ProForm PFEVEL3486 Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung

Dieses Handbuch ist auch geeignet für

Sticker met
serie-
nummer
GEBRUIKERSHANDLEIDING
www.iconeurope.com
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn
onderdelen die ontbreken of
beschadigd zijn, neem dan contact
op met de winkel waar u dit product
hebt gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa-
raat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
Modelnr. PFEVEL3486.0
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
2
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
B
ELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
DE STICKER MET WAARSCHUWING
De hier getoonde sticker(s) met waar-
schuwing is/zijn op de aangegeven
plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laat-
ste pagina van deze handleiding
wanneer een sticker ontbreekt of niet
leesbaar is en vraag om een vervan-
gende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Aandacht: de sti-
cker(s) worden niet op ware grootte
weergegeven.
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
3
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
b
elangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
elliptische trainer voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of
schade door het gebruik van dit product.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen ouder dan
35 jaar, of personen met bestaande gezond-
heidsproblemen.
2. Gebruik de elliptische trainer alleen zoals in
deze handleiding beschreven.
3. De eigenaar moet zich ervan te vergewissen
dat allen die gebruik maken van de elliptis-
che trainer voldoende op de hoogte zijn van
alle voorzorgsmaatregelen.
4. De elliptische trainer is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de elliptische
excerciser niet commercieel, voor verhuur of
of in een instelling.
5. Gebruik de elliptische trainer uitsluitend bin-
nenshuis en uit de buurt van vocht en stof.
Plaats de elliptische trainer op een vlakke
ondergrond met een matje eronder om uw
vloer of vloerbedekking te beschermen. Zorg
ervoor dat er minstens 0,9 m ruimte voor en
achter de elliptische trainer is, en 0,6 m
ruimte aan iedere zijkant.
6. Controleer alle onderdelen regelmatig en
draai ze dan goed vast. Vervang versleten
onderdelen meteen.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de elliptische trainer
vandaan.
8. De elliptische trainer mag niet gebruikt wor-
den door mensen die zwaarder zijn dan 113
kg.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de ellip-
tische trainer gebruikt; draag geen losse
kleding die in de elliptische trainer verstrikt
kan raken. Draag altijd gymschoenen om uw
voeten tijdens het oefenen te beschermen.
10. Houd de handvaten of de armhendels bij het
opstappen, het afstappen of tijdens het
gebruik van de elliptische trainer vast.
11. De hartslagsensor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren kunnen de
nauwkeurigheid van de metingen beïnvloe-
den. De polssensor dient slechts als
hulpmiddel om een algemene hartslag te
meten.
12. Houd tijdens het gebruik van de elliptische
trainer uw rug recht. Krom uw rug niet.
13. Teveel oefenen kan tot ernstig letsel of tot de
dood leiden. Als u tijdens het oefenen pijn
voelt of duizelig wordt, dient u onmiddellijk
te stoppen en af te koelen.
14. Laat de pedalen langzaam tot stilstand
komen wanneer u stopt met oefenen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
VOORDAT U BEGINT
Pedaalschijf
Schild
Pedaal
Houder voor de Waterfles*
Bedieningspaneel
Armhendel
Wiel
Dank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe PRO-
F
ORM
®
5
50 HR elliptische trainer. De 550 HR
elliptische trainer biedt een reeks functies die zijn
ontwikkeld om uw oefeningen thuis effectiever en
leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding
zorgvuldig door voor gebruik van de elliptische
trainer. Raadpleeg de omslag van deze handleiding
als u nog vragen hebt. Noteer het productnummer en
h
et serienummer voordat u met ons contact opneemt.
De plaats waar u de stickers met het productnummer
en het serienummer kunt vinden wordt op de omslag
van de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
*Waterfles niet inbegrepen
5
M8 Veerring
(79)–4
M8 Tussenring
(64)–4
M10 Veerring
(78)–4
M4 x 16mm
Schroef (60)–4
M8 x 25mm
Schroef met
Nylon (70)–2
M8 x 19mm
Schroef met Nylon
(73)–4
M8 Nylon
Slotmoer
(59)–2
M10 Nylon
Slotmoer
(84)–4
M8 x 23mm
Schouderschroef
(65)–4
Grote Gegolfde
Tussenring
(20)–4
Gegolfde
Tussenring
(27)–2
M4 x 19mm
Schroef
(68)–6
M8 Grote
Tussenring
(81)–2
M4 x 32mm
Schroef (67)–8
M4 x 12mm
Schroef met Platte
Kop (88)–8
Sterring (85)–6
M10 x 76mm Bout met Ronde Kop (74)–2
M10 x 60mm Schroef
met Ronde Kop (89)–2
M10 x 50mm Draagbout (75)–2 M10 x 75mm Draagbout (58)–2
M4 x 22mm
Schroef (66)–2
MONTAGE
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats alle onderdelen van de elliptische trainer op
een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
b
ent met de montage.
