Pottinger LION 3002 Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung

Dieses Handbuch ist auch geeignet für

Handleiding
Vertaling van de originele handleiding
Nr. 99+8732.NL.80S.0
Rotorkopeggen
LION 3002
(Type 8732 : + . . 01904)
LION 4002
(Type 8742 : + . . 01312)
1500_NL-BLADZIJDE2
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
De productaansprakelijkheid verplicht de producent en de dealer de handleiding bij de verkoop van machines beschikbaar te stellen.
Bovendien moet de gebruiker bij de machine worden geïnstrueerd omtrent bedienings-, veiligheids- en onderhoudsvoorschriften.
Het feit dat de machine en de handleiding volgens de voorschriften zijn afgeleverd, dient te worden bevestigd.
Hiervoor dient het
document Aondertekend te worden toegestuurd aan de firma Pöttinger of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
Document B blijft bij de dealer die de machine levert.
Document C is voor de klant.
Iedere landbouwkundige is ondernemer in de zin van de productaansprakelijkheidswet.
Materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is schade die door een machine wordt veroorzaakt, maar niet aan
de machine wordt veroorzaakt; voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van euro 500,-
Zakelijke materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is uitgesloten.
Attentie! Als de machine van eigenaar wisselt, dient de handleiding te worden doorgegeven. De nieuwe gebruiker moet volgens
de voorschriften worden geïnstrueerd.
Pöttinger - Vertrouwen binnen handbereik - sinds 1871
Kwaliteit is een waarde die rendeert. Daarom beschikken wij over de hoogste kwaliteitsstandaarden voor onze producten. Deze
worden door ons eigen kwaliteitsmanagement en door onze bedrijfsleiding permanent gecontroleerd. Want veiligheid, probleemloos
functioneren, hoogste kwaliteit en absolute betrouwbaarheid van onze machine tijdens het gebruik vormen onze kerncompetenties,
waarvoor wij staan.
Omdat wij permanent werken aan de ontwikkeling van onze producten, kan deze handleiding afwijken van het product. Er kunnen
daarom geen rechten worden ontleend aan de gegevens, afbeeldingen en beschrijvingen. Bindende informatie omtrent bepaalde
eigenschappen van de machine dient bij de service-dealer te worden opgevraagd.
Wij vragen om begrip voor het feit dat wijzigingen in de leveringsomvang, wat betreft de vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn.
Nadruk, vertaling en kopieën in welke vorm dan ook, ook als samenvatting, zijn alleen toegestaan met schriftelijke toestemming
van Pöttinger Landtechnik GmbH.
Alle auteursrechten blijven Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H. uitdrukkelijk voorbehouden.
© Pöttinger Landtechnik GmbH – 31 oktober 2012
Vind extra informatie over uw machine op PÖTPRO:
U bent op zoek naar passende onderdelen of accessoires voor uw machine? Geen probleem, hier vindt u alle benodigde informatie.
QR-code op het typeplaatje van de machine scannen of op www.poettinger.at/poetpro
Als u toch niet kunt vinden wat u nodig heeft, kunt u altijd terecht bij uw service-dealer. Hij adviseert u graag.
Document D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte - 3 -
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
T Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen en
handleidingen zijn aanwezig.
T De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebruiker
besproken en uitgelegd.
T Bandenspanning gecontroleerd
T Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
T Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
T Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
T Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
T Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
T Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
T Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
T Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
T Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVER DRACHT VAN MACHINES
T
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
- 4 -
NL
INLEIDING
1700_NL-inleiding
Inleiding
Geachte gebruiker!
Met behulp van deze handleiding kunt u de machine leren
kennen. De handleiding informeert u bovendien op een
overzichtelijke manier over een veilig en juist gebruik,
onderhoud en reparatie. Het verdient daarom aanbeveling
om de handleiding te lezen.
De handleiding maakt deel uit van de machine. De hand-
leiding moet tijdens de levensduur van de machine op een
geschikte plaats worden bewaard en op ieder moment
voor het personeel toegankelijk zijn. Aanwijzingen over
nationale voorschriften met betrekking tot het voorkomen
van ongevallen, wegenverkeerswet en milieubescherming
moeten worden aangevuld.
Alle personen die de machine gebruiken, onderhouden
of transporteren, moeten deze handleiding, met name
de veiligheidsaanwijzigen, hebben gelezen en begrepen,
voordat met de werkzaamheden wordt begonnen. Als de
handleiding niet wordt nageleefd, komen evt. garantieclaims
te vervallen.
