Pottinger HIT 130 A Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung
(ANDLEIDING
NL
 ).3425#4)%3 6//2 $% /6%2$2!#(4 6!. -!#().%3    PAGINA 
6ERTALING VAN DE ORIGINELE HANDLEIDING
Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
.R99 2162.NL.80I.0
Cirkelhooier
HIT 130 A
(Type 2162 : +..01001)
ALLG./BA SEITE 2 / 0000-NL
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
Productaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop
van machines een handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren
over de bedienings-, de veiligheids- en de onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het
gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden
gezonden.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die
door een machine ontstaat, die echter niet aan deze machine ontstaat: voor
de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of
doorverkocht dient de handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op
de voorschriften te worden gewezen.
NL Geachte gebruiker!
U hebt een goede keuze gemaakt en wij feliciteren U dan
ook dat U voor het merk Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden wij U kwaliteit
en capaciteit, gekoppeld aan een goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de omstandig-
heden waaronder de machine wordt ingezet en om in
de toekomst nieuwe machines te kunnen ontwikkelen,
verzoeken wij U ons enige gegevens te verstrekken.
Daardoor is het dan ook mogelijk om U in de toekomst
gericht over nieuwe ontwikkelingen te informeren.
Document D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
T Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen en
handleidingen zijn aanwezig.
T De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebruiker
besproken en uitgelegd.
T Bandenspanning gecontroleerd
T Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
T Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
T Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
T Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
T Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
T Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
T Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
T Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
T Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
T
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
- 4 -
NL
0700_NL-Inhalt_2162
INHOUDSOPGAVE
CE-kenmerk
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk, geeft aan dat de machine
beantwoord aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage).
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de
afgeleverde machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften
beantwoordt.
Blijf uit het werkbereik van de
zwadhark zolang de trekkermotor
nog draait.
Nooit in de machine grijpen,
zolang zich daar nog delen kunnen
bewegen.
Buiten het zwenkbereik van de
machine blijven.
495.173
Aanwijzingen voor
veilig werken
In deze handleiding
zijn alle plaatsen
die betrekking
hebben op
de veiligheid
met dit teken
aangegeven.
Inhoudsopgave
AANBOUW
Aan de trekker koppelen ............................................... 5
Hydraulische aansluiting ............................................... 5
Aftakas .......................................................................... 5
Wegzetten ...................................................................... 6
WERKSTAND EN TRANSPORT
Wisselen van werk- in transportstand (vanaf bouwjaar
2007) .............................................................................. 7
Wisselen van transport- in werkstand (vanaf bouwjaar
2007) .............................................................................. 8
Wisselen van werk- in transportstand (tot bouwjaar
2007) .............................................................................. 9
Wisselen van transport- in werkstand (tot bouwjaar
2007) ............................................................................ 10
Rijden op de openbare weg ........................................ 11
GEBRUIK
Algemene richtlijnen voor het werken met de machine 12
Hydraulisch stuurventiel (ST) ....................................... 12
Vordere Kreiseleinheiten anheben ............................... 12
Verstellen van de schudhoek....................................... 13
Afstellen van de tanden ............................................... 13
Tastwiel instellen .......................................................... 13
Instellen van de naloopwielen ..................................... 13
Zwadkleed
1)
............................................................... 14
INSTELLINGEN
Afstellen voor het begin van het werk ......................... 15
Neigungswinkel der Kreiseleinheiten einstellen .......... 15
ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzing ................................................... 18
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud ............. 18
Reinigen van machinedelen ........................................ 18
In de openlucht laten staan .........................................18
Overwinteren ............................................................... 18
Aftakassen ................................................................... 18
Hydrauliekinstallatie .................................................... 18
Onderhoud en Verzorging ........................................... 19
Smeerpunten .............................................................. 19
Hoofdaandrijving ......................................................... 19
Verwisselen van tanden ............................................... 20
Tanden instellen ........................................................... 20
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische Gegevens .................................................21
Plaats van het typeplaatje ........................................... 21
Doelgericht gebruik van cirkelhooiers ......................... 21
AANHANGSEL
Aftakas ........................................................................ 25
Smeerschema ............................................................. 28
Smeermiddelen ........................................................... 29
Hydrauliekschema ....................................................... 31
- 5 -
0600_NL-Anbau_2162
NL
Aanwijzingen voor
veilig werken:
zie aanhangsel-A1
(p. 8a. - 8i.)
