Pottinger NOVACAT 8600 ED COLLECTOR Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung

Dieses Handbuch ist auch geeignet für

(ANDLEIDING
NL
 ).3425#4)%3 6//2 $% /6%2$2!#(4 6!. -!#().%3    PAGINA 
6ERTALING VAN DE ORIGINELE HANDLEIDING
Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
.R
• Schijvenmaaier
99 384.NL.80J.0
NOVACAT 8600
(Type PSM 384 : + . . 01403)
ALLG./BA SEITE 2 / 0000-NL
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
Productaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop van machines een
handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren over de bedienings-, de veiligheids- en de
onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de
fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die door een machine ontstaat,
die echter niet aan deze machine ontstaat: voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van
EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of doorverkocht dient de
handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op de voorschriften te worden gewezen.
NL Geachte gebruiker!
U hebt een goede keuze gemaakt en wij feliciteren U dan ook dat U voor
het merk Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden wij U kwaliteit en capaciteit,
gekoppeld aan een goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de omstandigheden waaronder
de machine wordt ingezet en om in de toekomst nieuwe machines te
kunnen ontwikkelen, verzoeken wij U ons enige gegevens te verstrekken.
Daardoor is het dan ook mogelijk om U in de toekomst gericht over nieuwe
ontwikkelingen te informeren.
Pöttinger-nieuwsbrief
www.poettinger.at/nl/newsletter
Actuele vakinformatie, nuttige links en ontspanning
Document D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
T Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen en
handleidingen zijn aanwezig.
T De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebruiker
besproken en uitgelegd.
T Bandenspanning gecontroleerd
T Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
T Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
T Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
T Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
T Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
T Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
T Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
T Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
T Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
T
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
- 4 -
NL
INHOUDSOPGAVE
0800_NL-Inhalt_384
Aanwijzingen voor
veilig werken
In deze handleiding
zijn alle plaatsen
die betrekking
heb ben op
de vei lig heid
met dit teken
aan ge ge ven.
Inhoudsopgave
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
CE-kenmerk ............................................................... 5
Betekenis van de waarschuwing afbeeldingen ......... 5
AANKOPPELEN
Machine aan de trekker bouwen .............................. 6
Trekker aan de wagen aansluiten .............................. 7
Aansluiten van de sensor- en ventielkabel van de
frontmaaier................................................................. 7
Aftakas aankoppelen ................................................ 7
Hydraulische aansluiting ............................................ 8
Let op de draairichting van de maaischijven ............. 9
Combinatie 3 ........................................................... 10
Combinatie 2 ........................................................... 11
TRANSPORT
Veranderen van werk- in transportstand ................. 12
Heffen in wegtransportpositie ................................. 12
Laten zakken in veldtransportpositie ....................... 12
Rijden op de openbare weg .................................... 13
Transportstand ......................................................... 13
Gebruik op hellingen ................................................ 14
BEDIENING „DIRECT CONTROL“
Betekenis van de toetsen op de bedieningskast..... 15
Gewenste hydraulische functie uitvoeren ................ 15
Instellingen voor ingebruikname .............................. 16
Overige instellingen ................................................. 17
Instellen van het tijdverschil – ‘Heffen/laten zakken
frontmaaier en zijmaaier’ ......................................... 18
Veranderen van werk- in transportstand ................. 19
ISOBUS - TERMINAL
Bedieningsstructuur – maaier met ISOBUS-
aansluiting................................................................ 21
Betekenis van de toetsen ........................................ 22
Voor de maaiers knoppen op de Joystick toewijzen 24
Instellen van de Joystick ......................................... 24
GEBRUIK
Belangrijke opmerkingen voor u begint te werken .. 25
Werken ..................................................................... 26
Aanrijbeveiliging ....................................................... 26
KNEUZER (CONDITIONER)
Maaien met de kneuzer ........................................... 27
Juiste riemspanning................................................. 27
Toerental 700 o/m ................................................... 27