N
aast het meegeleverde gereedschap heeft u voor het monteren ook een kruiskopschroeven-
draaier , een verstelbare moersleutel en een rubber hamer nodig .
Gebruik de tekening hieronder om de kleine onderdelen te onderscheiden bij het monteren van de elliptische
trainer. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het hoofdnummer van het onderdeel van de LIJST
MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor
de montage. Aandacht: sommige kleine onderdelen zijn al vooraf gemonteerd. Als een onderdeel zich
niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd.
6
1.
M
aak de Achterste Stabilisator (35) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 75mm
D
raagbouten (58) en twee M10 Borgmoeren
(84).
Druk de Stabilisatorkap (36) op de Achterste
Stabilisator (35).
2. Maak de Voorste Stabilisator (3) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 76mm
Bouten met Ronde Koppen (74), twee M10
Gespleten Tussenringen (78), twee Gebogen
Tussenstukken (90), en twee M10 Borgmoeren
(84). Draai de Borgmoeren nog niet te vast.
Draai handmatig twee M10 x 60mm Schroeven
met Ronde Koppen (89), twee M10 Gespleten
Tussenringen (78), en twee Gebogen
Tussenstukken (90) door de Voorste Stabilisator
(3) en in het Onderstel (1) vast.
Draai de twee M10 Borgmoeren (84) vast en
draai dan de twee M10 x 60mm Schroeven
met Ronde Koppen (89) vast.
84
35
1
84
3
78
78
90
90
89
90
78
89
1
36
36
74
78
90
58
2
1
Lees voordat u begint te monteren de
i
nformatie op pagina 5. Dit maakt de mon-
tage makkelijker.
7
3. Draai een Wiel (28) zodanig dat de vier stutjes
(zie inzet-tekening) van de Voorste Stabilisator
(3) af wijzen.
Maak het Wiel (28) aan de Voorste Stabilisator
(
3) vast met een M8 Borgmoer (59). Druk dan
een Wielkap (29) op de stutjes van het Wiel.
Maak het andere Wiel (28) op dezelfde
manier vast.
28
28
3
29
59
28
Stutjes
3
4. Sluit de Bovenste Draadharnas (18) op de
Onderste Draadharnas (38) aan terwijl een
tweede persoon de Staander (2) bij het
Onderstel (1) vasthoudt.
Tip: Zorg ervoor dat de Draadharnassen (18,
38) niet bekneld raken. Schuif de Staander (2)
op het Onderstel (1).
Maak de Staander (2) vast met vier M8 x 19mm
Hechtschroeven (73) en vier M8 Gespleten
Tussenringen (79). Draai de Hechtschroeven
nog niet te vast.
4
2
73
73
1
73
79
38
18
79
79
Zorg ervoor dat de
Draadharnassen niet
bekneld raken
8
5
5. Zoek naar de Linker Pedaalarm (21), die met
een “L” (L of Left geeft links aan; R of Right
geeft rechts aan) aangegeven is.
Maak een Pedaal (19) aan de Linker Pedaalarm
(
21) vast met drie M4 x 19mm Schroeven (68)
en drie Sterringen (85).
Maak het andere Pedaal (niet afgebeeld) op
dezelfde manier aan de Rechter Pedaalarm
(niet afgebeeld) vast.
19
21
68
68
85
85
6
6. Smeer de Schakelas (16) en de twee Gebogen
Tussenringen (27) met een laagje van het
meegeleverde vet in.
Steek de Schakelas (16) in de Staander (2) en
leg de as in het midden. Zorg ervoor dat de
Bovenste Draadharnas (18) met de
Schakelas niet beschadigd wordt.
Schuif een Gebogen Tussenring (27) op ieder
uiteinde van de Schakelas (16).
Draai de Been van de Armhendels (6) zoals
afgebeeld. Schuif dan een Armhendel op ieder
uiteinde van de Schakelas (16).
Draai de twee M8 x 23mm Schouderschroeven
(65), twee M8 Tussenringen (64), en twee
Schakelkaps (14) tegelijkertijd in de uiteinden
van de Schakelas (16). Tip: vermijd het
beschadigen van de Schakelkaps bij het
vastdraaien van de Schouderschroeven.
