DEUTSCH
Für den Einbau des Lichtersatzes sind die nachfolgenden Anweisungen zu
befolgen:
Die Bohrschablone (Abb. 1 Bez. ) entsprechend den Angaben in
Abb. 1 aufsetzen.
Auf der Stange zwei auf der Schablone enthaltene Bohrlöcher Ø 3,5
mm bohren.
Die beiden soeben gebohrten Bohrungen mit einem Bohrer zu Ø 8,5 mm
erweitern und abgraten.
Die Stange mit der Stangenhalterscheibe entsprechend den Angaben
in Abb. 2 zusammenbauen.
Für die korrekte Befestigung der Stange die in der Betriebsanleitung
der Schranke enthaltenen Anweisungen befolgen.
Das Band Ø 12 mm entsprechend den Angaben in Abb. 2 auf die
Lichterkette auf einem Abstand von ca. 30 mm vom Ende der Lichte-
rkette aufsetzen.
Band und Lichterkette an der Stangenaufnahme fixieren und hierzu bei
Schließrichtung links das Bohrloch mit der Kennzeichnung „SX“ (links) laut
Abb. 2 verwenden. Bei Schließrichtung rechts dagegen am Bohrloch mit
der Kennzeichnung „DX“ (rechts) befestigen.
Die Lichterkette in die entsprechende Aufnahme einsetzen und hierfür
von oben drücken
Damit die Helligkeit der Lichterkette und somit die effiziente Beleu-
chtung nicht beeinträchtigt werden, müssen die LED beim Positio-
nieren der Lichterkette nach oben zeigen.
Wenn die Lichterkette an der gesamten Länge der Stange eingesetzt
ist, das Ende der Kette, das aus der Stange heraustritt, mit der im Lieferu-
mfang enthaltenen Abdeckung verschließen, siehe Abb. 3 Bez. .
Die überschüssige Kette in die Stange einführen.
Das Kunststoffprofil, Abb. 4 Bez. , auf der gesamten Länge der Stange
einführen und den eventuell überschüssigen Teil abschneiden.
Nach dem Positionieren des Kunststoffprofils muss dieses maximal 5 mm
von der Kante der Stange entfernt sein, siehe Abb. 5.
Das Ende der Stange mit der im Lieferumfang enthaltenen Abdeckung
verschließen, siehe Abb. 6.
Das Versorgungskabel an die Lichterkette anschließen, siehe Abb. 7. Der
Anschluss, Abb. 7 Bez. , ist mit zwei Metallsteckverbindern ausgerüstet,
die durch Druck an den beiden Leitern in die Lichterkette eingesetzt
werden müssen.
Der Anschlussstecker ist mit einem Schrumpfschlauch ausgerüstet,
der verwendet werden muss, um die Verbindung zwischen Lichte-
rkette und Versorgungskabel zu versiegeln. Den Verbindungsstecker
mit einer Heißluftpistole versiegeln.
Das im Lieferumfang enthaltene Band Ø 6 mm auf das Versorgungskabel
aufziehen.
Das Kabel entsprechend der Darstellung in Abb. 8 an die Stange an-
legen.
Am Bohrloch, Abb. 8 Bez. , auf der Stangenhalterscheibe befesti-
gen.
Die montierte Stange am Motorkörper fixieren und hierzu die in der
Betriebsanleitung aufgeführten Anweisungen befolgen.
Die Kunststoffabdeckung, Abb. 9 Bez. , vom Motorkörper entfernen.
Die mitgelieferte Kabelführung positionieren, siehe Abb. 10 Bez..
Das Versorgungskabel um die Stangenhalterscheibe legen, siehe Abb.
10 Bez. , und in die Kabelverschraubung bis zum Band einführen.
Das zweite mitgelieferte Band auf die andere Seite der Kabeldur-
chführung aufsetzen, um die Verschiebung des Versorgungskabels der
Lichterkette zu sperren, siehe Abb. 10 Bez. .
Die Automation für den manuellen Betrieb einrichten (siehe hierzu en-
tsprechende Anweisungen) und versuchen, die Stange zu bewegen.
Dabei sicherstellen, dass das Kabel die normale Bewegung der Stange
nicht behindert.
Die Stange in die senkrechte Position bringen und den Normalbetrieb
der Automation gemäß den entsprechenden Anweisungen wiede-
rherstellen.
Die Schraubenanschlussklemme an den Motorkörper, Abb. 11 Bez. ,
und das Versorgungskabel anschließen.
Die Lichterkette funktioniert nur, wenn die korrekte Polarität beim
Anschluss beachtet wurde. Wenn die Lichterkette nicht leuchtet,
müssen die beiden Versorgungsdrähte ausgetauscht werden.
Beim Verlegen des Kabels im Motorkörper sicherstellen, dass dieses
nicht mit den beweglichen Teilen der Automation in Berührung
kommt.
Die Anschlüsse an die Steuereinheit vornehmen (siehe hierzu die Betrieb-
sanleitung der Steuereinheit).
Die Montage der Automation gemäß den entsprechenden Anweisun-
gen fertigstellen.
Beim Aufsetzen der Schutzabdeckung der Entriegelungsvorrichtung
darauf achten, dass das Kabel nicht beschädigt wird.