Stand van de rotorvingers ....................................... 27
In- en uitbouwen van de kneuzer ............................ 28
Maaien zonder kneuzer ........................................... 31
Optie ........................................................................ 31
Instellingen ............................................................... 33
Reinigen en onderhoud ........................................... 33
STAND VAN DE GELEIDEPLATEN INSTELLEN
Systeem "extra dry"................................................. 34
Geleideplaat demonteren ........................................ 35
Geleideplaat monteren ............................................ 35
ZWADVORMERS
Roterende zwadvormers ....................................... 36
Verhoogde schijven (extra-uitrusting) ...................... 36
ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzing ............................................... 37
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud ......... 37
Reinigen van machinedelen ..................................... 37
In de openlucht laten staan ..................................... 37
Overwinteren ........................................................... 37
Aftakassen ............................................................... 37
Hydrauliekinstallatie ................................................. 37
Olie verversen bij de maaibalk ................................. 38
Tandwielkast ............................................................ 39
Ölwechsel Winkelgetriebe ....................................... 39
Onderhoud van de transmissie................................ 40
Montage van de messen ......................................... 40
Instellen van de veldtransportstand (Wendakker) .... 41
Storingen en oplossingen bij uitval van de elektrische
installatie .................................................................. 42
Slijtagecontrole van de maaimeshouder ................. 44
Houder voor het snel wisselen van messen ............ 45
Messen verwisselen (tot bouwjaar 2003) ................ 45
Controle van de bevestiging van de mesjes ........... 45
Verwisselen van de messen (vanaf bouwjaar 2004) 46
Opbergen van de hefboom ...................................... 46
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens .............................................. 47
Vereiste aansluitingen .............................................. 47
Doelgericht gebruik van de machine ....................... 48
Plaats van het typeplaatje ....................................... 48
AANHANGSEL
Aanwijzingen voor veilig werken .............................. 51
Aftakas ..................................................................... 52
Smeerschema ......................................................... 54
Smeermiddelen........................................................ 57
Diagnosefunctie voor sensoren ............................... 59
Weergave van de software versie ............................ 59
Controle van de bedieningskast ‘Direct Control’ en de
boordcomputer ........................................................ 59
Reparatie's aan het maai-element ........................... 63
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig ......... 64
- 5 -
9700_NL-Warnbilder_361
NL
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
Buiten het zwenkbereik van de machine blijven.
Voor het inschakelen van de aftakas, de beide zijdelen
neerklappen
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar nog delen
kunnen bewegen.
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk, geeft aan dat de machine beantwoord
aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
Betekenis van de waarschuwing
afbeeldingen
Gevaar - rondslingerende delen. Houdt veilige afstand
bij een draaiende motor.
Raak nooit bewegende machinedelen aan. Wacht totdat
deze volledig tot stilstand zijn gekomen.
Houdt voldoende afstand tot de messen, als de
trekkermotor draait en de aftakas is aangesloten.
Voor onderhouds- en reparatie werk zaamheden,
de trekkermotor stopzetten en de contactsleutel
verwijderen.
Aanwijzingen voor
veilig werken
In deze handleiding
zijn alle plaatsen
die betrekking
hebben op
de veiligheid
met dit teken
aangegeven.
bsb 447 410
495.167
- 6 -
0700_NL-ANBAU_3841
NL
AANKOPPELEN
De maaier midden achter de trekker
aanbouwen
- Hefpennen dienoverkomstig afstellen.
- De hefstangen begrenzen om zijdelingse speling te
voorkomen.
Aanbouwraam horizontaal
- Door het verdraaien van de hefstangverstelling het
aanbouwraam horizontaal afstellen.
Hoogte van de hefarmen afstellen
- De regelhendel op de trekker (ST) met de aanslag
afstellen.
- De stand van de aftakas (GW) moet tijdens het maaien
ongeveer horizontaal zijn
Deze hoogte maakt een goede aanpassing aan
bodemoneffenheden mogelijk en hoeft bij het heffen
van het maaielement niet te worden veranderd.
TD 79/98/01
15
Machine aan de trekker bouwen
Aanwijzingen voor
veilig werken:
zie aanhangsel-A
p. 7.), 8a. - 8h.)
Lengte van de topstang instellen
- Door het verdraaien van de topverbinding (16) kan de
maaihoogte worden veranderd.
Een hydraulische topstang wordt
aanbevolen
(dubbelwerkend stuurventiel)
Let op!