1) bij toepassing van een zwadkleed
Aftakas
Voor het voor de eerste keer gebruiken moet de lengte
van de aftakas worden gekontroleerd en eventueel worden
aangepast (zie: „Aftakas aanpassen“ in aanhangsel B).
Hydraulische aansluiting
Op de trekker moet tenminste één dubbelwerkend
ventiel beschikbaar zijn.
De hydraulische slang op de trekker aansluiten
- De hydraulische slang alleen op de trekker aansluiten
of afkoppelen als de blokkeerkraan in stand A staat.
EW1) De snelsluiting met de ‘rode’ stofkap op het
enkelwerkende ventiel aansluiten.
DW De beide snelsluitingen met de ‘blauwe’ stofkap op
het dubbelwerkende ventiel aansluiten.
DW
DW
EW
TD44/94/1
A
E
TD 26/92/16
s
h
0
ST
Aan de trekker koppelen
1. Dissel op de trekbalk van de trekker aankoppelen.
Belangrijk!
- De trekbalk (gatenbalk) moet vrij kunnen bewegen
(A-B).
- De hefarmen (4) moeten links en rechts even lang
zijn.
2. Steekpennen met de pen (v) borgen.
3. De hefarmen vast zetten (5) zodat de machine niet kan
wegzwenken.
4. Steunpoot (10) opklappen en met de pen borgen.
tot bouwjaar 2005
vanaf bouwjaar 2006 Belangrijk!
De groothoekkop-
peling altijd op de
trekker aanslui-
ten- niet aan de
machine! 1)
AANBOUW
- 6 -
0600_NL-Abstellen_2162
NL
WEGZETTEN VAN DE MACHINE
- Bij elke koppeling, de kraan sluiten (pos. A) en
aansluitend de hydraulische slangen van de trekker
afkoppelen.
- Machine van trekker afkoppelen.
Attentie!
Bij het afkoppelen in de werkstand moet
op de stabiliteit worden gelet.
Wanneer er problemen zijn bij het afkoppelen:
- Stuurventiel (ST) kort op "dalen" (s) zetten.
Hierdoor wordt een eventuele restdruk in de koppeling
gereduceerd en de hydraulische slang kan nu
probleemloos worden afgekoppeld.
De machine kan zowel in werkstand als in transportstand
worden weggezet.
- Machine stabiel wegzetten!
- Machine tegen wegrollen beveiligen, wielblokken
gebruiken!
- Steunpoot uitklappen (5a)
- met pen borgen (B)
tot bouwjaar 2005
vanaf bouwjaar 2006
- Aftakas afkoppelen en op de houder leggen.
Veiligheidsketting niet gebruiken om de aftakas aan
op te hangen!
Attentie!
Machine stabiel
wegzetten!
Machine tegen
wegrollen
beveiligen!
Wegzetten
A
E
TD 26/92/16
s
h
0
ST
Pos. E
Pos. A
- 7 -
0701_NL-Arbeitsstellung_2162
NL
WERKSTAND EN TRANSPORT
Wisselen van werk- in transportstand (vanaf bouwjaar 2007)
Attentie!
Aanbevelingen voor
uw veiligheid zie
Aanhang A1 punt
8a – 8i.
Het omschakelen
van werk- in
transportstand en
omgekeerd, alleen
op een effen,
vaste ondergrond
uitvoeren.
De trekker moet
daarbij stilstaan
of langzaam
vooruit rijden.
Tijdens het
zwenken mag
de trekker niet
worden beremd.
AE
TD44/94/8
ST
Aanwijzing!
De naloopwielen
(N) gaan pas in
de juiste stand
als men begint te
rijden.
Attentie!
In de
transportstand
mag de
aandrijving
niet worden
ingeschakeld!
- Breukgevaar!
Aandrijving uitschakelen!
Zwenkprocedure:
1. Disselcilinder (1) uitschuiven tot het frame ongeveer
horizontaal staat.
2. Zwenkprocedure starten.
Vaststellen of de ruimte waarin de machine zwenkt vrij
is en dat er zich verder niemand in de gevarenzone
rond de machine bevindt.
- Ventielhendel (3) met de trekkabel naar voren
trekken
- Dubbelwerkend ventiel gebruiken (ST)
- Met de trekker langzaam vooruit rijden
- Cirkelelementen helemaal inzwenken.