Heeft u vragen met betrekking tot de inhoud van de
handleiding of andere vragen over de machine, neem dan
contact op met uw dealer.
Door tijdige en correcte onderhoud en reparatie overeen-
komstig de vastgelegde onderhoudsintervallen, wordt de
bedrijfs- en de verkeersveiligheid gegarandeerd. Ook komt
dit de betrouwbaarheid van de machine ten goede.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen en toebe-
horen van Pöttinger of reserveonderdelen en toebehoren
die zijn goedgekeurd door Pöttinger. Van deze onderdelen
is de betrouwbaarheid, veiligheid en geschiktheid voor
machines van Pöttinger vastgesteld. Wordt gebruik ge-
maakt van niet goedgekeurde onderdelen, dan komt de
garantie te vervallen. Om het prestatievermogen van de
machine ook op de langere duur te garanderen, verdient
het aanbeveling om de originele onderdelen ook na afloop
van de garantietermijn te gebruiken.
De productaansprakelijkheidswetgeving verplicht de produ-
cent en de dealer bij de verkoop van de machines een hand-
leiding mee te leveren en de klant bij de machine te instrueren
over de veiligheids- bedienings- en onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en
de handleiding is een bevestiging in de vorm van een over-
drachtsverklaring noodzakelijk. De overdrachtsverklaring
bevindt zich bij de machine op het moment van aflevering.
In de zin van de productaansprakelijkheid is iedere zelf-
standige en landbouwer ondernemer. Bedrijfsschade in de
zin van de productaansprakelijkheid valt daarom niet onder
de aansprakelijkheid van Pöttinger. Als bedrijfsschade in
de zin van de productaansprakelijkheid geldt schade die
door de machine ontstaat, maar niet aan de machine.
De handleiding maakt deel uit van de machine. Geef ze
daarom door aan volgende eigenaar van de machine.
De volgende eigenaar moet worden geïnstrueerd en op
genoemde voorschriften worden gewezen.
Uw Pöttinger-serviceteam wenst u veel succes.
- 4 -
1300_NL-Inhalt_8732
INHOUDSOPGAVE NL
Inhoudsopgave
Inleiding .....................................................................4
GEBRUIKTE SYMBOLEN
CE-kenmerk ............................................................... 5
Veiligheidsaanwijzingen: ............................................5
WAARSCHUWINGSTEKENS
Aanwijzingen voor veilig werken ................................6
CE-kenmerk ............................................................... 6
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen .......6
TREKKERVOORWAARDEN
Trekker .......................................................................7
Ballastgewichten .......................................................7
Hefinrichting (driepuntskoppeling) .............................7
Noodzakelijke hydraulische aansluitingen .................7
Noodzakelijke stroomaansluitingen ...........................7
AANBOUW VAN DE MACHINE
Verplaatsingsaanwijzingen.........................................8
Voorbereiding op de aanbouw aan de trekker ..........8
Veiligheidsaanwijzingen .............................................9
Machine aanbouwen .................................................9
Machine demonteren ...............................................10
TRANSPORT
Veiligheidsaanwijzingen ...........................................11
transportpositie........................................................11
INSTELLINGEN
Cirkelharktoerental...................................................13
Werkdiepte ...............................................................14
Afstrijkplaten van de walsen ...................................14
Zijkappen .................................................................16
Egalisatierails ........................................................... 16
hydraulische topstang (optie) ..................................17
GEBRUIK
Gebruik ....................................................................18
MARKEUR
Markeur (optie) ........................................................19
Aanbouw-rijenzaaimachine monteren - hydrolift .....20
VITASEM 252/302/402 classic.................................20
Aanbouwzaaimachine demonteren - hydrolift .........21
Aanbouwrijenzaaimachine monteren - mechanische
topstang...................................................................21
VITASEM A/ADD, AEROSEM A/ADD .......................21
Aanbouwrijenzaaimachine demonteren -
mechanische topstang ............................................23
Aanbouwrijenzaaimachine monteren - hydraulische
topstang...................................................................23
VITASEM A/ADD ......................................................23
Aanbouwrijenzaaimachine demonteren - hydraulische
topstang...................................................................25
Richtwaarden voor de lengte van de topstang ........26
ONDERHOUD EN REPARATIE
Algemene onderhoudsvoorschriften .......................27
Verwisselen van tanden ...........................................27
Variant: snelle wissel van de tanden ........................27
Cardanas .................................................................27
Reinigen van machineonderdelen ...........................28
Recht tandwiel - hoektransmissie ...........................28
Balksmering ............................................................. 28
Winterklaar maken ...................................................28
Verwerking van niet-bruikbare machine-
onderdelen ............................................................... 28
Let op de vei-
ligheidsvoor-
schriften in bijlage
A!