Deze machine is
alleen bedoeld
voor gebruik in
combinatie met
tractoren (niet
voor zelfrijdende
machines).
Bij zelfrijdende
machines is
het zicht van
de bestuurder
beperkt,
wanneer de
beide buitenste
maaibalken in de
transportpositie
zijn
hooggezwenkt.
- 7 -
0700_NL-ANBAU_3841
NL
AANKOPPELEN
Aftakas aankoppelen
- Bij het voor de eerste keer gebruiken van de machine
achter de bepaalde trekker moet de lengte van de
aftakas worden gekontroleerd en eventueel worden
aangepast. Zie ook "Aanpassen van de aftakas",
aanhangsel B.
Aansluiten van de sensor- en ventielkabel van de frontmaaier
Elektrische-kabelverbindingen tussen de
frontmaaier en de maaicombinatie
3-polige kabel voor sensor-aanbouwset (1)
Trekker aan de wagen aansluiten
Bediening:
- 3-polige stekker aan de DIN 9680 stekkerdoos van de
trekker koppelen
Verlichting:
- 7-polige stekker aan de trekker koppelen
- De verlichting van de wagen controleren op goed
functioneren.
Bij trekkers met een ISO-bus aansturing
- 9-polige stekker aan de ISO-bus stekkerdoos van de
trekker koppelen
Belangrijk!
Elke keer als de
wagen in gebruik
genomen wordt
deze op verkeers-
veiligheidsaspec-
ten controleren
(aankoppelpenbe-
veiliging, remmen,
verlichting, rich-
tingaanwijzers,
beschermkappen)
- 8 -
0700_NL-ANBAU_3841
NL
AANKOPPELEN
7
Minimaal hydraulisch systeem:
1 x enkelwerkend hydraulisch circuit (EW) met een vrije
retourleiding (T)
1 x dubbelwerkend hydraulisch circuit (DW), voor de
aanrijbeveiliging
Optimaal hydraulisch systeem:
1 x enkelwerkend hydraulisch circuit (EW) met een vrije
retourleiding (T)
1 x dubbelwerkend hydraulisch circuit (DW), voor de
aanrijbeveiliging
1
x
dubbelwerkend hydraulisch circuit (DW), voor de
hydraulische topstang
of
Load Sensing hydraulisch circuit (LS) (Uitrusting
tegen meerprijs)
1 x dubbelwerkend hydraulisch circuit (DW), voor de
aanrijbeveiliging
1 x dubbelwerkend hydraulisch circuit (DW), voor de
hydraulische topstang
Instellingen
Bovendien moet de schroef (7) aan het hydraulische blok
op de juiste manier zijn ingesteld.
Let op!
Elektrische verbinding losmaken
Bij tractoren met ’Load Sensing’
- schroef (7) aan hydraulische blok helemaal indraaien
Bij tractoren met gesloten hydraulisch systeem
JOHN DEERE, CASE MAXIMUM, CASE MAGNUM,
FORD serie 40 SLE
- schroef (7) aan hydraulische blok helemaal indraaien
Bij tractoren met open hydraulisch systeem
- schroef (7) aan hydraulische blok helemaal uitdraaien
Hydraulische aansluiting
- 9 -
0700_NL-ANBAU_3841
NL
AANKOPPELEN
- De betreffende draairichting kiezen
- indien de noodzakelijke aftakasdraairichting vanuit de
trekker niet vooraf kan worden geselecteerd, dient de
transmissie (G1) met 180° te worden gedraaid.
Attentie!
Voordat de aandrijving weer wordt
gemonteerd:
De ontluchtingsschroef en de aftapbout
met elkaar verwisselen.
De ontluchtingsschroef hoort aan de
bovenzijde!