14
27
6
2
18
6
65
64
14
64
27
16
Smeervet
Smeervet
65
9
7. Smeer vet op de as van de Armhendel (6).
Smeer dan vet op een Grote Gebogen
Tussenring (20) en schuif deze op de as.
Smeer vet op de Linker Crankarm (42).
Draai een Binnenhuls van de Crankarm (26)
zodanig dat de platte kant van de Linker
Crankarm (42) af wijst. Schuif de Binnenhuls
van de Crankarm op de Linker Crankarm.
Schuif de Linker Pedaalarm (21) tegelijkertijd op
de Linker Been van de Armhendel (6) en de
Linker Crankarm (42).
Herhaal deze stap voor de andere kant van
de elliptische trainer.
6
21
20
Smeer-
v
et
Smeervet
7
42
26
Platte
Kant
8. Maak de Linker Pedaalarm (21) aan de Linker
Been van de Armhendel (6) vast met een M8 x
23mm Schouderschroef (65), een M8
Tussenring (64), en een Kap van het
Pedaalbeen (23).
Smeer vet op een Grote Gebogen Tussenring
(20) en schuif deze op de Linker Crankarm (42).
Maak de Linker Pedaalarm (21) aan de Linker
Crankarm (42) vast met een M8 x 25mm
Hechtschroef (70) en een M8 Grote Tussenring
(81).
Herhaal deze stap voor de andere kant van
de elliptische trainer.
Draai de vier M8 x 19mm Hechtschroeven
(73) vast.
8
Smeer-
vet
42
20
81
70
23
73
73
64
21
6
65
10
9
10
10
2
18
Draadharnas van het
Bedieningspaneel
60
17
66
10. Sluit de draadharnas van het bedieningspaneel
op de Bovenste Draadharnas (18) aan terwijl
een tweede persoon het Bedieningspaneel (10)
bij de Staander (2) vasthoudt.
Tip: Zorg ervoor dat de draadharnassen niet
bekneld raken. Maak het Bedieningspaneel
(10) aan de Staander (2) vast met vier M4 x
16mm Schroeven (60).
Maak de Waterfleshouder (17) aan de Staander
(2) vast met twee M4 x 22mm Schroeven (66).
9. Het bedieningspaneel (10) werkt met vier AA-
batterijen (niet meegeleverd); alkalinebatterijen
worden aanbevolen. BELANGRIJK: Als het
B
edieningspaneel aan lage temperaturen
blootgesteld is geweest, dient u deze op
k
amertemperatuur te laten komen voordat u
er batterijen insteekt. Anders kunt u de dis-
play van het bedieningspaneel of andere
elektrische componenten beschadigen.
Verwijder het deksel van het batterijvakje, plaats
de batterijen in het batterijvakje en maak het
deksel van het batterijvakje weer vast. Plaats
de batterijen zoals aangegeven op het
schema aan de binnenkant van het batterij-
vakje.
Neem contact op met de winkel waar u dit
product gekocht heeft of bel het telefoon-
nummer vermeld op de omslag van deze
handleiding om een optionele stroomadapter
aan te schaffen. Om schade aan het bedien-
ingspaneel te voorkomen dient u alleen een
door de fabrikant geleverde stroomadapter
te gebruiken. Steek het ene uiteinde van de
stroomadapter in de aansluiting van het bedien-
ingspaneel en het andere uiteinde in een
stopcontact die voldoet aan de lokale normen
en bepalingen.
10
Batterijen
Batterij-
d
eksel
Zorg ervoor dat de
draadharnassen niet
bekneld raken
11
11
75
67
67
6
11. Draai een Linker Tussenstuk van de Armhendel
(12) en een Rechter Tussenstuk van de
Armhendel (13) zoals afgebeeld, en druk deze
s
amen rond het linker Been van de Armhendel
(6).
Schuif dan de Linker Armhendel (4) op de
Tussenstukken van de Armhendel (12, 13).
Steek vanuit de aangegeven richting een M10 x
50mm Draagbout (75) door alle drie de
onderdelen terwijl een andere persoon de
Linker Armhendel (4) en de Tussenstukken van
de Armhendel (12, 13) vasthoudt.
Draai vier M4 x 32mm Schroeven (67) en vier
M4 x 12mm Schroeven met Platte Koppen (88)
door de Linker Armhendel (4) en in de
Tussenstukken van de Armhendel (12, 13) vast.
Draai een Armknop (11) op het uiteinde van de
M10 x 50mm Draagbout (75).
