
alleen
3.
Dubbelhart-
kouter met
vleugel
4.
Dubbelhart-
kouter alleen
5.
Snelwisselaar
met vlakke
kouter
6.
Snelwisselaar
met smalle
kouter
Werkdiepte,
verkruimelings-
diepte
5 - 15 cm 10 - 30 cm 5 - 15 cm 10 - 30 cm 5 - 15 cm 10 - 30 cm
Losmaking zeer goed zeer goed zeer goed zeer goed zeer goed zeer goed
Vermenging zeer goed
vanaf 10
cm goede
vermenging
zeer goed
vanaf 10
cm goede
vermenging
zeer goed
vanaf 10
cm goede
vermenging
Gelijkmaking zeer goed zeer goed zeer goed zeer goed zeer goed zeer goed
Verschil met
of zonder
vleugelkouter
bewerking
over de hele
oppervlakte
diepere
bewerking
bewerking
over de hele
oppervlakte
diepere
bewerking
bewerking
over de hele
oppervlakte
diepere
bewerking
Koutervarianten - overzicht
- 17 -
1100-NL TechDat _9765
NL
ÉåÚÚíìïÚçáÞííòéÞéåÚÚíãÞ
ÁÞí ßÚÛëâÞäìçîææÞë ¡ÆÚìÜ᧦Ç맢 ÛÞïâçÝí óâÜá èé áÞí áâÞëçÚÚìí ÚßàÞÛÞÞåÝÞ
íòéÞéåÚÚíãÞÞç âçáÞíßëÚæÞ§ ºÚçìéëÚäÞçèéàÚëÚçíâÞ ÞçÚçÝÞëÞïëÚàÞçäîççÞç
óèçÝÞëïÞëæÞåÝâçàïÚçáÞíßÚÛëâÞäìçîææÞëçâÞíðèëÝÞçïÞëðÞëäí§
ÇèíÞÞëáÞíçîææÞëÝâëÞÜíèéÝÞíâíÞåéÚàâçÚïÚçÝÞáÚçÝåÞâÝâçà¥óèÝëÚÝÞíëÚÜíèë
èßæÚÜáâçÞâçîðÛÞóâíâìàÞäèæÞç§
ÍÞÜáçâìÜáÞàÞàÞïÞçì
ÍÞÜáçâìÜáÞàÞàÞïÞçì¥ÚßÛÞÞåÝâçàÞç¥æÚíÞçÞçàÞðâÜáíÞççâÞíÛâçÝÞç§ÐâãóâàâçàÞçïèèëÛÞáèîÝÞç§
ÏÞëÞâìíÞÚÚçìåîâíâçàÞç
Č ªÝîÛÛÞåðÞëäÞçÝÞáòÝëÚîåâìÜáÞìíÞÞäÚÚçìåîâíâçà
 »ÞÝëâãßìÝëîäæâ秳ª®©ÛÚë
 »ÞÝëâãßìÝëîäæÚñ§³«©©ÛÚë
;¼ÁÇÂ̼Á¾À¾À¾Ï¾ÇÌ
Beschrijving
SYNKRO 4003 K +T
Type 9763
SYNKRO 5003 K +T
Type 9764
SYNKRO 6003 T
Type 9765
Werkbreedte [m] 4 5 6
Transportbreedte [m] 333
Arbeidsdiepte
Aantal tanden 14 14 22
Afstand rijen [mm] 750 750 750
Tandafstand [mm]
280 280 270
Framehoogte [mm] 800 800 800
Aanbouw Kat II, Kat III Kat II, Kat III Kat II, Kat III
Benodigd vermogen vanaf [kW/PK] 110/150 110/150 160/220
Gewicht - Basismachine [kg]
met geveerde elementen [kg]
2000
2430
2000
2430
2730
3456
Gewicht - Kooirol Ø 540 mm [kg]
Dubbele kooirol [kg]
Rotopack [kg]
Snijringwals [kg]
Snijpackerwals
Chassis [kg]
440
580
--
740
820
1200
440
580
--
740
820
1200
--
680
--
1060
1100
1200
Continue geluidsniveau <70 dB (A) <70 dB (A) <70 dB (A)
- 18 -
1100-NL TechDat _9765
;¼ÁÇÂ̼Á¾À¾À¾Ï¾ÇÌ
NL
ÀÞÛëîâäÜèçßèëæÝÞÛÞìíÞææâçàïÚçÝÞÜîåíâïÚíèë
 ½ÞÜîåíâïÚíèëÌÒÇÄËÈ©©¬Ä¤Í¥ÌÒÇÄËÈ®©©¬Ä¤Í¥ÌÒÇÄËÈ¯©©¬ÍâìîâíìåîâíÞçÝÛÞÝèÞåÝïèèëÝÞàÞÛëîâäÞåâãäÞíèÞéÚììâçàÞçïèèë
åÚçÝÛèîðäîçÝâàÞÝèÞåÞâçÝÞç§
¦ ÏèèëáÞíïèèëÛÞëÞâÝÞçïÚçÝÞÛèïÞçìíÞåÚÚàïÚçÝÞÚääÞëïèèëóÚÚâðÞëäóÚÚæáÞÝÞç§
 ÂÞÝÞëÚçÝÞëàÞÛëîâäàÞåÝíÚåìçâÞíÜèçßèëæÝÞÛÞìíÞææâçà§
 ½ÞßÚÛëâäÚçíâìçâÞíÚÚçìéëÚäÞåâãäïèèëÞïÞçíîÞåÞáâÞëîâíïèèëíïåèÞâÞçÝÞìÜáÚÝÞ´ÝâíëâìâÜèâìàÞáÞÞåÞçÚåïèèëÝÞàÞÛëîâäÞë§
¦ Íèí àÞÛëîâä Üèçßèëæ ÝÞ ÛÞìíÞææâçà ÛÞáèèëí èèä áÞí âç ÚÜáí çÞæÞç ïÚç ÝÞ Ýèèë ÝÞ ßÚÛëâäÚçí ïèèëàÞìÜáëÞïÞç èçÝÞëáèîÝì¦ Þç
âçìéÞÜíâÞïèèëðÚÚëÝÞç§
¾ñíëÚîâíëîìíâçà
ª ËÚçÝìÜáâãßåâçäì
 ËÚçÝìÜáâãßëÞÜáíì
« ºîíèæÚíâìÜáÞÛÞìÜáÞëæâçàíÞàÞçìíÞçÞç
 ºÜáíÞëÚßíÞæèçíÞëÞçÛâãÚååÞÌÒÇÄËȦíòéÞì
¬ ÏÞëåâÜáíâçà
ÇÚåèéÞëì
® Äèèâëèåě®©ææ
° ½îÛÛÞåÞäèèâëèå
± ÌçâãëâçàðÚåì
² ÌçâãéÚÜäÞëðÚåì
433-05-13
2
- 19 -
0700_NL-MASSBLATT_9765
NL
MATEN
Alle gegevens zijn niet bindend
Maten
SYNKRO 4003 K
SYNKRO 5003 K
SYNKRO 6003 K
- 20 -
0700_NL-MASSBLATT_9765
NL
MATEN
Alle gegevens zijn niet bindend
SYNKRO 5003 +T
SYNKRO 6003 +T
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31

Pottinger SYNKRO 6003 T Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung
Dieses Handbuch ist auch geeignet für

in anderen Sprachen