180°
G1
Let op de draairichting van de maaischijven
- 10 -
0600_NL-ANBAUTEILE_384
NL
AANKOPPELEN
Indien er van combinatie 2 naar combinatie 3 moet worden
overgegaan, dienen de volgende stappen te worden
uitgevoerd:
1. adapter verwijderen (pos. 5)
2. aanbouwas demonteren en in pos. 4a monteren
3. hefinstallatie monteren (pos. 1)
4. hydraulische verbinding tot stand brengen (pos. 3)
5. elektrische verbinding tot stand brengen (pos. 2)
6. maaier aan de hefinstallatie (1) aanbouwen
- expander (EX) inhangen
7. de beide kettingen monteren
- lees daarvoor de aanwijzingen in het hoofdstuk
’Instellingen’
Combinatie 3
Veiligheids-
aanwijzing:
zie aanhang A1 punt
7, 8a – 8h)
Attentie!
Met de hefinrich-
ting (1) kan niet
traploos worden
geheven of laten
zakken. Als het
hydraulische
ventiel wordt
bediend, wordt de
middelste maaier
altijd helemaal
geheven of zakt
helemaal. (Be-
klemmingsgevaar)
- 11 -
0600_NL-ANBAUTEILE_384
NL
AANKOPPELEN
Indien er van combinatie 3 naar combinatie 2 moet worden
overgegaan, dienen de volgende stappen te worden
uitgevoerd:
1. Elektrische verbinding losmaken (pos. 2)
- de kabels op een geschikte plaats aan het frame
vastbinden
2. hydraulische verbinding losmaken (pos. 3)
3. hefinstallatie demonteren (pos. 1)
4. aanbouwas monteren (pos. 4)
5. adapter monteren (pos. 5)
6. maaier aan de hefinstallatie van de tractor
aanbouwen
Frontmaaier aan de hefinstallatie aanbouwen
Lees daarvoor ook de hoofdstukken
- instellingen ’frontmaaier’
- aanbouwonderdelen
Combinatie 2
- 12 -
0700_NL-TRANSPORT_384
NL
TRANSPORT
Heffen in wegtransportpositie
De functie van deze toets kan alleen dan worden
geactiveerd, als alle maaiers in de veld-transportstand
(Kopakker FT) staan.
- Aandrijving uitschakelen en stilstaan afwachten
- Alle beschermbeugels aan de maaiers opklappen
Variant met ‘Power control’
Toets kort indrukken,
de functie is geactiveerd
Toets indrukken,
alle maaiers zwenken tot in de eindstand
Variant met ‘ISOBUS-terminal’
Softkey-toets kort indrukken,
de functie is geactiveerd
Softkey-toets indrukken,
alle maaiunits zwenken tot in de eindpositie
Laten zakken in veldtransportpositie
Variant met ‘Power control’
Toets kort indrukken,
de functie is geactiveerd
Toets indrukken,
alle maaiers zwenken tot in de veldtransportstand
(FT)
Variant met ‘ISOBUS-terminal’
Softkey-Toets kort indrukken,
de functie is geactiveerd
Softkey-Toets indrukken,
alle maaiunits zwenken tot in de veldtransportpositie
(FT)
- Alle beschermbeugels aan de maai-installatie
uitzwenken
Voor het opklappen van de maaiers, de
aandrijving uitschakelen en wachten tot
de maaischijven stilstaan.
Overtuig U er van tevoren van dat zich
niemand in het gevarengebied rond de
machine bevindt.
Veranderen van werk- in transportstand
Veilig-
heidsaanwijzing!
Het veranderen
van werk- in
transportstand en
omgekeerd alleen
uitvoeren op een
vlakke, vaste
ondergrond.
Machine alleen in
transportstand
vervoeren
- 13 -
0700_NL-TRANSPORT_384
NL
TRANSPORT
Transportstand
Rijden op de openbare weg
Let op de wettelijke voorschriften.
Over de openbare wegen mag alleen worden gereden
in transportpositie.
Beschermingen moeten in goede staat zijn.
Beweegbare delen moeten voor het rijden in de goede
stand gezet worden en er moet gezorgd worden, dat
ze niet van plaats kunnen veranderen.
Voor het begin van de rit, de verlichting controleren.
Belangrijke informatie vindt u verder in de bijlage van
deze gebruiksaanwijzing.
Hefarmen
De hefarmen (U) vast zetten zodat de machine niet
zijdelings wegzwenken kan.
max. 4000
200
3000
- 14 -
0700_NL-TRANSPORT_384
NL
TRANSPORT
Machine van de trekker afbouwen
Let op!
