Pottinger LION 301 Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung

Dieses Handbuch eignet sich auch für

(ANDLEIDING
NL
 ).3425#4)%3 6//2 $% /6%2$2!#(4 6!. -!#().%3    PAGINA 
6ERTALING VAN DE ORIGINELE HANDLEIDING
Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
.R99 8731.NL.80J.0
Rotorkopeggen
LION 300
LION 301
(Type 8731 : + . . 01001)
ALLG./BA SEITE 2 / 0000-NL
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
Productaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop van machines een
handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren over de bedienings-, de veiligheids- en de
onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de
fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die door een machine ontstaat,
die echter niet aan deze machine ontstaat: voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van
EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of doorverkocht dient de
handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op de voorschriften te worden gewezen.
NL Geachte gebruiker!
U hebt een goede keuze gemaakt en wij feliciteren U dan ook dat U voor
het merk Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden wij U kwaliteit en capaciteit,
gekoppeld aan een goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de omstandigheden waaronder
de machine wordt ingezet en om in de toekomst nieuwe machines te
kunnen ontwikkelen, verzoeken wij U ons enige gegevens te verstrekken.
Daardoor is het dan ook mogelijk om U in de toekomst gericht over nieuwe
ontwikkelingen te informeren.
Pöttinger-nieuwsbrief
www.poettinger.at/nl/newsletter
Actuele vakinformatie, nuttige links en ontspanning
Document D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
T Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen en
handleidingen zijn aanwezig.
T De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebruiker
besproken en uitgelegd.
T Bandenspanning gecontroleerd
T Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
T Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
T Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
T Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
T Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
T Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
T Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
T Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
T Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
T
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
INHOUDSOPGAVE
- 4 -
0800_NL-Inhalt_8731
NL
Inhoudsopgave
WAARSCHUWINGSTEKENS
Aanwijzingen voor veilig werken ............................................................................................................................... 5
CE-kenmerk .............................................................................................................................................................. 5
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen ....................................................................................................... 5
AANKOPPELING AAN DE TREKKER
Voorbereidingen aan de trekker ................................................................................................................................ 6
HeÄ nrichting .............................................................................................................................................................. 6
Voorbereidingen aan de machine .............................................................................................................................. 6
Woeler (tegen meerprijs) ............................................................................................................................................ 6
Snelkoppelsysteem .................................................................................................................................................. 7
Aankoppeling aan de trekker..................................................................................................................................... 7
Afkoppeling van de trekker........................................................................................................................................ 7
GEBRUIK
Transportstand bij het rijden op de openbare weg ................................................................................................... 8
Verlichtingsset ........................................................................................................................................................... 8
Controle voor het in gebruik nemen .......................................................................................................................... 8
Aftakastoerental 1000 o/m ........................................................................................................................................ 8
Wisselen van de tandwielen ...................................................................................................................................... 8
Rotortoerental bij machine met standaard-tandwielkast .......................................................................................... 9
Rotortoerental bij machine met schakelbare tandwielkast .................................................................................... 10
Afstellen werkdiepte ................................................................................................................................................ 11
Afstrijker .................................................................................................................................................................. 11
Grondgeleiders ........................................................................................................................................................ 11
Veiligheidsaanwijzing ............................................................................................................................................... 11
HYDRAULISCHE DRUKCOMPENSATIE
Werking van de hydraulische drukcompensatie...................................................................................................... 12
Voorspanning instellen ............................................................................................................................................ 12
SLIPKOPPELING
Gebruiksaanwijzingen van de nokkenslipkoppeling................................................................................................ 13
Afstelling van de nokkenslipkoppeling .................................................................................................................... 13
Demonteren van de nokkenslipkoppeling ............................................................................................................... 13
OPBOUWZAAIMACHINES
Driepuntsbok voor opbouwzaaimachine ACCORD ............................................................................................... 14
Driepuntsbok voor opbouwzaaimachine VITASEM ................................................................................................ 14
Monteren van de V-snaarschijf ............................................................................................................................... 15
Opbouw van een ACCORD zaaimachine ............................................................................................................... 16
Afbouw van de ACCORD zaaimachine ...................................................................................................................16
Hydrolift voor zaaimachines met aftakas-aandrijving ............................................................................................. 17
Hefbegrenzing voor Hydrolift................................................................................................................................... 17
Veiligheidsinrichting bij transport ............................................................................................................................ 17
ONDERHOUD
Algemene onderhoudsvoorschriften ....................................................................................................................... 19
Verwisselen van tanden ........................................................................................................................................... 19
Aftakas .................................................................................................................................................................... 19
Reinigen van machinedelen .................................................................................................................................... 19
Overwinteren .......................................................................................................................................................... 19
Tandwiel en Tandwielkast ........................................................................................................................................ 19
Schakelbare tandwielkast ...................................................................................................................................... 19
Smeerschema ......................................................................................................................................................... 20
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens .............................................................................................................................................. 22
Passend gebruik van de rotor-kopeg ...................................................................................................................... 23
Plaats van het typeplaatje ....................................................................................................................................... 23
AANHANGSEL
Aanwijzingen voor veilig werken ............................................................................................................................. 26
Aftakas .................................................................................................................................................................... 27
Smeermiddelen ....................................................................................................................................................... 29
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig ......................................................................................................... 36
Let op de veilig-
heidsvoorschriften
in bijlage A!