Wenn die Lichterkette zu lang ist und gekürzt werden muss, ist zu
bedenken, dass diese nur an bestimmten Stellen abgeschnitten
werden kann. Diese Stellen sind an der Kette durch die Darstellung
einer Schere gekennzeichnet. Wenn die Lichterkette an anderen
Stellen abgeschnitten wird, funktioniert sie nicht.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
NEDERLANDS
Volg de volgende instructies om de verlichtingskit te monteren:
Plaats de sjabloon voor het boren van de gaten Fig.1 ref. , zoals aan-
gegeven in Fig. 1.
Maak twee gaten Ø 3.5 mm in de buis volgens de sjabloon.
Maak met een boor Ø 8.5 mm de twee net gemaakte gaten groter en
verwijder eventuele bramen.
Assembleer de arm met de armhouderplaat zoals in Fig. 2.
Volg, om de arm op correcte wijze te bevestigen, de aanwijzingen
in de instructies van de slagboom.
Plaats het bandje Ø 12 mm op de lichtslang, zoals aangegeven in Fig. 2,
op ongeveer 30 mm van het uiteinde van de slang.
Bevestig het bandje en de slang aan de armbevestiging, en gebruik
daarbij, in geval van een linkse sluiting, het gat aangegeven met “SX”
(links) , zie Fig. 2. Omgekeerd moet het geheel in geval van een rechtse
sluiting op het gat aangegeven met “DX” (rechts) worden bevestigd.
Zet de lichtslang in de holte door er van boven op te drukken
Om het licht van de slang, en dus de signaleringsfunctie niet te
verminderen, moet de lichtslang zo worden geplaatst dat de leds
naar boven zijn gericht.
Sluit, zodra de slang over heel de lengte in de arm is gezet, het uiteinde
van de slang dat buiten de arm uitsteekt, af met de bijgeleverde dop,
Fig. 3 ref. .
Steek het overtollige deel van de slang in de arm.
Schuif het kunststof profiel, Fig. 4 ref , er over heel de lengte van de
arm in, en snijd het eventuele overtollige deel eraf.
Als het profiel eenmaal op zijn plaats is gezet, moet hij ongeveer 5 mm
van de rand van de arm blijven, Fig. 5.
Sluit het uiteinde van de arm af met de bijgeleverde dop, Fig. 6.
Sluit de voedingskabel op de lichtslang aan, Fig. 7. De aansluitstekker, Fig. 7
ref. , is voorzien van twee metalen connectoren die op de plaats van
de twee conductoren in de lichtslang moeten worden gedrukt.
De aansluitstekker is voorzien van een krimpkous, die moet worden
gebruikt om de aansluiting tussen de slang en de voedingskabel
hermetisch af te sluiten. Sluit de aansluitstekker hermetisch af met
behulp van een hittepistool.
Plaats het bijgeleverde bandje Ø 6 mm op de voedingskabel.
Zorg dat de kabel op de arm aansluit, zoals geïllustreerd in Fig. 8.
Zet alles vast op het gat, Fig. 8 ref. , dat op de armhouderplaat zit.
Bevestig de zo gemonteerde arm op het motordeel volgens de aanwij-
zingen in de instructiehandleiding.
Verwijder de kunststof dop van het motordeel, Fig. 9 ref. .
Zet de bijgeleverde kabelleiding op zijn plaats, Fig. 10 ref. .
Laat de voedingskabel rond de armhouderplaat lopen, zie Fig. 10 ref. ,
en steek hem in de kabelklem tot aan het eerste bandje.
Plaats aan de andere kant van de kabelklem het tweede – bijgeleverde
- bandje, en wel zodanig dat de voedingskabel van de lichtslang niet
kan verschuiven, fig 10 ref. .
Stel het automatisch systeem in op de handbediende werking, zie de be-
treffende instructies, en probeer de arm te bewegen, en zorg er daarbij
voor dat de kabel de normale rotatie van de arm niet hindert.
Zet de arm weer in verticaal, en stel het automatisch systeem weer in
op de normale werking volgens de betreffende instructies.
Bevestig de schroefaansluiting op het motordeel, Fig 11 ref. , en sluit
de voedingskabel aan.
De lichtslang werkt alleen als hij correct op de polen van de aan-
sluiting is aangesloten. Als de lichtslang niet wordt verlicht, moeten
de twee voedingsdraden worden omgedraaid.
Zorg ervoor dat, wanneer de kabel in het motordeel wordt geplaatst,
hij niet tegen de beweegbare delen van het automatisch systeem
komt.
Voer de aansluitingen op de besturingseenheid uit, zie de instructies
van de eenheid.
Voltooi de installatie van het automatisch systeem volgens de betref-
fende instructies.
Let op dat bij het plaatsen van de kap van het ontgrendelingsmecha-
nisme de kabel niet beschadigd raakt.
Als de slang moet worden ingekort, is het noodzakelijk te weten dat hij
alleen op bepaalde specifieke punten kan worden doorgesneden,
die op de slang zijn aangegeven met een schaar-symbool. Als hij
op andere punten wordt doorgesneden dan die zijn aangegeven,
werkt de slang niet.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
00058I0688 Rev.1