De maaicombinatie alleen in arbeidspositie
(beide maai-eenheden zijn neergeklapt)
wegzetten. Als de maaicombinatie in
transportpositie wordt weggezet bestaat
een grote kans dat het werktuig kantelt!
278-09-16
Veiligheids-
aanwijzing:
De schijvenmaaier
mag alleen
worden neergezet
op een stevige
en vlakke
ondergrond.
Let erop dat de
machine stevig
staat.
- 15 -
0100-NL HANGFAHRT_384
GEBRUIK NL
Voorzichtig bij manoeuvres op een
helling!
Door het gewicht (G) van de maaier
worden de rijeigenschapen van de trekker
beïnvloedt. Dit kan, speciaal op hellingen,
tot gevaarlijke situaties leiden.
Er bestaat kantelgevaar
Als de maaiers hydraulisch worden geheven
Bij bochten naar links terwijl de maaier is geheven.
Veiligheidsaanwijzing
Reduceer de snelheid in bochten naar links.
Op een helling kunt u beter achteruit rijden dan een
riskante draai te maken.
TD79/98/05
G
Gebruik op hellingen
NL
- 16 -
1000-NL DIRECT CONTROL_384
3. Hydraulische-functies deactiveren
- Toets indrukken, de geïntegreerde controlelamp
(LED) licht niet meer.
- De hydraulische-functie is gedeactiveerd
Om veiligheidsredenen de voorgekozen
functie altijd deactiveren.
1. De toegewezen toets indrukken (11-15)
- De in de toets geïntegreerde controlelamp (LED)
licht op.
- Door het indrukken van een andere toets wordt de
actuele hydraulische-functie gedeactiveerd en de
nieuwe hydraulische functie geactiveerd.
- Het nogmaals indrukken van de toets deactiveert
de hydraulische functie weer.
2. Een van de beide pijltjestoetsen bedienen (A1,
B1)
- de gewenste hydraulische-functie wordt
uitgevoerd.
10 AAN / UIT toets
Belangrijk! Na het uitschakelen van de
bediening (UIT)
- Hydraulisch stuurventiel in de 0-stand
zetten. Dit is zonder meer nodig bij trekkers
met een open hydraulisch systeem; anders
sterke olieverwarming.
11 Alle maaiers opklappen, laten zakken
Omschakelen van werk in transportstand en
omgekeerd (zie ook toets 15)
„load sensing“ hydraulisch systeem (LED 11)
12 Frontmaaier heffen laten zakken
13 Linker maaier opklappen, laten zakken
Rotortoerental van de kneuzers
1019 min-1 / 844 min-1
14 Rechter maaier opklappen en laten zakken
Rotortoerental van de kneuzers
771 min-1 / 639 min-1
15 Alle maaiers in de veldtransportstand
opklappen en laten zakken (Kopakker)
A1 Zwenkbeweging naar beneden „zakken“
gesloten hydraulisch systeem (LED A1)
B1 Zwenkbeweging omhoog „Heffen“ open
hydraulisch systeem (LED B1)
Betekenis van de toetsen op de bedieningskast
Let op!
Door het
indrukken van
de toegewezen
toets wordt
de gewenste
hydrauliek functie
voorgekozen.
Als aansluitend
één van de beide
pijltjestoetsen
(A1, B1) wordt
ingedrukt, wordt
de gewenste
hydraulische
functie
uitgevoerd.
Bij een
functiestoring: zie
„Stroomverzorging
herstellen“ in
het hoofdstuk
“AANBOUW AAN
DE TREKKER“
Gewenste hydraulische functie uitvoeren
Controlelampen
(LED)
Als één van de
controlelampen
(LED) oplicht, is
de toegewezen
functie
geactiveerd.
Voorbeeld
- De geïntegreerde
controlelamp
(LED) links boven
licht op
- Het zwenken
van de linker-
maai-unit is
geactiveerd.
BEDIENING „DIRECT CONTROL“
NL
BEDIENING „DIRECT CONTROL“
- 17 -
1000-NL DIRECT CONTROL_384
Algemeen
Voor het in gebruik
nemen van de
machine moeten
met de bediening
„DIRECT
CONTROL“
verschillende
instellingen
worden
uitgevoerd.