NL
- 5 -
9700-NL AZB_873
WAARSCHUWINGSTEKENS
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk, geeft aan dat de machine beantwoord aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde machine aan alle
voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
bsb 447 410
Betekenis van de
waarschuwings afbeeldingen
Gevaar door draaiende machine-delen.
Afstand houden bij lopende motor.
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar
nog delen kunnen bewegen.
Niet op de machine klimmen, wanneer de
aftakas is aangekoppeld en/of de motor
loopt.
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die betrekking heb ben op de vei lig heid
met dit teken aan ge ge ven.
- 6 -
(873) ANBAU 0000-NL
NL
AANKOPPELING AAN DE TREKKER
Voorbereidingen aan de trekker
Frontgewichten:
Zie de veiligheidsvoorschriften in de bijlage!
Hefinrichting
- De hefstangen (4) moeten links en rechts even lang zijn.
Afstellen door middel van de verstelinrichting (3).
- Als de hefstangen (4) in verschillende posities op de trekarmen aan te
brengen zijn, moet de achterste positie (H) gekozen worden. Daardoor
wordt de hefinrichting van de trekker niet zo zwaar belast.
- De topstang (1) volgens aanwijzingen van de trekkerfabrikant
afstellen (2).
- De hefarmen (5) zo vastzetten, dat de aangekoppelde machine
tijdens het transport niet uitzwenken kan.
Voorbereidingen aan de machine
Hefstang
Overeenkomstig de aansluitgrootte (Kat. II of III) aan de hefinrichting
van de trekker moet de juiste hefstang gebruikt worden. Zie hiervoor
ook het onderdelenboek.
Topstangbouten
- Veiligheidskoord (6) in de niet gebruikte boring steken.
Woeler (tegen meerprijs)
De woeler alleen gebruiken op een geploegde akker.
- 7 -
(873) ANBAU 0000-NL
NL
AANKOPPELING AAN DE TREKKER
Snelkoppelsysteem
De beide snelkoppelsystemen zijn met pennen (B) in vier standen
verstelbaar.
De machine moet zo dicht mogelijk aan de trekker aangekoppeld worden.
- Steekpen (B) in juiste positie steken en met splitpen borgen.
Aankoppeling aan de trekker
- Hefstang (Kat. II / Kat. III) in de hefarmen hangen en met splitpen borgen.
Varianten: Snelkoppelsysteem
- Door het trekken aan koord (S) de vergrendelingshaken losmaken.
- Koord weer loslaten. De vergrendelingshaken blijven ontgrendeld.
- Hefstang door het bedienen van de hefinrichting in de snelkoppelhaken
brengen.
De vergrendelingshaken vergrendelen daarbij automatisch.
- Topstang (1) aanbrengen en machine vlak afstellen.
Aftakas aankoppelen
- Voor het eerste gebruik, de lengte van de aftakas controleren en indien
nodig aanpassen.
Zie ook het hoofdstuk "Aftakas" in bijlage B.
Het monteren van de aftakashelft aan de rotorkopeg
- Beschermkap (60) demonteren.
- Aftakashelft met slipkoppeling aan de aandrijfas bevestigen en met bout
vastklemmen.
- Beschermkap (60) weer monteren.