Smeerschema ..........................................................29
LION 3002................................................................30
LION 4002................................................................30
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens ..............................................31
Positie van het typeplaatje ......................................31
Varianten van het typeplaatje ..................................31
Gebruik conform bestemming van de rotorkopeg ..31
AANHANGSEL
Smeermiddelen........................................................36
Kombination von Traktor und Anbaugerät ...............41
- 5 -
1800_D-Veiligheid ANSI
NL
GEBRUIKTE SYMBOLEN
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk geeft aan dat de machine beantwoordt aan de machinerichtlijn en
andere toepasselijke EG-richtlijnen.
EG-conformiteitsverklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG-conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
Veiligheidsaanwijzingen:
In de handleiding vindt u de volgende symbolen
met aanwijzingen:
GEVAAR
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op een dodelijk of een
levensbedreigend letsel.
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die-
nen absoluut te worden opgevolgd!
WAARSCHUWING
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op een zwaar letsel.
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die-
nen absoluut te worden opgevolgd!
VOORZICHTIG
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op een letsel.
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die-
nen absoluut te worden opgevolgd!
AANWIJZING
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op materiële schade.
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die-
nen absoluut te worden opgevolgd!
TIP
Dergelijke teksten geven bijzondere aanbevelingen en
adviezen met betrekking tot het economisch gebruik
van de machine.
MILIEU
Dergelijke teksten geven u handelwijzen en advies inzake
milieubescherming.
Als (optie) aangegeven uitrustingen zijn alleen standaard
beschikbaar bij bepaalde uitvoeringen van de machine of
worden alleen voor bepaalde uitvoeringen als speciale
uitrusting geleverd of worden alleen in bepaalde landen
aangeboden.
Afbeeldingen kunnen in detail afwijken van de machine
en dienen te worden begrepen als principe-afbeelding.
Aanduidingen als links en rechts gelden altijd in rijrichting,
als niet anders blijkt uit tekst of beeld.
NL
- 6 -
9700-NL AZB_873
WAARSCHUWINGSTEKENS
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk, geeft aan dat de machine beantwoord aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde machine aan alle
voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
bsb 447 410
Betekenis van de
waarschuwings afbeeldingen
Gevaar door draaiende machine-delen.
Afstand houden bij lopende motor.
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar
nog delen kunnen bewegen.
Niet op de machine klimmen, wanneer de
aftakas is aangekoppeld en/of de motor
loopt.
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die betrekking heb ben op de vei lig heid
met dit teken aan ge ge ven.
- 7 -
1800_NL-TREKKERVOORWAARDEN_8732
NL
TREKKERVOORWAARDEN
Trekker
Voor het gebruik van deze machine moet de trekker aan
de volgende voorwaarden voldoen:
Trekkervermogen: tot 250pk / 184kW
Aanbouw hefarm cat. II of cat. III
Aansluitingen: zie tabel 'Noodzakelijke hydrauliek
en stroomaansluitingen'
Ballastgewichten
GEVAAR
Levensgevaar of materiële schade - door een verkeerd
ballastgewicht op de trekker.
De vooras van de trekker moet altijd met ten
minste 20% van het onbelaste gewicht van de
trekker worden belast om de stuur- en remcapa-
citeit van de trekker te waarborgen.
20%
Kg
Hefinrichting (driepuntskoppeling)
371-08-16
371-08-16
-De hefinrichting (driepuntskoppeling) van de trekker
moet berekend zijn op de optredende belasting. (Zie
technische gegevens)
- De hefsteunen moeten middels de verstelinrichting op
gelijke lengte worden ingesteld (4).
(Zie instructieboekje van de trekkerproducent)
- Kunnen de hefsteunen aan de hefarmen in verschillende
posities worden gestoken, dan moet de achterste positie
worden gekozen. Daardoor wordt de hydraulische
installatie van de trekker ontlast.
- De begrenzingskettingen of stabilisatoren van de hefarmen
(5) moeten zo worden ingesteld dat geen zijdelingse
bewegingen van de aanbouwwerktuigen mogelijk zijn.