Schuif de Rechter Armhendel (niet afge-
beeld) op dezelfde manier op het rechter
Been van de Armhendel (6).
6
11
88
12
88
13
88
4
88
12. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de elliptische trainer goed vastgedraaid worden. Leg een matje
onder de elliptische trainer om uw vloer of vloerbedekking te beschermen.
12
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE VERPLAAT-
SEN EN WATERPAS TE STELLEN
G
a aan de voorkant van de elliptische trainer staan,
houd de staander vast en plaats een voet tegen een
v
an de voorwielen om de elliptische trainer te ver-
plaatsen. Trek de staander naar voren tot u de
elliptische trainer op de wielen kunt verplaatsen.
Verplaats de elliptische trainer voorzichtig naar de
gewenste plaats en zet het apparaat weer op de vloer
neer. Verplaats de elliptische trainer niet over een
oneffen oppervlak, dit vermindert de kans op
letsel.
Als de elliptische trainer wat op de vloer wiebelt, draai
dan aan een of aan beide stelpoten onder de voorste
stabilisator totdat de exerciser niet meer wiebelt.
HOE DE ARMHENDELS BIJ TE STELLEN
De armhendels kunnen op
een hoogte ingesteld wor-
den die voor u het meest
aangenaam is. Draai eerst
de armknop los om iedere
armhendel bij te stellen.
Schuif vervolgens de
armhendel op de gewenste
stand en draai de armknop
weer vast. Zorg ervoor dat
beide armhendels op
gelijke hoogte zijn.
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN
Houd u bij het opstappen van de elliptische trainer aan
d
e armhendels vast en stap op de pedaal die zich in
de laagste stand bevindt. Stap vervolgens op de
a
ndere pedaal. Duw op de pedalen tot u een
vloeiende beweging bereikt. Aandacht: De
pedaalschijven kunnen in beide richtingen
draaien. Het wordt aangeraden om de pedaalschi-
jven in de richting van de onderstaande pijl te
draaien. Om af te wisselen, kunt u de pedalen ook
in de tegenovergestelde richting draaien.
Wacht tot de elliptische trainer helemaal tot stilstand is
gekomen voordat u van de elliptische trainer afstapt.
U moet op de elliptische trainer blijven trappen; de
pedalen blijven in beweging totdat het vliegwiel
stopt. Stap wanneer de pedalen stoppen eerst van
het hoogste pedaal af. Stap vervolgens van het laag-
ste pedaal af.
Pedaal
Pedaal-
schijf
Armhendels
Armhendel
Armknop
Wiel
Staander
Stelpoot
13
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het moderne bedieningspaneel is voorzien van een
keuze aan functies om doeltreffender en plezieriger te
oefenen.
U kunt de weerstand van de pedalen door een druk op
de knop bijstellen wanneer de handmatige instelling
van het bedieningspaneel gekozen wordt. Het bedien-
ingspaneel zal tijdens het oefenen voortdurend
informatie geven. U kunt zelfs uw hartslag meten wan-
neer u de handgreep met polssensor gebruikt.
Het bedieningspaneel heeft ook zes slimme pro-
grammaʼs die de weerstand van de pedalen
automatisch bijstellen en u aan zullen geven wanneer
u het tempo moet aanpassen, terwijl u door doeltref-
fende workouts geleid wordt.
Het bedieningspaneel biedt tevens twee programmaʼs
voor de hartslag die de weerstand van de pedalen
automatisch controleren en u aan zullen geven wan-
neer u het tempo constant moet houden om uw
hartslag tijdens de workout zo dicht mogelijk bij de na
te streven hartslaginstelling te houden.
Het bedieningspaneel heeft een watt programma die
de weerstand van de pedalen verandert om uw
krachtsinspanning bij een na te streven niveau te
houden.
Om de handmatige instelling te gebruiken, zie pag-
ina 14. Om een slimme workout te gebruiken,
raadpleeg pagina 15. Om een programma voor de
hartslag te gebruiken, raadpleeg pagina 16. Om een
watt programma de gebruiken, raadpleeg pagina 18.
Aandacht: Zorg ervoor dat de batterijen goed gein-
stalleerd zijn (zie montage stap 9 op pagina 10)
voordat u het bedieningspaneel gebruikt. Als er een
velletje plastic op het display zit, verwijder deze dan.
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
14
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1
. Begin te stappen, of druk op een willekeurige
toets op het bedieningspaneel.
De display zal oplichten even nadat u het bedien-
ingspaneel ingeschakeld heeft.