Afkoppeling van de trekker
- Machine op vaste en vlakke ondergrond neerzetten.
- Aftakas van de trekker afkoppelen.
- Topstang van de machine afnemen.
Varianten: Snelkoppelsysteem
- Door het trekken aan het koord (S) vergrendelingshaken losmaken en hefstang
uit het snelkoppelsysteem zwenken.
- Koord (S) uit de trekkerkabine halen.
Varianten
(873) EINSATZ 0100-NL
NL
- 8 -
GEBRUIK
Transportstand bij het rijden op de openbare weg
LION 4000, LION 4001, LION 4500:
zie blad 21.
LION 300, LION 301, LION 3000, LION 3001:
De grondgeleiders
kunnen omhooggeklapt worden, zodat de totale breedte van
de machine minder dan 3 meter is.
Verlichtingsset
Tegen meerprijs is een verlichtingsset te leveren.
Zie de onderdelenlijst.
Controle voor het in gebruik nemen
- Machine loodrecht aangekoppeld.
- Topstang goed ingesteld.
- Hefarmen (4) zijdelings vastgezet.
- Aftakas goed op lengte.
- Rotortoerental gekozen volgens de tabel.
Veiligheids-
aanwijzing
Gevaar door draaiende
machinedelen.
Houdt voldoende
veilige afstand tot de
bewegende delen bij
een lopende motor met
aangekoppelde aftakas.
Aftakastoerental 1000 o/m
Dit toerental moet bij voorkeur gebruikt worden om
diverse aandrijfdelen aan de trekker en de machine geen
overbelasting te bezorgen.
Aftakastoerental 540 o/m / 750 o/m
Dit toerental moet alleen gebruikt worden bij het
bewerken van lichte grondsoorten en bij trekkers met
minder dan 90 PK.
Wisselen van de tandwielen
- Machine naar voren kantelen om het weglopen van olie uit de
tandwielkast te voorkomen.
- Deksel tandwielkast (7) demonteren.
- Tandwielen (Z1 en Z2) volgens tabel omwisselen.
- Deksel tandwielkast (7) weer monteren.
LION 251, LION 301
LION 3001, LION 4001
LION 251, LION 301
LION 3001, LION 4001
(873) EINSATZ 0100-NL
NL
GEBRUIK
- 9 -
LION 3000
Rotortoerental bij machine met standaard-tandwielkast
LION 3000 Machinenr.: . . . - 1784
Het toerental van de rotor wordt, afhankelijk van bodemomstandigheden en trekkervermogen, volgens de tabel gekozen.
Voor de standaard-tandwielkast zijn tegen meerprijs de tandwielen Z17/Z23 en Z16/Z24 te verkrijgen. Zie ook het
onderdelenboek.
LION 250, LION 300, LION 3000
Rotortoerental bij machine met standaard-tandwielkast
LION 250 Machinenr.: . . . + 1001
LION 300 Machinenr.: . . . + 1001
LION 3000 Machinenr.: . . . + 1785
Het toerental van de rotor wordt, afhankelijk van bodemomstandigheden en trekkervermogen, volgens de tabel gekozen.
Voor de standaard-tandwielkast zijn tegen meerprijs de tandwielen
Z 17 / Z 23
Z16 / Z 24
Z 18 / Z 22
Z 19 / Z 21 te verkrijgen.
Zie ook het onderdelenboek.
(873) EINSATZ 0100-NL
NL
GEBRUIK
- 10 -
Rotortoerental bij machine met schakelbare tandwielkast
(tegen meerprijs LION 3000 Bouwjaar . . . - 1998)
Het toerental van de rotor wordt, afhankelijk van bodemomstandigheden en
trekkervermogen, volgens de tabel gekozen.
Bij een schakelbare tandwielkast zijn geen extra tandwielen nodig.
Het toerental wordt door de juiste positie van de tandwielen (Z1 en Z2) en de
schakelstand (I, II, III) met de hefboom (H) gekozen.
LION 251, LION 301, LION 3001
Rotortoerental bij machine met standaard-tandwielkast
Het toerental van de rotor wordt, afhankelijk van bodemomstandigheden en trekkervermogen, volgens de tabel gekozen.
Voor de standaard-tandwielkast zijn tegen meerprijs de tandwielen, Z 26 / Z 39, Z 29 / Z 36, Z 31 / Z 34 te verkrijgen.