(Veiligheidsmaatregel voor transportritten)
Noodzakelijke hydraulische aansluitingen
Verbruiker Enkelvoudig werkende
hydraulische aansluiting
Dubbel werkende
hydraulische aansluiting
Aanduiding (kant
van de machine)
Standaard
Spoortrekker (variant) X
Hydrolift (variant) X
Hydraulische topstang (variant) X
Noodzakelijke stroomaansluitingen
Uitvoering Verbruiker Pool Volt Stroomaansluiting
Standaard Verlichting 7-polig 12 VDC volgens DIN-ISO 1724
- 8 -
1800-NL_Aanbouw_8773
NL
AANBOUW VAN DE MACHINE
Verplaatsingsaanwijzingen
GEVAAR
Levensgevaar - als de machine omlaag komt!
Ga niet onder of in de omgeving van de
geheven machine staan.
Ook derden mogen zich niet in de geva-
renzone onder of in de omgeving van de
geheven machine bevinden.
Voor het verplaatsen met een kraan is de rotorkopeg
voorzien van de volgende ophangpunten:
2
2
1
- Console van de 3-punts-ophanging (1)
- Links en rechts buiten aan het frame van de naloop-wals
(2)
(Rotorkopeg totaalgewicht zie hoofdstuk 'Technische
gegevens')
Voorbereiding op de aanbouw aan de
trekker
Pas de hefarmconsolen van de rotorkopeg aan aan de
categorie van de aanbouwbok van de trekker.
Categorie II:
Verwissel de hefarmconsolen van de aanbouwbok met
elkaar zodat de beweeglijke console zich aan de binnenkant
bevindt. Plaats de bout met het dunne (CAT II) uiteinde in
de beweeglijke console.
Categorie III:
Verwissel de hefarmconsolen van de rotorkopeg met
elkaar zodat de beweeglijke console zich aan de buitenkant
bevindt. Plaats de bout met het dikke (CAT III) uiteinde in
de beweeglijke console.
- 9 -
1800-NL_Aanbouw_8773
AANBOUW VAN DE MACHINE NL
Veiligheidsaanwijzingen
AANWIJZING
Beschadigingen - bij botsing van de cardanas met
de machine.
Controleer de lengte van de cardanas voor
de eerste ingebruikname.
Pas de lengte van de cardanas aan indien
nodig. Details zie hoofdstuk 'Cardanas' in
bijlage van deze handleiding.
TIP
De algemene veiligheidsbepalingen in de bijlage bij deze
handleiding moeten worden opgevolgd!
Machine aanbouwen
Voorwaarde:
Controleer de geschiktheid van de trekker aan de hand
van het hoofdstuk 'Belangrijke extra informatie voor uw
veiligheid' in de bijlage, voordat de rotorkopeg aan de
trekker wordt aangebouwd.
WAARSCHUWING
Gevaar vanwege ernstige verwonding - door
beknelling of beklemming van lichaamsdelen tussen
trekker en machine!
Er mogen zich geen personen in de geva-
renzone in de omgeving van de koppelings-
punten aan de machine bevinden, op het
moment dat de trekker naar de machine
wordt gereden.
Aanbouw
- Trekker-hefinrichting voorbereiden aan het hand van
het hoofdstuk 'Trekkervoorwaarden'
WAARSCHUWING
Gevaar vanwege ernstige verwonding - door
beknelling of beklemming van lichaamsdelen tussen
trekker en machine!
De trekker tegen onbedoeld wegrollen
beveiligen.
Zet de motor af
Verwijder de sleutel
voordat de gevarenzone tussen trekker en machine
wordt betreden.
345
- Hefarm aan de pendelwippen (3) van de machine
koppelen en beveiligen. De pendelwippen (3) kunnen
via de geperforeerde plaat (5) horizontaal worden
verschoven en kunnen aan de trekker worden
aangepast.
- Topstang aankoppelen en beveiligen. (4)
- Cardanas aankoppelen.
De overbelastingsbeveiliging van de cardanas moet
aan de aansluiting van de aanbouwmachine worden
aangekoppeld.
- De 7-polige stekker van de verlichting op de trekker
aansluiten.
- Afhankelijk van de uitrusting de hydraulische slangen
aansluiten.
WAARSCHUWING
Gevaar vanwege ernstige verwonding - door
beknelling of beklemming van lichaamsdelen tussen
trekker en machine!
Er mogen zich geen personen in de geva-
renzone in de omgeving van de koppelings-
punten bevinden, op het moment dat de
hefhydrauliek van de trekker wordt bediend.
- 10 -
1800-NL_Aanbouw_8773
AANBOUW VAN DE MACHINE NL
Machine demonteren
AANWIJZING
Beschadigingen - bij het laten zakken van de machine
op een ongeschikte ondergrond.