2. Kies de handmatige instelling.
Telkens als u het
bedieningspaneel
aanzet, zal de
handmatige
instelling gekozen
worden. Als u een
programma heeft
gekozen, kunt u de de handmatige instelling
opnieuw kiezen door herhaaldelijk op de toets
voor de Slimme Programmaʼs [SMART PRO-
GRAMS] of op de toets voor het programmaʼs
voor de hartslag [HEART RATE PROGRAMS] te
drukken totdat het woord MANUAL (handmatige)
linksonder in de display verschijnt.
3. Verander de weerstand van de pedalen als u
dat wilt.
Tijdens uw oefen-
ing kunt u de
weerstandsin-
stelling van de
pedalen veran-
deren door
herhaaldelijk op de
toename en afname toetsen te drukken. Aandacht:
Wanneer u op de toetsen drukt, duurt het even
voordat de gewenste weerstandsinstelling
ingesteld wordt.
4. Volg uw vorderingen op de display.
In de display linksboven wordt de verlopen tijd
aangegeven. Aandacht: Wanneer een Slim
[SMART] programma of een programma voor de
hartslag [HEART RATE] gekozen wordt zal de dis-
play de resterende tijd van het programma in
plaats van de verlopen tijd aangeven.
In de display linksonder wordt de afstand (totaal
aantal omwentelingen) en de krachtinspanning in
watts aangeven.
In de display rechtsboven wordt het bij benader-
ing aantal verbrande calorieën aangegeven. In de
display rechtsboven wordt ook uw hartslag
aangegeven wanneer u de handgreep met
polssensor gebruikt (raadpleeg stap 5 op pagina
15).
In de display rechtsonder wordt het tempo in
omwentelingen per minuut (rpm) aangegeven.
In het midden van de display wordt de weer-
standsintelling van de pedalen, telkens wanneer
de weerstand wijzigt, enkele seconden lang
aangegeven.
U kunt bepaalde informatie ook in een groter for-
maat zien. Druk meerdere keren op de
Displaytoets [DISPLAY] om de tijd en watt infor-
matie, tijd en calorieën informatie, of tijd en tempo
informatie te kunnen zien. Druk opnieuw op de
Displaytoets om alle informatie te zien.
U kunt tussen drie soorten achtergrondverlichting
kiezen. In de ON-stand blijft de achtergrondver-
lichting aan wanneer het bedieningspaneel aan is.
Om de batterijen te sparen blijft in de AUTO-stand
de achtergrondverlichting alleen maar aan wan-
neer u stapt. In de OFF-stand gaat de
achtergrondverlichting uit.
Druk op de toets voor Intelligente Programmaʼs en
houd deze enkele seconden lang ingedrukt om
een achtergrondverlichtingoptie te kiezen. Druk
dan op de toename toets om de gewenste achter-
grondverlichting te kiezen. Druk dan opnieuw op
de toets voor de Slimme Programmaʼs om uw
keuze op te slaan.
15
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Als er velletjes
p
lastic op de met-
alen contact-
p
unten zitten, ver-
wijder deze dan.
Houd de hand-
greep met
polssensor vast
met uw handpal-
men tegen de metalen contactpunten om uw
hartslag te meten. Zorg ervoor dat uw handen
niet bewegen en houd de contactpunten niet te
strak vast.
Als uw hartslag waargenomen wordt, zullen er
één, twee of drie streepjes verschijnen en dan
wordt uw hartslag aangegeven. Houd de contact-
punten ongeveer 15 seconden lang vast voor de
meeste nauwkeurige hartslagmeting. Aandacht:
Als u de handgreep met polssensor blijft
vasthouden, dan zal uw hartslag 30 seconden
lang op de display aangegeven worden.
Als de display uw hartslag niet aangeeft, zorg er
dan voor dat uw handen zoals eerder beschreven
is geplaatst zijn. Zorg ervoor dat u uw handen niet
teveel beweegt of de metalen contactpunten niet
te strak vasthoudt. Voor de beste werking, maakt u
de metalen contactpunten schoon met een zachte
doek; gebruik nooit alcohol, schuurmiddelen of
chemische middelen om de contactpunten
schoon te maken.
6. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit
wanneer u klaar bent met oefenen.
U zult een pieptoon horen en het bedieningspa-
neel zal stoppen als de pedalen enkele seconden
lang niet bewegen.
Als de pedalen enkele minuten lang niet bewegen,
dan zal het bedieningspaneel uitgeschakeld wor-
den en zullen de displays gereset worden.