Zie ook het onderdelenboek.
(873) EINSATZ 0100-NL
NL
GEBRUIK
- 11 -
Afstellen werkdiepte
De werkdiepte (T) wordt bepaald door het pendelbereik van de
gemonteerde rol.
De beide pennen links en rechts, in de juiste boringen gestoken,
dienen daarbij als aanslag.
Voor het instellen moet de machine uit veiligheidsover-
wegingen op de grond staan!
- Pennen draaien en uitnemen.
- Pennen links en rechts in de gelijke boring steken en door te draaien
weer borgen.
Afstrijker
De verstelling van de afstrijkers gebeurt door het draaien van de
beide bouten (11) links en rechts buiten.
Vooraf controleren of de aparte afstrijkers (10) in gelijke afstand tot
de rol staan.
Afstellen van de
afstrijkers
- Rol draaien en daarbij de
afstand van de afstrijkers
controleren.
- Zeskantbout (SK) losdraaien
en afstrijkers goed
afstellen.
- Ter controle rol nogmaals
doordraaien.
Grondgeleiders
De grondgeleiders (20) zijn
in verschillende standen
verstelbaar.
De stand moet aan de
werkdiepte aangepast zijn.
Egalisatieplaat
De egalisatieplaat (30)
is in hoogte verstelbaar
en daardoor aan
elke werkdiepte aan
te passen. Kluiten
worden daardoor
gelijkmatig verdeeld
naar de rotor geleid.
Achterste strijkplaat
(tegen meerprijs)
De achterste strijkplaat (31) is in hoogte verstelbaar en daardoor
aan elke werkdiepte aan te passen.
Daarbij kan de afstand (X) tot de rotoren versteld worden.
Een kleine afstand zorgt voor een fijne verkruimeling van kluiten
bij droge grond. Daarbij wordt een iets grotere capaciteit van de
aandrijfkast gevraagd dan bij een grotere afstand.
Bij vochtige en kleverige grond kan de achterste strijkplaat in de
hoogste stand worden vastgezet of afgebouwd.
Veiligheidsaanwijzing
Machine alleen gebruiken onder de volgende
voorwaarden:
1. de egalisatieplaat (30) moet gemonteerd zijn en/of
- de beide beschermbuizen (30a) moeten bevestigd zijn.
2. de achterste strijkplaat (31) of
een nalopende volgmachine
(bijv. spijlenrol of pakkerrol)
moet(en) bevestigd zijn.
3. de beide grondgeleiders (20)
moeten in juiste positie en op
juiste werkdiepte ingesteld
zijn.
Houdt afstand als de trekker loopt.
Houdt alle personen buiten de gevarenzone van de machine, omdat
deze voorwerpen kan wegslingeren.
Vooral voorzichtigheid geboden op akkers met veel stenen en in de
buurt van straten en wegen.
Bij het heffen van
de machine, de
aftakasaandrijving
uitschakelen.
bsb 447 410
- 12 -
0500_NL-Hydr-Entlastung_873
NL
Voorspanning instellen
1. Blokkeerkraan openen (Pos 1)
2. Stuurventiel op de trekker bedienen
3. Accumulator met 50 - 100 bar voorspannen
4. Blokkeerkraan sluiten (Pos 0)
Compensatietabel
Druk (bar) Compensatie (kg) ca.
50 570
60 750
70 850
80 970
90 1070
100 1260
- De beide hydraulische cilinders ontlasten de rotoren
door de voorspanning in de accumulator.
- De druk van de rotorkopeg (door het gewicht van de
rotorkopeg en de zaaimachine) wordt op de Packerwals
overgedragen.
- De rotorkopeg heft zich gemakkelijker en
productvriendelijker over hindernissen heen.
- De druk in het centrale hydraulische systeem wordt
via de trekker geregeld.
Werking van de hydraulische drukcompensatie
Attentie!
Aan De accumula-
tor mogen geen
las- noch soldeer-
werkzaamheden
als ook generlei
mechanische
werkzaamheden
worden uitgevo-
erd.
HYDRAULISCHE DRUKCOMPENSATIE
- 13 -
(873) GWSICHERUNG 9200 NL
NL
SLIPKOPPELING
Gebruiksaanwijzingen van de nokkenslipkoppeling
De nokkenslipkoppeling schakelt bij overbelasting van de aandrijving uit. De
uitgeschakelde koppeling kan door het uitschakelen van de aftakasaandrijving
weer ingeschakeld worden.