Plaats de machine alleen op een stevige,
vlakke ondergrond.
Voorwaarde:
Rotorkopeg alleen op een stevige en vlakke ondergrond
plaatsen. Zorg voor voldoende vrije ruimte, zodat de
rotorkopeg zonder problemen opnieuw aan de trekker kan
worden aangebouwd.
Demontage:
- De 7-polige stekker van de verlichting op de trekker
afsluiten.
- Afhankelijk van de uitrusting de hydraulische slangen
afsluiten.
- Cardanas afkoppelen.
- Topstang ontlasten en afkoppelen.
- Hefarm afkoppelen en voorzichtig met de trekker naar
voren rijden.
- Machine met diefstalbeveiliging beveiligen
1. Diefstalbeveiliging op de koppeling aanbrengen
2. Diefstalbeveiliging met hangslot beveiligen.
Hefarm-aankoppeling
- 11 -
1800-NL_Transport_8732
TRANSPORT
NL
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Levensgevaar - doordat tijdens het rijden personen
van de machine kunnen vallen.
Het is niet toegestaan om op de rotorkopeg
mee te rijden of op de lopende rotorkopeg te
klimmen.
transportpositie
TIP
De betreffende nationale voorschriften dienen te wor-
den nageleefd. (vooral voor transportbreedte van de
LION 353.14 WG en de LION 403 WG in aangebouwde
toestand!)
Wettelijke aanwijzingen bij aanbouwwerktuigen die bij
ritten over de weg door trekvoertuigen worden getrok-
ken - zie bijlage C
Voorwaarde:
De transportbreedte van de rotorkopeg LION 3002 kan tot
kleiner dan 3m worden gereduceerd. De transporthoogte
is afhankelijk van de uitrusting verschillend.
In transportpositie brengen:
- Zijbeplating ontgrendelen, opklappen en beveiligen (1).
- De functie van de verlichting controleren.
- LION 4002: bijv, op aanhanger plaatsen
1
Variant: Markeur
- Markeur inklappen en beveiligen (2).
(Details zie hoofdstuk 'Markeur')
2
TIP
Bij de variant met hydraulische topstang kan de zaaima-
chine naar voren worden geheld. Op deze manier wordt
het zwaartepunt van de combinatie in de richting van de
trekker verlegd.
- 12 -
1800-NL_Transport_8732
TRANSPORT
NL
Variant: Aan- of afgebouwde zaaimachine
- De aan- of afgebouwde zaaimachine kan de
transportafmeting van de gehele arbeidseenheid
verhogen.
- Let ook op de transportaanwijzingen van de aan- of
afgebouwde zaaimachine.
(Details zie handleiding 'Zaaimachine')
- bij aangebouwde zaaimachine met hydrolift en
hefbegrenzer moet de hefbegrenzer in transportpositie
worden geblokkeerd. Kogelkraan (3) sluiten
- De kogelkraan (3) in arbeidspositie weer openen, om de
functie van de hefbegrenzer mogelijk te maken
3
- 13 -
1800-NL_Instellingen_8732
INSTELLINGEN
NL
Cirkelharktoerental
Voorwaarde:
Afhankelijk van het trekkervermogen en de omgeving-
somstandigheden kan het toerental van de cirkelhark
worden voorgekozen. Dit gebeurt óf via het voorgekozen
aftakas-toerental van de trekker óf via de positie van de
tandwielen in de transmissie van de rotorkopeg.
Aftakas-toerental:
Het aanbevolen trekker-aftakastoerental is ca. 1000
omw./min. Hierbij ontstaat het geringste koppel en de
aandrijf-componenten worden ontzien.
Bij losse bodem of geringe arbeidsdiepte kan het trek-
ker-aftakas-toerental tot 750 omw/min of 540 omw/min
worden gereduceerd.
Tandwielen in de transmissie van de rotorkopeg
omsteken:
- Rotorkopeg heffen en met de topstang zo ver als mogelijk
naar voren hellen om te voorkomen dat olie uittreedt.
GEVAAR
Levensgevaar - bij onvoorspelbare bewegingen van
trekker of machine
De trekker tegen onbedoeld wegrollen
beveiligen.
Zet de motor af.
Verwijder de sleutel.
Beveilig de machine met steunelementen
(1) tegen omvallen.
1
AANWIJZING
Beschadigingen - door lekkende olie.
Voordat de transmissiedeksel wordt geo-
pend, moet een reservoir onder de trans-
missie worden geplaatst om evt. weglopen-
de olie op te vangen.