HOE EEN SLIM PROGRAMMA TE GEBRUIKEN
1. Begin te stappen, of druk op een willekeurige
t
oets op het bedieningspaneel.
D
e display zal oplichten even nadat u het bedien-
ingspaneel ingeschakeld heeft
2. Kies een slim programma.
Om een van de zes
slimme pro-
grammaʼs te
kiezen, drukt u her-
haaldelijk op de
slimme
Programmaʼs
[SMART PROGRAMS] toets totdat Programma 1,
2, 3, 4, 5, of 6 op de display verschijnt. De pro-
grammatijd en een profiel van de
weerstandinstellingen van het programma zullen
ook op de display aangegeven worden.
3. Begin te stappen om het programma te starten.
Elk programma is onderverdeeld in 20 of 30 seg-
menten van één minuut. Er wordt een
weerstandsinstelling en een na te steven rpm
(tempo) instelling voor ieder segment geprogram-
meerd. Aandacht: U kunt dezelfde weerstands-
en/of de na te streven rpm-instelling voor verschil-
lende segmenten programmeren.
De weerstandinstelling en de na te streven rpm-
instelling voor het eerste segment zullen enkele
seconden lang in het midden van de display
aangegeven worden.
Tijdens de workout geeft het segment van het
profiel van de workout uw vordering aan. Het
opflikkerend segment van het profiel stelt het
huidige segment van de workout voor. De hoogte
van het opflikkerend segment geeft de weer-
standsinstelling van het huidige segment aan.
Aan het eind van iedere segment van de workout
zal het profiel van het volgende segment beginnen
op te flikkeren. Als er een andere weerstands-
en/of na te streven rpm-instelling voor het vol-
gende segment geprogrammeerd zijn, dan zullen
de weerstands- en/of na te streven rpm-instelling
een paar seconden lang in de display opflikkeren
om u te waarschuwen. De weerstand van de ped-
alen zal dan veranderen.
Contact-
punten
16
Terwijl u oefent,
wordt u aanger-
aden uw tempo zo
d
icht mogelijk bij
de na te streven
r
pm-instelling voor
het huidige seg-
ment te houden.
Als er op de display een pijl naar boven verschijnt,
moet u uw tempo verhogen. Als er op de display
een pijl naar onderen verschijnt, moet u uw tempo
verlagen. Als er geen pijltjes op de display verschi-
jnen, moet u uw tempo aanhouden.
BELANGRIJK: De na te streven rpm-instellin-
gen dienen slechts als motivatie. Uw echte
tempo kan lager zijn dan de na te streven rpm-
instellingen. Zorg ervoor dat u met een
aangenaam tempo oefent.
Als de weerstandsinstelling voor het huidige seg-
ment te hoog of te laag is, dan kunt u de instelling
handmatig bijstellen door op de toename en
afname toetsen te drukken. BELANGRIJK: Als
het huidige segment van het programma
eindigt, dan zullen de pedalen zich automa-
tisch aan de weerstandsinstelling van het
volgende segment aanpassen.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment eindigt. Om het programma te stoppen,
moet u gewoon stoppen met stappen. De tijd op
de display zal beginnen op te flikkeren. Om het
programma opnieuw te starten, begint u gewoon
weer te stappen.
4. Volg uw vordering op de display.
Zie stap 4 op pagina 14.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 15.
6. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 6 op pagina 15.
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG
[HEART RATE] TE GEBRUIKEN
1
. Begin te stappen, of druk op een willekeurige
toets op het bedieningspaneel.
De display zal oplichten even nadat u het bedien-
ingspaneel ingeschakeld heeft.
2. Kies een programma voor de hartslag.
Druk een of twee keer op de toets voor de pro-
grammaʼs voor de hartslag [HEART RATE
PROGRAMS] totdat het gewenste programma
gekozen is.
3. Toets een na te streven hartslaginstelling in.
Als u een pro-
gramma voor de
hartslag kiest, dan
zal de maximale na
te streven hartsla-
ginstelling in het
midden van de dis-
play verschijnen.
Druk op de toename of afname toetsen om de
maximale hartslaginstelling te veranderen, als u
dat wilt. Aandacht: Als u de maximale na te
streven hartslaginstelling verandert, dan wordt de
intensiteitsinstelling van het hele programma
veranderd. (Zie OEFENINSITEIT op pagina 20).
De programmatijd en een profiel van de na te
streven hartslaginstellingen van het programma
zullen op de display aangegeven worden.