Aanwijzing!
Het regelventiel (ST) zolang bedienen tot
- de hydraulische wielen (H) compleet uitgedraaid of
(bij machine met tastwielen1)
- alle tastwielen zijn opgeklapt.
3. Trekkabel loslaten
Aanwijzing!
Bij transportritten moet het hydraulische
regelventiel (ST) in zweefstand worden
gebracht.
- 8 -
0701_NL-Arbeitsstellung_2162
NL
WERKSTAND EN TRANSPORT
Het omschakelen van werk- in
transportstand en omgekeerd, alleen op
een effen, vaste ondergrond uitvoeren.
De trekker moet daarbij stilstaan of
langzaam vooruit rijden.
Aanwijzing!
Niet in de tegen bodemcontouren inzwenken!
Tastwielen (T) neerklappen
Attentie!
Buiten het
zwenkbereik
van de machine
blijven!
Tijden het zwenken
mag de trekker
niet worden
beremd.
Wisselen van transport- in werkstand (vanaf bouwjaar 2007)
Zwenkprocedure:
1. Disselcilinder (1) uitschuiven (ca. 1 cm)
- klep (2) wordt vrijgegeven
2. Zwenkprocedure starten
Vaststellen of de ruimte waarin de machine zwenkt vrij
is en dat er zich verder niemand in de gevarenzone
rond de machine bevindt.
- Ventielhendel (3) met de trekkabel naar voren
trekken
- Dubbelwerkend ventiel gebruiken (ST).
- Elementen in de werkstand zwenken.
Aanwijzing!
Het regelventiel (ST) zolang bedienen tot de
machine helemaal is uitgezwenkt. Procedure in een
doorlopende werkfase uitvoeren.
3. Trekkabel loslaten
- 9 -
0701_NL-Arbeitsstellung_2162
NL
WERKSTAND EN TRANSPORT
Het stuurventiel (ST) zo lang bedienen tot
- de hydraulische wielen (H) geheel zijn uitgedraaid
- bij machines met tastwielen 1)
- alle tastwielen zijn opgeklapt
Attentie!
De naloopwielen (N) gaan pas in de juiste
stand als men begint te rijden.
Attentie!
Tijden het zwenken mag de trekker niet
worden beremd.
Attentie!
In de transportstand mag de aandrijving niet
worden ingeschakeld!
- Breukgevaar!
Aandrijving uitschakelen!
1. Met de trekker naar voren rijden
- alle wielen moeten naar achteren staan (H).
2. Vaststellen of de ruimte waarin de machine zwenkt vrij
is en dat er zich verder niemand in de gevarenzone
rond de machine bevindt.
3. Elementen naar achteren zwenken.
Dubbelwerkend ventiel gebruiken (ST)
4. Blokkerkranen sluiten (Stand A)
Voor de veiligheid: rijden op de weg alleen met gesloten
blokkeerkranen!
AE
TD44/94/8
ST
Wisselen van werk- in transportstand (tot bouwjaar 2006)
Attentie!
Aanbevelingen voor
uw veiligheid zie
Aanhang A1 punt
8a – 8i.
Het omschakelen
van werk- in
transportstand en
omgekeerd, alleen
op een effen,
vaste ondergrond
uitvoeren.
De trekker moet
daarbij stilstaan
of langzaam
vooruit rijden.
- 10 -
0701_NL-Arbeitsstellung_2162
NL
WERKSTAND EN TRANSPORT
Attentie!
Buiten het
zwenkbereik
van de machine
blijven!
Wisselen van transport- in werkstand (tot bouwjaar 2006)
Attentie!
Tijdens het zwenken mag de trekker niet
worden beremd.
Het omschakelen van werk- in
transportstand en omgekeerd, alleen
op een effen, vaste ondergrond
uitvoeren.
De trekker moet daarbij stilstaan of
langzaam vooruit rijden.
Aanwijzing!
Niet in de tegen bodemcontouren inzwenken!
1. Afsluitkranen openen (pos. E)
2. Tastwielen (1) neerklappen
AE
TD44/94/8
ST
Pos. E
Pos. A
3. Vaststellen of de ruimte waarin de machine
zwenkt vrij is en dat er zich verder niemand in
de gevarenzone rond de machine bevindt.
4. Elementen in de werkstand zwenken.
Dubbelwerkend ventiel gebruiken (ST).