Deze instellingen
zijn bijzonder
belangrijk om
de elektronische
controlesystemen
goed te laten
functioneren.
Instellingen voor ingebruikname
Na het inschakelen van de bediening (EIN)
De volgende LEDs lichten circa 0,5 seconde lang:
De LED voor het ingestelde hydraulische systeem
De LED voor het toerental van de kneuzerrotor
Instellen van het hydraulische systeem
1. Verbinding met de bedieningskast tot stand brengen
(E1)
De verzorgingskabel op de trekker aansluiten (E2).
2. Toets voor het toegepaste hydraulische systeem
ingedrukt houden
A1 = gesloten hydraulieksysteem (LED A1)
B1 = open hydraulieksysteem (LED B1)
11 = „load sensing“ hydraulieksysteem (LED 11)
3. Zusätzlich die Taste "I/O" (10) drücken.
Na circa 5 seconden licht de betreffende LED kort op
en de instelling van het hydraulische systeem wordt
opgeslagen.
Als het opslaan is voltooid klinkt een korte toon
4. Toets los laten (A1, B1, 10, 11)
Instellen van het toerental van de
kneuzerrotor
1. Verbinding met de bedieningskast tot stand brengen
(E1)
2. Toets voor de toegepaste aandrijfvariant ingedrukt
houden
Variant 1: Toets 13
Rotortoerentallen op de linker en rechter kneuzer 1019
min-1
Rotortoerental op de middelste kneuzer 844 min-1
Variant 2: Toets 14
Rotortoerental op de linker en rechter kneuzer 771
min-1
Rotortoerental op de middelste kneuzer 639 min-1
3. De verzorgingskabel op de trekker aansluiten (E2).
Na circa 5 seconden licht de betreffende LED kort
op en de instelling van de aandrijfvariant wordt
opgeslagen.
Als het opslaan is voltooid klinkt een korte toon
4. Toets los laten (13, 14)
NL
BEDIENING „DIRECT CONTROL“
- 18 -
1000-NL DIRECT CONTROL_384
Algemeen:
Tijdens het gebruik wordt het gewenste toerental van elke
kneuzerrotor individueel gecontroleerd.
Als het toerental van een kneuzerrotor meer dan 180
min-1 vermindert, weerklinkt een signaaltoon en de LED
van de toegewezen toets op de bedieningskast knippert
snel (12, 13, 14).
Overige instellingen
Toerentalcontrole van de kneuzerrotor
Zodra het aftakastoerental hoger is dan 300 min-1 , worden
de bedrijfsuren geteld.
Op het LCD-scherm in de boordcomputerkast kunnen
de bedrijfsuren worden uitgelezen.
Afwisselend met de sensordiagnose worden de
uren in het volgende formaat weergegeven:
Bedrijfsurenaantal < 100:
14:36
Bedrijfsurenaantal > 100:
0346
Bevestigen: Als het toerental weer stijgt, gaat het knipperen
en de toon over in een langzamer ritme. Pas nu kan de
toets worden ingedrukt om dit te bevestigen (quittieren) en
het knipperen en de signaaltoon worden beeindigd
Aanwijzing: In elk geval moet de reden van het
toerentalverval worden opgeheven, anders kan niet
worden bevestigd.
- Rijsnelheid verminderen,
- Verstopping opheffen,
- Stekkerverbinding en kabel repareren,
- Defecte sensor vervangen.
De controle functioneert alleen, als de sensor is
aangebracht en niet defect is.
Om beschadiging van de aftakassen bij het zwenken
van de zijmaaiers over de veldtransportstand heen te
vermijden, wordt het aftakastoerental gecontroleerd.
De functie van toets 11 (Transport op de
weg) kan eerst dan worden gekozen, als
de aftakassensor tenminste 8 seconden
lang geen impuls meer levert.
- Aandrijfassen mogen niet meer draaien.
Controle van het aftakastoerental
Bedrijfsurenteller
NL
BEDIENING „DIRECT CONTROL“
- 19 -
1000-NL DIRECT CONTROL_384
Instellen van het tijdverschil – ‘Heffen/laten zakken frontmaaier en zijmaaier’
Aanwijzing !