4. Houd de handgreep met polssensor vast.
Het is niet nodig om de handgreep met polssensor
tijdens een programma voor de hartslag voort-
durend vast te houden. U moet echter de
handgreep met polssensor geregeld vasthouden
zodat het programma goed werkt. Telkens als u
de handgreep met polssensor vasthoudt, houd
dan uw handen minstens 30 seconden lang op
de metalen contactpunten.
17
5. Begin te stappen om het programma te starten.
Ieder programma voor de hartslag is
o
nderverdeeld in 20 of 30 segmenten van één
minuut. Er wordt een na te streven hartslag voor
e
lk segment geprogrammeerd. Let op: Dezelfde
na te streven hartslaginstelling kan worden gepro-
grammeerd voor opeenvolgende segmenten.
Tijdens de workout zal het profiel van de workout
uw vordering aangeven. Het opflikkerende seg-
ment van het profiel stelt het huidige segment van
de workout voor. De hoogte van de opflikkerende
segment geeft de na te streven hartslaginstelling
van het huidige segment aan.
Tijdens het oefenen zal het bedieningspaneel
regelmatig uw hartslag met de na te streven hart-
slaginstelling vergelijken. Als uw hartslag te ver
onder of te ver boven de na te streven hartslag
ligt, dan zal de weerstand van de pedalen automa-
tisch toenemen of afnemen om uw hartslag dichter
bij de na te streven hartslag te brengen.
U zult ook aanger-
aden worden om
een constant
tempo aan te
houden. Als er op
de display een pijl
naar boven ver-
schijnt, verhoog
dan uw tempo. Als er op de display een pijl naar
beneden verschijnt, verlaag dan uw tempo. Als er
geen pijltjes op de display verschijnen, moet u uw
tempo aanhouden.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u met een
tempo oefent dat aangenaam voor u is.
Aandacht: U kunt de weerstandinstelling hand-
m
atig aanpassen. Als u echter de
weerstandsinstelling verandert dan zult u de na te
s
treven hartslag waarschijnlijk niet kunnen aan-
houden. Wanneer het bedieningspaneel uw
hartslag met de na te streven hartslag vergelijkt,
dan kan ook de weerstand van de pedalen
automatisch toenemen of afnemen om uw hartslag
dichter bij de na te streven hartslag te brengen.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment eindigt. Om het programma wanneer dan
ook te stoppen, stop dan gewoon met stappen. De
tijd zal in de display gaan opflikkeren. Om het pro-
gramma opnieuw te starten, begin dan gewoon
weer te stappen.
6. Volg uw vordering op de display.
Zie stap 4 op pagina 14.
7. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 15.
8. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 6 op pagina 15.
18
HOE HET WATT-PROGRAMMA TE GEBRUIKEN
1. Begin te stappen, of druk op een willekeurige
t
oets op het bedieningspaneel.
De display zal oplichten even nadat u het bedien-
ingspaneel ingeschakeld heeft.
2. Kies het watt-programma.
Druk herhaaldelijk op de Slimme Programmaʼs
[SMART PROGRAMS] toets om een watt-pro-
gramma [WATTS] te kiezen totdat de woorden
WATTS PROGRAM (watt-programma) op de dis-
play verschijnen.
3. Voer de na te streven wattinstelling in.
De na te streven
wattinstelling zal
een paar seconden
nadat u het watt-
programma
gekozen heeft op
de display verschij-
nen. Druk
herhaaldelijk op de toename of afname toets om
de na te streven wattinstelling te veranderen als u
dat wilt. U kunt een na te streven wattinstelling
van tussen de 20 en 400 watt kiezen.
4. Begin te stappen om het programma te starten.
Het watt programma is onderverdeeld in 20 seg-
menten van één minuut. U zult aan het eind van
ieder segment een serie tonen horen. In het mid-
den van de display zal tijdens dit programma uw
krachtsinspanning in watt aangeven en de display
linksonder zal de afstand in totaal afgelegde
omwentelingen aangeven.
Tijdens het oefenen zal het bedieningspaneel
regelmatig uw krachtsinspanning vergelijken met
de na te streven wattinstelling. De weerstand van
de pedalen zal, wanneer uw krachtsinspanning
teveel onder of boven uw na te streven wattin-
stelling ligt, automatisch toenemen of afnemen om
u
w krachtsinspanning dichter bij uw na te streven
wattinstelling te brengen.
Tijdens het pro-
gramma, zal u
aangeraden wor-
den om uw tempo
te handhaven. Als
er op de display
een pijl naar boven
verschijnt, moet u
uw tempo verhogen. Als er op de display een pijl
naar beneden verschijnt, moet u uw tempo verla-
gen. Als er geen pijltjes op de display verschijnen,
moet u uw huidig tempo aanhouden.