5. Blokkeerkranen sluiten (Stand A)
- 11 -
0700_NL-Straßenfahrt_2162
NL
RIJDEN OP DE OPENBARE WEG
Let op de wettelijke voorschriften.
De rit op de openbare weg mag alleen plaats vinden,
zoals beschreven in het hoofdstuk "transportstand".
Alle hydraulische aansluitingen blokkeren (A)
Beschermingen moeten in goede staat zijn.
Beweegbare delen moeten voor het rijden in de goede
stand gezet worden en er moet gezorgd worden, dat
ze niet van plaats kunnen veranderen.
Voor het begin van de rit, de verlichting controleren.
Belangrijke informatie vindt u verder in de bijlage van
deze gebruiksaanwijzing.
Rijden op de openbare weg
Hefarmen
- De hefarmen (U) vast zetten zodat de machine niet
zijdelings kan wegzwenken.
Attentie!
Let op de
wettelijke
voorschriften.
- 12 -
0700_NL-Einsatz_2162
NL
GEBRUIK
Aanwijzingen voor
veilig werken!
(zie aanhangsel-A
p. 1, 2, 3 en 4)
In gebruik nemen
1. De aftakas aandrijving inschakelen
De aftakas aandrijving alleen inschakelen, als alle
beschermingen (beschermkappen, beschermkleden,
enz.) op de juiste wijze zijn aangebracht.
2. Schakel de machine alleen in als ze in
werkstand is en overschrijdt het maximum
toerental niet!
Max. toerental = 540 o/m.
Het gunstigste toerental ligt bij ca. 450 o/m.
Attentie!
Blijf uit het werkbereik van de machine zolang
de trekkermotor nog draait.
- Rijsnelheid zodanig kiezen dat het gewas schoon
opgenomen wordt.
- Als de slipkoppelingwerkt, 1 versnelling langzamer
rijden.
495.173
Hydraulisch stuurventiel (ST)
- Het hydraulische stuurventiel (ST) in de zweefstand
brengen of in de stand ‘zakken’ zetten.
ST
Algemene richtlijnen voor het werken met de machine
Voorste cirkelelementen heffen
Bij ritten over hindernissen of bij velduitritten kunnen de
voorste cirkelelementen met de disselcilinder worden
geheven.
De tanden zijn dan verder weg van de bodem en worden
op die manier tegen beschadigingen beschermd.
- 13 -
0700_NL-Einsatz_2162
NL
GEBRUIK
Verstellen van de schudhoek
Via het excenter (A) kunnen de loopassen binnen een
bepaald bereik worden versteld.
- Schroef (B) losdraaien
- met ringsleutel het excentriek (A) verdraaien
- 1 trap = 3° verandering van neiginghoek
- Schroef (B) vastdraaien
Twee extra mogelijkheden
Afstellen van de tanden
Belangrijk is ook dat de tandhoek
klopt (zie GEBRUIK).
S1S2
80
TD 16/96/2
R
Veel voer = grote hoek
Weinig voer = kleine hoek
Instellen van de naloopwielen
De veervoorspanning met veer (F) verhogen of
verlagen
- schroef (M) aandraaien of losser draaien
Tastwiel instellen
De afstand tussen tastwiel en tanden (A) zo klein
mogelijk houden.
- al naar gelang de hoeveelheid gewas, de pen (B) in
een overeenkomende positie insteken
- aansluitend de houder met spanhefboom (H)
spelingvrij vastzetten
A
H
B
175-04-14
- 14 -
0700_NL-Einsatz_2162
NL
GEBRUIK
B
092-06-04
Zwadkleed 1)
- Het zwadkleed tijdens het gebruik en tijdens het transport met pen (B) borgen.
(Alleen in de variant met handmatige verstelling noodzakelijk.)
1) uitrusting tegen meerprijs
- 15 -
0701_NL-Einstellungen_2162
NL
1) Uitrusting tegen meerprijs
INSTELLINGEN
Belangrijk!
De
afstand (X)
tussen aftakas en gatenbalk moet in
de werkstand tenminste 120 mm bedragen.
Afstand ”X” in de gaten houden als door greppels en
over andere bodemoneffenheden wordt gereden!
Attentie!
In de werkstand niet achteruitrijden!
(Indien nodig: zeer langzaam en bijzonder
voorzichtig rijden.)