LET OP!
Door verstandig rijden vermijdt U een overmatige belasting van de koppeling
en voorkomt U onnodige slijtage.
Afstelling van de nokkenslipkoppeling
De basis-afstelling, vanaf de fabriek, is 180 daNm. Dit komt overeen met
een afstelmaat van L=126,5 mm.
Demonteren van de nokkenslipkoppeling
- Koppeling alleen demonteren met de nok (E) ingeschakeld.
- Let voor het demonteren goed op hoe de nok (SN) ingebouwd zit.
- Bouten (F) demonteren.
Let op!
Beide drukveren aan de bouten (F) moeten even strak gespannen zijn.
(873) SATTELDREIECK 0900-NL
NL
- 14 -
OPBOUWZAAIMACHINES
Tegen meerprijs:
Driepuntsbok voor opbouwzaaimachine ACCORD
- Driepuntsbok volgens schets monteren.
- V-snaarschijf op 137 mm afstand van de driepuntsbok monteren.
- zie volgende pagina
Tip
Raadpleeg ook de montage- en gebruiksaanwijzing van de
opbouwzaaimachine.
Tegen meerprijs:
Driepuntsbok voor opbouwzaaimachine VITASEM
- Driepuntsbok volgens schets monteren.
- V-snaarschijf op 115 mm afstand van de driepuntsbok monteren.
- zie volgende pagina
Tip
Raadpleeg ook de montage- en gebruiksaanwijzing van de
opbouwzaaimachine.
(873) SATTELDREIECK 0900-NL
NL
OPBOUWZAAIMACHINES
- 15 -
Monteren van de V-snaarschijf
AEROSEM: Afstand (115 mm) tot driepuntsbok (zie voorgaande pagina)
- De V-snaarschijf wordt middels klembout (72) op het aseinde
vastgeklemd.
De afbeeldingen tonen de mogelijke posities (P1, P2, P3 en P4) van de
V-snaarschijf met flenskoppeling.
- In stand P5 kan de ring (RI) ook gelijktijdig worden bevestigd.
- De flenskoppeling ver genoeg (0 mm) op het aftakas profiel schuiven.
ACCORD: Afstand (137 mm) tot driepuntsbok
- De V-snaarschijf wordt met de conische ring (71) op de aftakas
gespannen.
- Zeskant bouten (SK) met 3,3 daNm (kpm) aandraaien.
De afbeeldingen laten de mogelijke montage-posities (P1, P2, P3 en
P4) van de V-snaarschijf met de flenskoppeling zien.
- In montage-positie P4 kan de afstand van 137 mm tot de driepuntsbok
bereikt worden.
- De flenskoppeling ver genoeg
(min. 15 mm) op het aftakas profiel
schuiven.
(873) SATTELDREIECK 0900-NL
NL
OPBOUWZAAIMACHINES
- 16 -
Transportstand
Opbouw van een ACCORD zaaimachine
Frontgewichten:
Zie de veiligheids–voorschriften in de bijlage!
- Zaaimachine op bokken
zetten.
- Met de driepuntsbok van
de rotorkopeg de machine
aankoppelen.
- Driepuntsbok met pennen (78)
vergrendelen.
- Hendel (76) bedienen en de beide aandrijf-riemen aanbrengen.
- De beide beschermingen (51 en 52) aanbrengen en met vleugelmoer
(75) bevestigen.
Afbouw van de ACCORD zaaimachine
- Steunpoten monteren en zaaimachine
op de grond laten zakken.
- Beschermingen (51 en 52)
demonteren.
- Hendel (76) bedienen en de beide
aandrijfriemen wegnemen.
- Driepuntsbok met pennen (78)
ontgrendelen.
- Machine afbouwen.
(873) SATTELDREIECK 0900-NL
NL
OPBOUWZAAIMACHINES
- 17 -
Tegen meerprijs:
Hydrolift voor zaaimachines met aftakas-aandrijving
De stand van de vanghaken (80) aanpassen aan de aan te bouwen
zaaimachine.
De gatafstand (A) van de bovenste en onderste ophanging moet afhankelijk
van de diameter van de naloopwals worden gekozen en moet meteen
worden gemarkeerd.