AANWIJZING
Beschadigingen - door vervuiling van de transmissie.
Let er bij de geopende transmissie op dat
geen vervuilingen in de transmissie terecht
komen.
- Transmissiedeksel (2) losdraaien.
2
- Tandwielen volgens tabel 1 plaatsen.
- Transmissiedeksel (2) vastschroeven en controleren op
dichtheid.
- Transmissie-oliepeil controleren en indien nodig bijvullen.
(Details zie hoofdstuk 'Onderhoud')
- 14 -
1800-NL_Instellingen_8732
INSTELLINGEN
NL
Werkdiepte
TIP
Om de instelwerkzaamheden te vergemakkelijken, is het
raadzaam om de verstelinrichtingen vooraf te reinigen.
De werkdiepte van de rotorkopeg wordt bepaald door het
pendelbereik van de aangebouwde wals. Het pendelbereik
wordt met de positie van de bouten aan de geperforeerde
plaat van het frame links en rechts naar boven begrensd.
Instelling:
- Rotorkopeg heffen
De wals zakt daardoor naar beneden en de bouten
worden ontlast.
GEVAAR
Levensgevaar - bij onvoorspelbare bewegingen van
trekker of machine
De trekker tegen onbedoeld wegrollen
beveiligen.
Zet de motor af.
Verwijder de sleutel.
Beveilig de machine met steunelementen
(1) tegen omvallen.
1
- De bouten (2) losmaken en in de gewenste positie plaatsen.
TIP
De werkdiepte hangt sterk af van de bodemomstan-
digheden.
2
Onderste positie (A) = geringste arbeidsdiepte
Bovenste positie (B) = grootste arbeidsdiepte
173-12-02
A
B
Per gat verandert de werkdiepte met ca. 2,5 cm
- De bouten (2) links en rechts in gelijke positie plaatsen!
- De bouten (2) borgen.
Afstrijkplaten van de walsen
TIP
Om de instelwerkzaamheden te vergemakkelijken, is het
raadzaam om de verstelinrichtingen vooraf te reinigen.
De afstrijkplaten zorgen ervoor dat vervuilingen van de
rollen worden verwijderd.
Instelling algemeen:
De afstrijkplaten moeten zo dicht mogelijk op de rol
staan, maar mogen de vrijloop niet blokkeren.
- Rotorkopeg heffen
De wals staat vrij en de vrijloop van de wals kan worden
getest.
GEVAAR
Levensgevaar - bij onvoorspelbare bewegingen van
trekker of machine
De trekker tegen onbedoeld wegrollen
beveiligen.
Zet de motor af.
Verwijder de sleutel.
Beveilig de machine met steunelementen
(1) tegen omvallen.
1
- 15 -
1800-NL_Instellingen_8732
INSTELLINGEN
NL
- Schroeven (2) aan beide kanten losmaken
- De slijtage van de afstrijkplaten kan met de schroef (3)
worden bijgesteld.
- Schroeven (2) weer vastdraaien!
23
TIP
De afstrijkplaten slechts zover bijstellen dat de vrijloop
van de walsen niet door een afstrijkplaat wordt gehin-
derd. Indien nodig kunnen de afstrijkplaten afzonderlijk
worden versteld, door de schroef (4) los te maken en de
afstrijkplaat in het langsgat te verschuiven.
4
Instelling snijpakkerrol:
De afstrijkplaten moeten zo dicht mogelijk op de rol
staan, maar mogen de vrijloop niet blokkeren.
- Rotorkopeg heffen
De wals staat vrij en de vrijloop van de wals kan worden
getest.
GEVAAR
Levensgevaar - bij onvoorspelbare bewegingen van
trekker of machine
De trekker tegen onbedoeld wegrollen
beveiligen.
Zet de motor af.
Verwijder de sleutel.
Beveilig de machine met steunelementen
(1) tegen omvallen.
1
- Schroeven aan beide kanten (6) (7) losmaken
- Met een hendel (bijv.: schroevendraaier) in huls (5) de
geleider om het draaipunt (7) roteren.
- Schroeven (6) (7) weer vastdraaien.
5
7
6
TIP
De afstrijkplaten slechts zover bijstellen dat de vrijloop
van de walsen niet door een afstrijkplaat wordt gehin-
derd. Indien nodig kunnen de afstrijkplaten afzonderlijk
worden versteld, door de schroef (4) los te maken en de
afstrijkplaat in het langsgat te verschuiven.