De hoogte van de gatenbalk instellen
- Afstand
H = 390 mm
Afstellen voor het begin van het werk
Attentie!
De diverse
werkzaamheden
in het draaibereik
van de machine
mogen slechts
worden
uitgevoerd als
de aftakas van
de trekker is
stilgezet.
Hellingshoek van de cirkelelementen instellen
Cirkelhelling instellen (vanaf bouwjaar 2007)
Instellen van de cirkelhelling gebeurt door:
- hydraulische cilinder aan de dissel
- middels dubbelwerkend hydraulisch regelventiel
De basisinstelling gebeurt door:
- door het verdraaien van de spindel (1)
K
2
06-07-07
K
1
06-07-08
1
Instellen van machines zonder tastwiel
Instelmaat T = 60 mm "
vlak
"
T = 37 mm "steil"
Aanwijzing!
De klep (K) moet in de boring (1) zijn gemonteerd.
Instellen van machines met een tastwiel 1)
Instelmaat
T = 15 mm "vlak"
T = 0 mm "
steil
"
Aanwijzing!
De klep (K) moet in de boring (2) zijn gemonteerd.
- 16 -
0701_NL-Einstellungen_2162
NL
INSTELLINGEN
1) Uitrusting tegen meerprijs
Cirkelhelling instellen (vanaf machinenummer 1031)
Instellen van de cirkelhelling gebeurt door:
- door het verdraaien van de spindel (1)
Instellen van machines zonder tastwiel
Instelmaat T = 60 mm "
vlak
"
T = 37 mm "steil"
Instellen van machines met een tastwiel 1)
Instelmaat
T = 15 mm "vlak"
T = 0 mm "
steil
"
Optimale instelling als
- de pen (B) zich ongeveer in het midden van het
sleufgat (L) bevindt
Aanwijzing!
Bij machines met een tastwiel en instelling T=0
mm „steil“ kan indien gewenst de hoogte van
de gatenbalk op 330 mm worden gebracht.
Attentie!
De diverse
werkzaamheden
in het draaibereik
van de machine
mogen slechts
worden
uitgevoerd als
de aftakas van
de trekker is
stilgezet.
- 17 -
0701_NL-Einstellungen_2162
NL
INSTELLINGEN
1) Uitrusting tegen meerprijs
Cirkelhelling instellen (tot machinenummer 1030)
Instellen van de cirkelhelling gebeurt door:
- door het verdraaien van de spindel (1)
Instellen van machines zonder tastwiel
- houder in
stand “H”
vastzetten
- Instelmaat T = 20 mm "vlak"
T = 5 mm "steil"
Instellen van machines met een tastwiel 1)
- houder in
stand “V”
vastzetten
- Instelmaat
T = 31 mm "vlak"
T = 20 mm "steil"
Optimale instelling als
- de pen (B) zich ongeveer in het midden van het
sleufgat (L) bevindt
Attentie!
De diverse
werkzaamheden
in het draaibereik
van de machine
mogen slechts
worden
uitgevoerd als
de aftakas van
de trekker is
stilgezet.
- 18 -
NL
0400_NL-Allgemeine-Wartung_BA
Hydrauliekinstallatie
Wees voorzichtig met hydrauliekinstallaties i.v.m.
verwonding en infectie.
Als er olie uit een slang of leiding spuit, kom dan niet
te dichtbij. Vloeistof zoals olie onder hoge druk kan in
de huid dringen. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk
een arts.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Controleer of alle hydraulieknippels/verbindingen dicht
zijn. Eventueel nippels/wartels aandraaien.
Voor iedere inbedrijfsname
- Voor iedere inbedrijfsname moeten de slangen van het
hydrauliek gecontroleerd worden op beschadiging.
Versleten of beschadigde slangen moeten direct
vervangen worden. De kwaliteit van nieuw te monteren
slangen en andere delen moeten aan de eisen voldoen
en gelijk zijn aan het origineel gemonteerde materiaal.
Slangen ondergaan een natuurlijke veroudering. Ze
moeten na 5 of 6 jaren worden vervangen.
In de openlucht laten staan
Als de machine langere tijd in de
open lucht moet blijven, moeten
de cylinderstangen worden
gereinigd en worden ingevet.
FETT
Veiligheid-
saanwijzing
Voor het verrich-
ten van instel-,
onderhouds-
en reparatie-
werkzaamheden,
de trekkermotor
uitschakelen.