De aandrijfas voor de aangebouwde machine
wordt aan de doorgaande aftakas van de
aandrijkast gekoppeld.
Na het aankoppelen van de zaaimachine, de
veiligheidsplaat aan de draagpen steken en
met splitpen vergrendelen.
De schroef (S) dient voor het stabiliseren van het aanbouwwerktuig in
geheven positie (bijv. transport).
Instelling:
- Schroef (S) helemaal inschroeven
- Hydrolift met aanbouwwerktuig helemaal heffen
- Schroef uitdraaien tot deze door het verbindingsstuk van de onderste
ophanging (L) onder druk staat.
- Schroef met contramoer borgen.
Tegen meerprijs:
Hefbegrenzing voor Hydrolift
Om bij het heffen van de aangebouwde machine de maximaal
toegestane aftakas-hefhoek niet te overschreiden, wordt de extra
"hefbegrenzing" aanbevolen.
Afstellen van de hefbegrenzing
- Blokkeerkraan openen (stand E).
- Aangebouwde zaaimachine door middel van Hydrolift tot aan
de maximaal toegestane aftakas hefhoek heffen.
- Pennen (85) in de dichtsbijliggende boring na het eind van de
begrenzingsstang (86) steken.
De pennen hebben nu de funktie van een aanslag en begrenzen
zodoende de hefhoogte.
Veiligheidsinrichting bij transport
- Aangebouwde zaaimachine door middel van Hydrolift voor
transport heffen.
- Blokkeerkraan sluiten (stand A).
Daardoor kan bij een defekt aan de hydraulische slangen de
aangebouwde zaaimachine niet op de grond zakken.
Als extra beveiliging kan met de bouten (85) de begrenzingsstang
(86) vastgezet worden.
- Pennen in sleufgat (L) van de begrenzingsstang steken.
Als deze extra beveiliging niet gewenst wordt
- Pennen in laatste gat (X) steken.
Tip
Raadpleeg ook de montage- en gebruiksaanwijzing van de
opbouwzaaimachine.
TD65/92/40
81
(873) SATTELDREIECK 0900-NL
NL
OPBOUWZAAIMACHINES
- 18 -
Alternatief voor Hydrolift:
Aanbouwdelen (alleen voor LION 300; LION 3000; L25; L30)
De stand van de vanghaken (80)
aanpassen aan de aan te bouwen
zaaimachine.
De aandrijfas voor de aangebouwde
machine wordt aan de doorgaande
aftakas van de aandrijkast gekoppeld.
Na het aankoppelen van de zaaimachine,
de veiligheidsplaat aan de draagpen
steken en met splitpen vergrendelen.
TD65/92/40
81
9401 NL WARTUNG (873)
NL
- 19 -
ONDERHOUD
Algemene onderhoudsvoorschriften
Om de machine ook na een langere gebruiksduur in goede
staat te houden, moeten onderstaande voorschriften in acht
worden genomen.
Veiligheidsaanwijzingen
voor het verrichten van
instel-, onderhouds- en
reparatie werkzaamheden, de
trekkermotor uitschakelen en
de sleutel uit het contactslot
verwijderen.
• werkzaamheden onder de
machine alleen uitvoeren, wanneer de machine stilstaat, niet kan
wegrollen en goed wordt ondersteund.
- Na één werkuur alle bouten natrekken.
- Onderhoudsvoorschriften voor de tandwielkast en haakse
overbrengingen opvolgen.
- De tandwielaandrijving in de rotorbalk is onderhoudsvrij.
Verwisselen van tanden
Beschadigde of versleten rotortanden
moet worden vervangen. Let op de juiste
montage van de aparte rotortanden (zie
ook onderdelenlijst).
De beide bouten (SK) met Loctite 243 of
een gelijkwaardig produkt vastlijmen en
met 290 Nm (29 kpm) vastdraaien.
Aftakas
- De aftakas na elke 8 werkuren smeren.
- Profielbuizen uit elkaar halen en goed invetten.
Reinigen van machinedelen
Attentie!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen van lagers
en van hydraulische delen.
- Gevaar voor roestvorming!
- Na het reinigen van de machine volgens schema doorsmeren en
de machine korte tijd laten draaien.
- Door met te hoge druk te reinigen kan lakschade optreden.