4
- 16 -
1800-NL_Instellingen_8732
INSTELLINGEN
NL
Zijkappen
GEVAAR
Levensgevaar - door onjuist naar beneden geklapte
zijbeplating
Klap eerst de zijbeplating naar beneden en
schakel dan pas de aandrijving in.
Repareer defecte zijbeplating direct.
De zijkappen schermen in arbeidspositie de toegang tot
de buitenste bewerkings-tanden af en ondersteunen de
zaadbedbewerking doordat het bewerkte bodem niet naar
de zijkant kan worden gebracht.
Instelling transportpositie:
Om de transportbreedte van de rotorkopeg terug te bren-
gen naar minder dan 3m breedte, kunnen de zijkappen in
transportpositie worden gebracht.
- Zijkap met bout (1) losmaken
- Zijkap helemaal heffen en met bout (1) in transportpositie
borgen
1
Zijkapgeleiding middels parallellogram:
Is de rotorkopeg van spoortrekkers voorzien of wordt deze
met een opbouw-rijenzaaimachine gecombineerd, dan is de
kapgeleiding bovendien met een parallellogram uitgerust.
Instelling van de kappositie in arbeidspositie:
De kappositie moet zo worden ingesteld dat de onderzijde
met de bodem afsluit.
Afhankelijk van de omgevingsomstandigheden (bijv.
oogstrestanten, ...) kan de kappositie worden aangepast.
- Schroeven (2) losmaken
- gewenste positie instellen
- Schroeven (2) bevestigen
2
Egalisatierails
GEVAAR
Levensgevaar - door bewegende cirkelharken tijdens
werkzaamheden aan de egalisatierails
Schakel de aandrijving uit voordat met
werkzaamheden aan de egalisatierails wordt
begonnen
Verwijder de sleutel.
De rotorkopeg is standaard voorzien van een achterrail
en optioneel van een frontrail. De egalisatierails zijn in
hoogte instelbaar.
- 17 -
1800-NL_Instellingen_8732
INSTELLINGEN
NL
Instelling achterrail:
- Excenterhendel (hulpmiddel om gemakkelijker te
verstellen) uit de parkeerpositie (1) nemen
1
- Excenterhendel (2) in het eerste vrije gat aan de arm
van de egalisatierail plaatsen en zwenken tot de bout
(3) onbelast is en kan worden verwijderd.
- Excenterhendel verder zwenken tot de egalisatierail in
het volgende gat met de bout (3) kan worden geplaatst.
3 2
- Procedure herhalen tot de gewenste positie van de
egalisatierail is bereikt.
- Excenterhendel in de parkeerpositie plaatsen (1)
Instelling frontrail:
- net als bij de achterrail, alleen het plaatsen gebeurt aan
de arm van de egalisatierail (4)
4
hydraulische topstang (optie)
Bediening:
- middels dubbelwerkende trekkerhydrauliek de
hellingshoek van de rijenzaaimachine instellen.
- In de wendakker kan daardoor de rijenzaaimachine
separaat worden geheven, om zo het eggen van het
veld zonder zaaien mogelijk te maken.
- In de wegtransportpositie kan het zwaartepunt van de
combinatie in de richting van de trekker worden verlegd,
door de rijenzaaimachine verder in de rijrichting te laten
overhellen.
Instelling van de maximale helling van de
rijenzaaimachine
voor een betere aanpassing aan de bodem kan de maxi-
male helling van de rijenzaaimachine via de spilboom A
worden ingesteld.
Instelprocedure:
1. Eg van rijenzaaimachine demonteren (zie Opbouw-
rijenzaaimachine demonteren)
2. Splitpen (1) verwijderen
3. Bout (2) verwijderen
1
2
4. Topstang omhoog klappen
5. Topstangarm wegklappen om de contramoer (3) en
het vierkant gemakkelijk toegankelijk te maken.
6. Contramoer (3) openen
7. Spilas instellen door het achterste uiteinde (4) te
draaien. De afstand A (tussen uiteinde hefcilinder
en contramoer) moet tussen 40 mm en 65 mm
bedragen.
A
3
4
Bij een grote afstand A helt de rijenzaaimachine
tegen de rijrichting in naar achteren.
Bij een kleine afstand A helt de rijenzaaimachine in
de rijrichting naar voren.
- 18 -
1800-NL_GEBRUIK_8773
GEBRUIK
NL
Gebruik
GEVAAR
Levensgevaar - door bewegende onderdelen
De veiligheidsvoorzieningen op volledigheid
controleren.