• Werkzaamheden
onder de machine
alleen uitvoe-
ren, wanneer de
machine veilig
en stabiel staat
en goed wordt
ondersteund.
Na één werkuur
alle bouten nat-
rekken.
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud
Om ook na langere tijd nog plezier van uw machine te
houden neemt u de volgende aanwijzingen
in acht:
- Na de eerste gebruiksuren alle bouten
en moeren na-trekken.
Speciaal gecontroleerd moeten worden:
- Mesbouten bij maaiers
- Bouten in de tandbevestiging van schudders en van
zwadharken
Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal
voor deze machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door
ons geleverde delen niet door ons gecontroleerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan onder bepaalde
omstandigheden constructieve eigenschappen van
Uw machine negatief beïnvloeden. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
ontstaan door het gebruik van niet originele delen en
toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren
van aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid
van de fabrikant uit.
Reinigen van machinedelen
Let op!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen van
lagers en van hydraulische delen.
Gevaar voor roestvorming!
- Na het reinigen van de machine deze volgens het
smeerschema doorsmeren en de machine een korte
tijd laten draaien.
- Door met te
hoge druk te
reinigen kan
beschadiging
van lak
optreden.
Veiligheidsaanwijzing
Voor het verrichten van instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden, de trekkermotor uitschakelen.
Overwinteren
- De machine voor het overwinteren goed schoon
maken.
- Beschermd tegen weersinvloeden opbergen.
- Olie-wisselen of op niveau brengen.
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten volgens schema doorsmeren.
Aftakassen
- zie ook de aanwijzingen in de aanhang
Let op: voor u onderhoud pleegt!
In principe gelden de aanwijzingen die in de
gebruikershandleiding worden gegeven.
Als daarin geen speciale aanwijzingen worden gegeven,
gelden de aanwijzingen in de meegeleverde handleiding
van de betreffende aftakassenfabrikant.
Repara-
tieaanwijzingen
Let op de repara-
tieaanwijzingen in
de aanhang (indi-
en beschikbaar)
ONDERHOUD
- 19 -
0401_NL-Wartung_2162
NL
ONDERHOUD
Onderhoud en Verzorging
Om de machine ook na langer gebruik in een goede
staat te houden, wilt u a.u.b. onderstaande aanwijzingen
volgen:
- Na de eerste gebruiksuren diverse bouten
en moeren natrekken.
De bouten aan de tandarmen (12 kpm, 9 kpm) en de
bouten in driepuntsbok extra controleren.
- De bandenspanning als in de tabel is voorgeschreven
aanhouden.
- Smeren volgens schema.
Nippels met universeel vet smeren (om de 20 uren).
- Voor het in de winterberging zetten de machine
doorsmeren en olieen en invetten.
Smeerpunten
Op de machine zijn op verschillende plaatsen
symbolen geplakt. Deze markeert één of meerdere
smeerpunten.
• Smeerpunten volgens schema
doorsmeren.
Hoofdaandrijving
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren.
- Onder normale bedrijfsomstandigheden, elk jaar
verversen.
- Olieverversen tenminste om de 100 bedrijfsuren.
Attentie!
Na de eerste
gebruiksuren
diverse bouten
en moeren
natrekken.
FETT
1 Vulstop met ontluchting
2 Niveauplug
3 Aftapplug
Belangrijk!
- Bij het controleren van het oliepeil (2) moet de machine
exact in een horizontale stand zijn.
0,8 Liter
SAE 90
- 20 -
0401_NL-Wartung_2162
NL
ONDERHOUD
TD 7/95/3
Drehrichtung
direction of rotation
12 kpm
S1S2
80
TD 16/96/2
R
Tanden instellen
De stand van de tanden kan veranderd worden door het
verdraaien van de tandhouder (80).
positie "S1"
standaard afstelling (af fabriek)
positie "S2"
voor zware omstandigheden, bijv. bij zeer dicht en zwaar
gewas. De strooiwerking wordt met deze tandafstelling
verhoogd.
draairichting "R"
opletten bij het monteren van de tanden
Verwisselen van tanden
- Gebroken tanden na het losdraaien van moer
verwijderen en nieuwe tand aanbrengen.
- Let bij het monteren op de draairichting van het
element!
- Moer met 12 daNm (=12kgm) vastzetten.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34

Pottinger HIT 130 A Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung

in anderen Sprachen