Tandwiel en Tandwielkast
- Eerste olie-verversing na 50 werkuren.
- Daarna om de 100 werkuren olie verversen.
Oliehoeveelheid: ~ 4,2 liter SAE 90
- Machine horizontaal neerzetten.
- Aftapbout (90) uitdraaien, oude olie weg laten lopen, zorg dat dit
milieu-vriendelijk verwerkt wordt.
- Aftapbout (90) weer indraaien.
- Vulplug met peilstok (91) uitdraaien en olie tot aan stand A van
de peilstok vullen.
- Voor het in gebruik nemen oliepeil controleren.
Schakelbare tandwielkast
(LION 3000, LION 4000)
- Eerste olie-verversing na 50 werkuren.
- Daarna om de 100 werkuren olie verversen.
Oliehoeveelheid: 4 liter SAE 90
L = ontluchtingsstop, wordt voor
het vullen van olie uitged-
raait.
N = niveauplug. Het oliepeil is
goed, wanneer de olie tot
aan deze plug komt.
A = aftapbout.
Overwinteren
- Machine voor de overwintering goed schoonmaken.
- Overdekt opbergen, zodat weersinvloeden worden
uitgeschakeld.
- Olie verversen of bijvullen.
- Blanke delen beschermen tegen roest.
- Alle smeerpunten volgens smeerschema smeren.
9900-ZENTRAL_LEGENDE-SCHMIERPLAN - 20 -
Schmierplan
X
h alle X Betriebsstunden
40 F alle 40 Fuhren
80 F alle 80 Fuhren
1 J 1 x jährlich
100 ha alle 100 Hektar
FETT FETT
= Anzahl der Schmiernippel
= Anzahl der Schmiernippel
(IV) Siehe Anhang "Betriebsstoffe"
Liter Liter
* Variante
Siehe Anleitung des Herstellers
Smeerschema
X
h alle X bedrijfsuren
40 F alle 40 wagenladingen
80 F alle 80 wagenladingen
1 J 1 x jaarlijks
100 ha alle 100 hectaren
FETT VET
= Aantal smeernippels
= Aantal smeernippels
(IV) Zie aanhangsel "Smeermiddelen"
Liter Liter
* Varianten
zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant
Schema di lubrificazione
X
h ogni X ore di esercizio
40 F ogni 40 viaggi
80 F ogni 80 viaggi
1 J volta all'anno
100 ha ogni 100 ettari
FETT GRASSO
= Numero degli ingrassatori
= Numero degli ingrassatori
(IV) vedi capitolo “materiali di esercizio”
Liter litri
* variante
vedi istruzioni del fabbricante
Plan de graissage
X
h Toutes les X heures de service
40 F Tous les 40 voyages
80 F Tous les 80 voyages
1 J 1 fois par an
100 ha tous les 100 hectares
FETT GRAISSE
= Nombre de graisseurs
= Nombre de graisseurs
(IV) Voir annexe "Lubrifiants"
Liter Litre
* Variante
Voir le guide du constructeur
Lubrication chart
X
h after every X hours operation
40 F all 40 loads
80 F all 80 loads
1 J once a year
100 ha every 100 hectares
FETT GREASE
= Number of grease nipples
= Number of grease nipples
(IV) see supplement "Lubrificants"
Liter Litre
* Variation
See manufacturer’s instructions
FETT
Esquema de lubricación
X
h Cada X horas de servicio
40 F Cada 40 viajes
80 F Cada 80 viajes
1 J 1 vez al año
100 ha Cada 100 hectáreas
FETT LUBRICANTE
= Número de boquillas de engrase
= Número de boquillas de engrase
(IV) Véase anexo “Lubrificantes”
Liter Litros
* Variante
Véanse instrucciones del fabricante
Plano de lubrificação
X
h Em cada X horas de serviço
40 F Em cada 40 transportes
80 F Em cada 80 transportes
1 J 1x por ano
100 ha Em cada100 hectares
FETT Lubrificante
= Número dos bocais de lubrificação
= Número dos bocais de lubrificação
(IV) Ver anexo ”Lubrificantes"
Liter Litro
* Variante
Ver instruções do fabricante
I
P
NL
D GBF
E
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Pottinger LION 301 Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung
Dieses Handbuch eignet sich auch für

in anderen Sprachen