De ingestelde
tijden blijven
tot de volgende
wijziging
opgeslagen.
In-/uitschakelen van de ‘tijdverschil-functie’:
Functie inschakelen:
- Toets 10 ‘I/O’ kort indrukken
- De LEDs krijgen de kleur groen
- De ingestelde tijdverschillen bij het bedienen van
de toets 15 zijn actief.
Functie uitschakelen:
- Toets 10 ‘I/O’ kort indrukken
- De LEDs krijgen de kleur rood
- Alle maai-installaties worden bij het bedienen van
toets 15 tegelijkertijd geheven of neergelaten
vanaf bouwjaar 2007
terminal met 2-kleurige lichtdioden (LEDs)
1. Omschakelen naar andere bedrijfsmodus
- Toets I/O kort indrukken
- De (LED) verandert van kleur naar groen
2. Programmeermodus inschakelen:
- gedurende 5 seconden toets 15 indrukken
- de LED van de toets moet groen knipperen
Tijdverschil bij heffen instellen:
- Regeling in de programmeermodus brengen
- Toets B1 indrukken (frontmaaier wordt geheven)
Voor het instellen van het gewenste tijdverschil moet
de toets B1 ingedrukt blijven
- Bij het loslaten van de toets worden de beide
zijmaaiers geheven en het tijdverschil wordt
opgeslagen.
- Programmeermodus wordt automatisch
beëindigd
Tijdverschil bij laten zakken instellen:
- Regeling in de programmeermodus brengen
- Toets A1 indrukken (frontmaaier wordt
neergelaten)
Voor het instellen van het gewenste tijdverschil moet
de toets A1 ingedrukt blijven
- Bij het loslaten van de toets worden de beide
zijmaaiers neergelaten en het tijdverschil wordt
opgeslagen.
- Programmeermodus wordt automatisch
beëindigd
NL
BEDIENING „DIRECT CONTROL“
- 20 -
1000-NL DIRECT CONTROL_384
Veranderen van werk- in straat-
transportstand
1. Toets 15 indrukken
2. Toets B1 kort indrukken
De maaiers zwenken in de veld-transportstand
(Kopakker FT)
3. Toets 11 indrukken
4. Toets B1 ingedrukt houden
De maaiers zwenken in de wegtransportstand
Veranderen van wegtransport in de
werkstand
1. Toets 15 indrukken
2. Toets 11 indrukken
3. Toets A1 ingedrukt houden
De maaiers zwenken in de veld-transportstand
(kopakker FT)
4. Toets A1 kort indrukken
De maaiers dalen (tijdvertraagd); eerste de
frontmaaier en pas dan de beide zij-maaiers;
de zwenkcilinders blijven in de zweefstand.
Veranderen van werk- in transportstand
Veiligheidsaanwijzingen!
Het veranderen van werk- in transportstand en omgekeerd
alleen uitvoeren op een vaste, vlakke ondergrond.
• Machine alleen in de transportstand vervoeren
• Voor het omhoogzwenken van de maaiers, de aandrijving
uitschakelen en wachten tot de maaischijven stilstaan.
Overtuig U er van tevoren van dat zich niemand in het
gevarengebied rond de machine bevindt.
Veranderen van de werk- in de veld-
transportstand (kopakker FT)
1. Toets 15 indrukken
2. Toets B1 kort indrukken
De maaiers klappen (tijdvertraagd) op; eerst de
frontmaaier en pas dan de beide zij-maaiers
Veranderen van veld-transportstand
(kopakker FT) in de werkstand
1. Toets 15 moet zijn geactiveerd (LED licht op)
2. Toets A1 kort indrukken
De maaiers zwenken (tijdvertraagd) naar beneden;
eerst de frontmaaier en pas dan de beide zij-maaiers;
de zwenkcilinders blijven in de zweefstand.
Aanwijzing
Elke maaier kan
ook apart worden
bediend.
1. De gewenste
hydraulische
functies
voorkiezen (12,
13 ,14)
2. Toets (A1, B1)
indrukken
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69

Pottinger NOVACAT 8600 ED COLLECTOR Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung
Dieses Handbuch ist auch geeignet für

in anderen Sprachen