Het programma zal zo door kunnen blijven gaan.
Oefen zo lang als u wilt. Stop met het stappen om
het bedieningspaneel tot stilstand te brengen. De
tijd zal op de display gaan flikkeren. Om het pro-
gramma opnieuw te starten, begin dan gewoon
weer te stappen.
5. Volg uw vordering op de display.
Tijdens het programma wordt in het midden van
de display uw krachtsinspanning in watt
aangegeven en de display linksonder zal de afs-
tand in totaal afgelegde omwentelingen. De
andere displays zullen werken zoals in stap 4 op
pagina 14 beschreven wordt.
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 15.
7. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 6 op pagina 15.
19
Inspizieren Sie regelmäßig alle Teile des
Ellipsentrainers und ziehen Sie sie nach, wenn
notwendig. Abgenutzte Teile müssen sofort ersetzt
w
erden.
Um den Ellipsentrainer zu reinigen, benutzen Sie ein
feuchtes Tuch und ein wenig von einem milden
Reinigungsmittel. WICHTIG: Um den Computer nicht
zu beschädigen, halten Sie alle Flüssigkeiten von
ihm fern und halten Sie ihn weiters der Sonne
fern.
PROBLEMEN OPLOSSEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
Als het bedieningspaneel niet goed werkt moeten de
batterijen vervangen worden.
Raadpleeg stap 9 op pagina 10 om de batterijen te
vervangen.
Als de handgreep met polssensor niet goed werkt,
raadpleeg dan stap 5 op pagina 15.
HOE DE SNELHEIDSENSOR BIJ TE STELLEN
U moet de bladveerschakelaar bijstellen wanneer het
bedieningspaneel geen goede feedback geeft.
Verwijder eerst alle schroeven uit beide schilden. Er
zitten drie maten schroeven in de schilden let op
welke maat schroef u uit elk gat wegneemt.
Zoek naar de Bladveerschakelaar (47). Draai het
Vliegwiel (48) totdat de Magneet (53) op één lijn komt
met de Bladveerschakelaar. Draai de aangegeven M4
x 16mm Schroef (60) los maar verwijder deze niet.
Schuif de Bladveerschakelaar dichter naar of verder
van de Magneet af en draai de Schroef dan opnieuw
vast.
Draai het Vliegwiel (48) net genoeg naar voren en
naar achteren om de Magneet (53) telkens langs de
Bladveerschakelaar (47) te krijgen.
Herhaal deze procedure tot het bedieningspaneel
goede informatie aangeeft.
Maak de schilden weer vast wanneer de Bladveer-
schakeler goed bijgesteld is. Aandacht: Mocht u
vragen hebben over welke schroef in welk gat zit,
raadpleeg dan de GEDETAILLEERDE TEKENING B
op pagina 23 en de LIJST MET ONDERDELEN op
pagina 21.
HOE DE AANDRIJFRIEM BIJ TE STELLEN
Als de pedalen tijdens het stappen beginnen te slip-
pen en de weerstand op de hoogste stand staat, dan
kan het zijn dat aandrijfriem bijgesteld moet worden.
Verwijder eerst alle schroeven uit beide schilden. Er
zitten drie maten schroeven in de schilden let op
welke maat schroef u uit elk gat wegneemt.
Draai de M8 x 19mm Bout met Platte Kop (61) los en
draai de Bijstelschroef (62) totdat de Aandrijfriem (37)
strak staat. Draai de Bout met Platte Kop goed vast
wanneer de Drijfriem goed strak is.
Maak de schilden weer vast. Aandacht: Mocht u vra-
gen hebben over welke schroef in welk gat zit,
raadpleeg dan de GEDETAILLEERDE TEKENING B
op pagina 23 en de LIJST MET ONDERDELEN op
pagina 21.
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
61
37
62
48
53
60
47
20
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten-
siteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.”
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbran-
den van vet, het middelste nummer is uw hartslag
voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste
nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
p
eriode oefeningen doen op een laag intensiteitni-
veau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de
energie. Pas na de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de
energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient
u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw
hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainings-
zone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u
te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer
van uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere
perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensi-
teit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is
van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt
dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoor-
stroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: voor-
dat u begint met dit of een ander
o
efeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor per-
sonen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

ProForm PFEVEL3486 Bedienungsanleitung

Typ
Bedienungsanleitung
Dieses Handbuch ist auch geeignet für

in anderen Sprachen