5
NEDERLANDS
DIESELGENERATOR
55267
WAARSCHUWING
Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle
instructies. Als u de waarschuwingen en instructies niet
volgt, kan dat leiden tot elektrische schokken, brand en/of
ernstig letsel. Bewaar alle waarschuwingen en
instructies voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
Houd u tijdens het gebruik van de machine altijd aan de bijgesloten
veiligheidswaarschuwingen en volg tevens de aanvullende
veiligheidsinstructies hieronder.
AANVULLENDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR EEN
DIESELGENERATOR
De meeste ongevallen kunnen worden voorkomen als
u alle instructies in deze handleiding en op de machine
opvolgt. De meestvoorkomende gevaren worden hieronder
besproken tezamen met de beste manier om uzelf en
anderen te beschermen.
De waarschuwingen, opmerkingen en instructies die in
deze handleiding worden gegeven kunnen niet alle
mogelijke omstandigheden en situaties die zich kunnen
voordoen behandelen. De gebruiker moet begrijpen dat
gezond verstand en voorzichtigheid factoren zijn die niet in
dit product kunnen worden ingebouwd. De gebruiker moet
hierover zelf beschikken.
• Lees en begrijp deze instructiehandleiding voordat u de machine
bedient. Als u dit niet doet, kan dat leiden tot persoonlijk letsel of
schade aan het apparaat.
• Weet hoe u de machine snel kunt stoppen en begrijp de werking
van alle bedieningsorganen. Laat nooit iemand de machine
bedienen zonder goede instructie.
• Laat kinderen niet de machine bedienen. Houd kinderen en
huisdieren uit de buurt van de gebruikslocatie.
• De machine produceert zeer giftige dampen en uitlaatgassen,
zoals koolmonoxide. Dit is een onzichtbaar, reukloos en
smaakloos gas dat snel kan leiden tot bedwelming en zelfs de
dood. Als gevolg daarvan mag de machine uitsluitend buitenshuis
worden gestart en gebruikt.
• Verzeker u ervan dat de uitlaatgassen niet via openstaande
ramen en deuren in afgesloten ruimten kunnen komen, zoals
huizen, kelders en garages.
• De generator moet op minimaal één meter afstand van andere
machines en brandbare materialen worden geplaatst.
• Gebruik de machine niet bij ondergrondse werkzaamheden.
• Gebruik de machine niet op plaatsen waar explosiegevaar heerst.
• Bij gebruik van een uitlaatpijpverlenging, dient u zich ervan te
verzekeren dat deze door een vakman, veilig en lekvrij wordt
gemonteerd. In geval van een lek, bestaat een extreem gevaar
van verstikking. Het gebruik van een koolmonoxidemelder wordt
sterk aanbevolen. De maximaal toegestane lengte van de
verlenging mag niet worden overschreden. Anders bestaat het
risico dat het uitlaatgas terugstroomt, wat kan leiden tot
oververhitting en beschadiging van de motor.
• Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar! Roken,
open vuur, gloeiendhete voorwerpen en elektrische vonken zijn
verboden tijdens het werken met brandstof. Mobiele telefoons
mogen niet worden gebruikt.
• De machine mag alleen worden bijgevuld terwijl deze is
uitgeschakeld en koud is en buiten staat. Open nooit de
brandstoftankdop of olievuldop terwijl de motor draait of heet is.
Gemorste brandstof kan ontbranden op hete motoronderdelen.
• Gebruik voor het bijvullen van brandstof uitsluitend geschikte
jerrycans en een trechter. In het geval dat brandstof is gemorst,
veegt u het gebied schoon met een doek en laat u het restant
volledig verdampen voordat u de motor start.
• Voorkom dat brandstof of olie in contact komt met de huid en
ogen. In het geval van per ongeluk contact, moet het
contactgebied grondig worden afgespoeld met water. In het geval
van contact met de ogen, raadpleegt u onmiddellijk een arts.
• Adem de dampen niet in.
• Vul de machine nooit te ver bij. Brandstof heeft ruimte nodig om
uit te zetten.
• Bepaalde motoronderdelen, zoals de uitlaatpijp, kunnen tijdens
gebruik extreem heet worden. Raak de motor nooit aan terwijl de
machine is ingeschakeld. De motor zal na uitschakeling nog
gedurende een lange tijd heet blijven.
• Bescherminrichtingen mogen niet worden verwijderd vanaf de
motor. Er bestaat een risico van ernstige brandwonden.
Veiligheid tijdens brandstof bijvullen
• Vul de brandstoftank niet te vol. U moet ruimte vrijlaten zodat de
brandstof kan uitzetten. Als de brandstoftank te vol is, kan
brandstof eruit stromen op een hete motor en brand en/of een
explosie veroorzaken. Als brandstof gemorst wordt, wacht u tot
het is verdampt voordat u de motor start. Controleer de
brandstofleidingen, brandstoftank, brandstofdop en koppelingen
veelvuldig op barsten of lekkages. Vervang zo nodig.
• Steek geen sigaret op en rook niet terwijl u brandstof bijvult.
Benzine is uiterst brandbaar en de damp ervan is explosief.
• Vul de brandstoftank nooit wanneer de motor heet is of draait. Zet
de motor van de generator uit en laat de motor volledig afkoelen
voordat u de brandstoftank vult.
• Voorkom dat brandstof wordt gemorst op een hete motor.
• Houd de brandstof weg van vonken, open vuur, waakvlammen
hitte en andere ontstekingsbronnen.
• Nadat de brandstoftank is gevuld met benzine, plaatst u de
brandstofdop terug en draait u hem stevig vast. Veeg eventueel
gemorste brandstof af voordat u de motor start.
Persoonlijke veiligheid
Draag een veiligheidsbril.
Draag gehoorbescherming.
De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt:
Wijst op het risico van persoonlijk letsel of schade aan de
machine.
Wijst op belangrijke informatie over het gebruik van de
machine.
Brandgevaar
Het volgende symbolen worden afgebeeld op de machine:
Niet roken of vuur maken
Explosiegevaar
Gevaar van corrosieve materialen
Verboden voor kinderen