Beweeg alle veiligheidsvoorzieningen op
de juiste manier naar beneden, voordat de
aandrijving wordt ingeschakeld
Er mogen zich geen personen binnen de
gevarenzone bevinden als de aandrijving
wordt geschakeld.
Begin van de werkzaamheden:
Op het veld moet de rotorkopeg tot net boven de bodem
worden neergelaten, pas dan mag de aftakas naar het
gewenste toerental worden gebracht.
Met de trekker gaan rijden en ondertussen de rotorkopeg
helemaal laten zakken.
Keren:
Voor het keren de rotorkopeg niet verder dan nodig heffen.
Als de cardanas daarbij slechts minimaal is gebogen, kan
deze verder lopen.
Als de machine in geheven toestand onrustig loopt, moet
de cardanas worden uitgeschakeld.
Blokkades:
De cardanas is voorzien van een overbelastingskoppeling
om eventuele blokkades bij steenachtige bodems of andere
hindernissen te ondervangen, zonder dat de rotorkopeg
wordt beschadigd.
Blokkade opheffen:
GEVAAR
Levensgevaar - bij onbedoelde bewegingen van de
trekker of machine
De trekker tegen onbedoeld wegrollen beveili-
gen.
Zet de motor af.
Verwijder de sleutel.
Beveilig de machine met steunelementen (1)
tegen kantelen.
1
- de trekker stoppen
- rotorkopeg heffen en tegelijkertijd het toerental van de
cardanas terugbrengen.
Als de rotorkoppen niet meer geblokkeerd zijn, klikt
de nokkenschakelkoppeling van de cardanas door
het gereduceerde toerental weer hoorbaar vast en de
werkzaamheden kunnen worden voortgezet.
Beginnen de rotorkoppen niet te draaien, dan moeten deze
handmatig worden vrijgemaakt.
VOORZICHTIG
Licht verwondingsgevaar - door wegslingerende delen
die langs de intacte veiligheidsvoorziening gaan.
Er mogen zich geen personen in de gevaren-
zone bevinden.
De machine dient onmiddellijk te worden uitge-
schakeld wanneer personen de gevarenzone
naderen.
- 19 -
1800-NL MARKEUR_8773
NL
MARKEUR
Markeur (optie)
Functie:
De markeurs worden hydraulisch met een enkel-werkend
regelventiel bediend.
Als het regelventiel in positie 'heffen' wordt geschakeld,
worden beide markeurs geheven
Als het regelventiel in positie 'zakken' wordt geschakeld,
wordt afwisselend de linker of de rechter markeur in
arbeidspositie gebracht.
Instelling:
1 2
Markeurs in trekkermidden (M) of trekkerwielen (M1)
instellen:
- M of M1 met behulp van de formule bepalen:
M = (A + R ) / 2
Voorbeeld: (300 + 12) / 2 = 156 cm
M1 = M - S/2 = (A+R)/2 - S/2
A...Arbeidsbreedte in cm
R...Rijenafstand in cm
M...Afmeting van het trekkermidden in cm
M1..Afmeting van binnenste banden in cm
S...Spoorbreedte van de trekker in cm
- Markeurs in arbeidspositie zwenken en bij verstelpunt
(2) de gemiddelde afmeting (A) volgens tekening
hiernaast instellen.
Markeurs - greep instellen:
- de schijvenas is aan het verstelpunt (1) draaibaar. De gewenste
stroefheid kan afhankelijk van de bodemomstandigheden
worden ingesteld.
Aanrijbeveiliging:
As
De markeurs zijn van een losbreekschroef (As) voorzien. Als de
markeur tegen een vaste hindernis stoot, breekt deze schroef
af en de markeur ontwijkt de hindernis. Het is raadzaam om
een losbreekschroef in de trekker mee te nemen.
AANWIJZING
Beschadigingen - als onvoldoende geteste onderdelen
of onderdelen met verschillende eigenschappen
worden aangebouwd.
Uitsluitend originele onderdelen van PÖT-
TINGER gebruiken! Schroeven met een
ander breekvermogen kunnen de machine
beschadigen!
Transportpositie:
GEVAAR
Levensgevaar - door loskomende, omlaagzwenkende
markeurs.
Beveilig de markeurs vóór een transportrit
met de transportbeveiliging.
3
De markeurs zijn voorzien van de transportbeveiliging. Deze
moeten in transportpositie aan het bevestigingspunt (3) worden
vastgemaakt en moeten worden beveiligd.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46

Pottinger LION 3002 Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung
Dieses Handbuch ist auch geeignet für

in anderen Sprachen